Radioamateurs offerden hun leven voor onze vrijheid – deel 1

Door Eddy Krijger (PA0RSM)

In 2020 schreef ik het artikel “Radiozendgroep activiteiten in Amersfoort en omstreken” *). Daarin stond ook het verhaal van een verzetsman A. van Schendel en zijn reis tussen Den Ham (Hoogland) en Amersfoort. Deze OM. A. van Schendel werkte voor de oorlog bij de RCD en was toen actief onder de call PA1JF. Hij werd vooral na de oorlog onder deze call bekend. Overigens was de prefix PA1JF, maar ook PA1AL, PA1KM, PA1LC, PA1NT, PA1RCD en PA1SB destijds toegewezen aan medewerkers van de PTT Radio Controledienst (RCD).

Normaal vergeet je zo iets, maar bij mijn onderzoeken naar de geschiedenis van de afdeling Amersfoort, viel mijn oog onwillekeurig verschillenden malen op zijn naam. Dit is de aanleiding voor het schrijven van een stukje achtergrondgeschiedenis van het monument voor de gevallen radioamateurs tijdens de 2e wereldoorlog, dat nu geplaatst is op het terrein van KPN Broadcast te Hilversum.

Reeds op in maart 1946 werd bij de 1e VERON Verenigingsraad (VR) vergadering door de afdeling Twenthe een voorstel gedaan om alle gevallen radioamateurs tot postuum erelid te benoemen.

3. Op voorstel van de afd. Twenthe wordt aan alle leden van de oude vereenigingèn, diè gedurende de bezetting gevallen zijn in den strijd voor de vrijheid van het vaderland, het eerelidmaatschap postuum verleend. Staande worden nu al deze helden met een minuut stilte herdacht.

De oude verenigingen NVVR, NIVR en VUKA zijn voortvarend tewerk gegaan met hun ledenlijsten. Want op 18 mei 1946 werd op 2e VR door dhr. A.S.M. van Schendel (PA1JF) ), bekend onder de  verzetsnaam “C.M.C. Ton”, een vurig pleidooi gehouden voor een aantal verzetstrijders. Daarvan lees ik in de Electron deze samenvatting: 

De tweede vergadering van de V.R.
Een drukbezochte vergadering in een zeer geschikte omgeving. De voorzitter opent de vergadering en geeft na eenige inleidende woorden, waarin de vergadering er aan wordt herinnerd, dat men hier bij elkaar is om een plicht tegenover onze gevallenen te vervullen het woord aan den heer van Schendel C.M.C.Ton. Deze hield een korte, doch indrukwekkende rede waarin hij onze helden herdacht en van verscheidene wist te vertellen, hoe zij met elkander in contact wisten te komen in de gevangenis, waar ook spreker zich bevond.
De heer van Schendel eindigde zijn korte toespraak met een dringend beroep op alle amateurs, deze gevallenen nimmer te vergeten en ons, hun voorbeeld voor oogen houdend, waardig te gedragen. In dit verband drong de spreker er nogmaals op aan, toch vooral de clandestiene zenderij te staken, daar dit den naam der amateurs schade deed.
De voorzitter dankte met eenige woorden, namens alle leden, verzekerend, dat de strijders, die wij thans herdenken, steeds in onze herinnering zouden blijven, waarna werd overgegaan tot de plechtige installatie van de gevallenen als posthume eereleden van de VERON.
C.M.C. Ton, zelf actief verzetter en velen onzer goed bekend, neemt namens den chef staf, Kolonel Six en andere betrokken autoriteiten, afscheid van onze vrienden PAaRS en PAoXK tijdens de plechtige bijzetting op Oud Eik en Duinen in ‘s-Gravenhage op 15 Dec, 1945.

Voor mijn onderzoek naar de achtergrondgeschiedenis, ben ik wel heel erg geïnteresseerd in die “korte toespraak” van dhr. A. van Schendel. Daarom neem ik de gehele toespraaktekst graag uit de notulen over.

Mijnheer de Voorzitter, Leden van den Vereeningsraad!
Mag ik in de allereerste plaats U, voorzitter, danken voor de geboden gelegenheid om in dit plechtig oogenblik, nu de Vereenigingsraad overgaat tot het benoemen van eereleden, zij het helaas posthuum, een enkel woord te mogen
spreken. Ik stel er daarom zoo’n prijs op, voorzitter, omdat ik met eenige van deze gevallen vrienden in het verzet heb mogen samenwerken, dan wel in gevangenschap contact mee heb gehad en ik hun hooge opvattingen van plicht en vaderlandsliefde heb  leeren kennen en ook de overtuiging heb, dat zij fier en onverschrokken voor het vuurpeleton zullen hebben gestaan, dan wel de kwellingen van gevangenis of concentratiekamp hebben gedragen en daarmede de eer van het Vaderland, ook in het moeilijkste uur van hun leven, hebben hooggehouden. En tenslotte stel ik er op prijs op dit herdenkingswoord te spreken, omdat ik in de illegaliteit met zoovele amateurs heb mogen samenwerken en dus mede namens hen spreek.
Gij vrienden hier in de zaal, waaronder er zijn, die ook ternauwernood aan den dood zijn ontsnapt, voor U behoef ik niet uiteen te zetten, welk een belangrijke taak de radio in de oorlogsvoering en in het verzet heeft gespeeld, noch
te wijzen op het gevaar, verbonden aan dat verzetswerk, vooral in het laatste oorlogsjaar, toen de opsporingsmethode tot de grootst mogelijke perfectie was opgevoerd en heele groepen opgerold en daarna uitgemoord. Gij allen vindt allen vindt, dat ook velen uit de rijen van onze amateurs aan dat belangrijke werk hebben deelgenomen en dat velen helaas ook zijn gevallen.
Wanneer ik, vrienden, in dit voor onze vereeniging zoo historische uur slechts enkele figuren voor Uw geest wil brengen, dan wil ik daarmede eeren ALLEN, ook de gevallen radio-menschen buiten onze amateurkringen, omdat allen hun leven hebben gegeven voor ons en voor onze bevrijding.
Na de capitulatie meenden de aanvallers dat de strijd in Nederland ten einde was. Hoe hebben zij zich vergist, de komende jaren zouden dat afdoende bewijzen. Zeker, laat ons eerlijk bekennen, in de onthutsing van de eerste  maanden en in het schijnbare correcte optreden van de Duitschers meenden velen, dat het wel los zou loopen en drong eerst later de harde werkelijkheid tot de massa door. Maar er waren er ook gelukkig, die vrijwel onmiddellijk begrepen, dat eerst nu de strijd op het binnenlandsche front een aanvang had genomen en dat die strijd niet zou eindigen voor en aleer de laatste Duitscher uit ons land zou zijn verdreven.
En tot die helden van het eerste oogenblik behoorden ook een aantal amateurs, die in klein verband, hetzij contact met Engeland trachtten op te nemen, hetzij voor binnenlandsche spionage hun radio-capaciteiten beschikbaar stelden. Tot hen behoorden onze gevallen vrienden broeder Klingen, PAøXL, van Lent, PAøXI, Meertens, PAøMO, Neuteboom, PAøGR en Haspels. De volledige consequenties van hun arbeid beseffende, hebben zij toch niet geaarzeld zich in te zetten en ten slotte hun jonge leven voor het vaderland geofferd. Deze pioniers van het verzet hebben niet vergeefs gearbeid, nieuwe groepen bleken bereid het begonnen werk voort te zetten, geïnspireerd door den heldenmoed van deze mannen. In grooter verband werd het verzet georganiseerd, schier op elk terrein en overal domineerde de radio.
Het heeft mij daarom, voorzitter, als P.T.T.-er ontroerd, dat op de zoo keurig uitgevoerde fotopagina het portret niet ontbrak van “Karel” of “lange Jan”, den electrotechnischen ambtenaar van de P.T.T. Jan Thijssen, den grooten
verzetsman, die ook als hoofd van de radiodienst van den O.D. de algemeene leiding had over zoovele van onze amateurs. Gij, redactie, hebt zoo juist aangevoeld, dat het beeld van dezen grooten man bij de herdenking door de V.E.R.O.N. niet mocht ontbreken. Daarvoor mijn innigen dank.
Ik breng U dan voor Uw geest van Braak, PAøGA, eens de groote stuwkracht en onvermoeide secretaris van de Vuka, de vriend van velen, de man met de opgewekte stem, die des Zaterdagsavonds nooit ontbrak op het 80 meter appel. De man ook van het verzet, op velerlei terrein en waarmede ik vrijwel onafgebroken contact heb onderhouden. Voor mij tevens de hartelijke vriend waar ik bij nacht en ontij terecht kon en die mij zulke uitnemende diensten heeft bewezen bij het zoeken van medewerkers. Zijn heengaan heeft voor mij een groot persoonlijk verlies beteekend. Reijns, PAøRS en van Mansum, PAøXK, helden van het verzet. Reijns aanvankelijk alleen de radiocommandant voor den Haag voor het binnenlandsche radionet en van Mansum een van zijn trouwste en moedigste medewerkers. Reijns en van Mansum spoedig ook mijn medewerkers voor de radioverbinding op Engeland.
Vrees hebben deze kerels niet gekend, zij konden alleen hun plicht tegenover het Vaderland. Want, vrienden, moet men niet over groote moed beschikken met dit gevaarlijke werk door te gaan, ook toen ik gearresteerd was? Moed om door te gaan, toen de stroomvoorziening in den Haag vrijwel was uitgeschakeld en er nog slechts twee zendposten clandestien van stroom werden voorzien. Door te gaan, ondanks de overtuiging, dat het uiterst gevaarlijk werd zoo dikwijls uit eigen woning te moeten uitzenden. Door te gaan, enkel en alleen omdat de verbinding met de autoriteiten in Eindhoven gebiedend noodzakelijk was.
Zondag 18 Februari 1945 werden zij overvallen, 8 Maart daaraanvolgend vermoord, twee maanden voor de bevrijding, waarvoor zij jaren hadden gestreden en geofferd. Hun heengaan heeft mij diep geschokt en met groote eerbied zal ik hen blijven gedenken.
Mag ik U, vergadering, herinneren aan de Vries, PAøVL, en Touw, PAøZB, de groote helden, die in het Zuiden hun leven hebben ingezet, om door hun radioverbinding het oprukkende geallieerde leger met hun belangrijke militaire gegevens behulpzaam te zijn. Zij hebben tenslotte moeten vechten tegen een overmachtigen vijand, tot zij, gewond, niet meer verder konden. Eenige dagen later werden zij vermoord.
Doch ook hun werk is niet tevergeefs geweest.
En dan tenslotte onze vrienden Gehrels, PAøQQ en op den Velde, PAøOZ. Stel U voor een cel in de Polizeigefängnis in Haaren, er is zeer strenge isolatie, je zag nooit iemand. Je werd apart gelucht, cel voor cel. Er was geen enkel contact met medegevangenen. Signalen via muur of verwarming waren uitgesloten. De Grüne en de S.D. waren daarop volkomen ingesteld. Het was kort voor Kerstmis 1943.
Op een zeker oogenblik hoorde ik het rythme van morseseinen. Het bleek na onder zoek uit de kraan te komen. Met het oor tegen de kraan hoorde ik inderdaad morsesignalen en wel een cq, een algemeene oproep, de call was door storing niet te verstaan. De onmiddellijke reactie was, hoe kan dat, hoe doet men dat. Ik zette de kraan open en onderbrak de straal met mijn hand. Het bleek echter het ware niet te zijn. En plotseling vond ik de oplossing. De kraan zelf werd als morsesleutel gehanteerd en in het rythme van morse open en dicht gedraaid. Ik was de eenige niet, die de oproep had bemerkt. Ook mijn vriend Tijdgat, PAøTY, die 2 cellen van mij af bleek te zitten was aan het  proefnemen geslagen en al heel spoedig hadden we een uitgebreid qso, in het begin nog wat stuntelig, doch geleidelijk werd de noodige routine verkregen. En zoo maakte ik, op een algemeene oproep een verbinding met QQ en ondanks, dat hij een verdieping lager zat en een groot aantal cellen van me af, slaagde de verbinding uitstekend. Hij bleek de geestelijke vader van dit communicatiemiddel te zijn. En zoo mocht ik dan het voorrecht hebben zoowel met QQ als met OZ vele gesprekken te voeren. Het zal ongetwijfeld de laatste geniale vinding van QQ wel zijn geweest, zóó geniaal, dat we maanden lang, zonder ontdekking, dagelijks met tientallen mede-slachtoffers verbinding hadden en Tijdgat somtijds geheele couranten via het waterleidingstelsel de gevangenis doorseinde. En zoo mocht ik ook op deze unieke amateurwijze voor ons transport naar Utrecht afscheid nemen van deze beide vrienden, niet beseffende, dat ook zij hun leven zouden moeten offeren voor de groote zaak, de vrijmaking van ons land.
Ik heb mij moeten beperken, voorzitter, tot het schetsen en naar voren brengen van enkele vrienden. Maar in hen herdenken wij met diepen eerbied en groote dankbaarheid allen, niemand uitgezonderd. Wat zij voor ons Vaderland hebben gedaan, zullen wij dan ook nooit mogen vergeten. Als vereeniging, als VERON, eeren wij deze helden en bij ons zullen zij een groote plaats blijven innemen, maar ook individueel hebben wij nog een plicht. Want beseffen wij wel, dat deze gevallen vrienden hebben nagelaten een weduwe, veelal met kinderen, dat er ouders zijn, die hun liefste zoon hebben moeten afstaan en vergeten wij niet, hoe troosteloos voor velen het leven geworden is. Toont daarom de nagelaten betrekkingen. Uw medeleven en Uw vriendelijkheid. Ik weet bij ervaring, hoe bij feestdagen of dagen van herdenking zij hunkeren naar een blijk van medeleven, een blijk van vriendschap. Dat dit geen frase is, moge blijken uit hetgeen een van de weduwen mij schrijft: “ook dank ik U beiden voor Uw bezoek met Paschen. Het deed goed te ondervinden, dat oude vrienden aan me denken. Ik hoop U nog dikwijls hier te zien”.
Ik doe dan ook een hartstochtelijk beroep, help hen vrienden, waar gij helpen kunt. Zij hebben daar recht op.
En dan tenslotte nog dit:
Wanneer wij erkennen, dat de gevallen helden voor ons een voorbeeld moeten zijn voor de houding in de toekomst, dan hebben wij ook verplichtingen aan ons opgelegd. Ik moge U in dit verband nog wel eens wijzen op de buitengewone tegemoetkomendheid van den Directeur-Generaal en andere autoriteiten en vooral op de medewerking van den Chef van den Radio-Controledienst en dat is in de allereerste plaats een gevolg van het feit, dat erkend wordt het groote en vele werk, dat talrijke amateurs in het verzet en voor de bevrijding hebben gedaan en meer in het bijzonder uit eerbied en erkentelijkheid voor hen die vielen.
Zonder restrictie of pardon zullen wij hebben te toonen dit waardig te zijn. Wij dienen onze verplichtingen volledig te begrijpen. Daarom vrienden verleen overal, waar dit noodig mocht zijn, Uw medewerking, steunt Uw bestuur in
zijn poging orde en discipline door te voeren en helpt krachtdadig bestrijden ontoelaatbare dingen in den aether. Laten wij bij onze handelingen als amateur steeds denken aan die hooge plichtsbetrachting van onze dooden, die straks UWE en MIJN eereleden zullen zijn.
Eeren wij hen niet alleen met het woord, doch vooral met de daad.
Ik dank u.

↑ Scroll naar bovenzijde

Na dit pleidooi, waarin veel van de genomineerde postume ereleden werden genoemd, klonk een applaus. Waarna de voorzitter de vergadering van de 2e VR voortzette. Deze tekst in de notulen is van belang voor mijn verdere onderzoek, vandaar deze fotokopie:

Aan dit aangenomen VR voorstel, valt er nauwelijks nog wat toe te voegen zou u zeggen, maar helaas eiste de oorlog ook daarna nog slachtoffers. Dat bleek tijdens de 3e VR op 8 december 1946.
De voorzitter meldt dat OM W.M.F.J. Otten (PA0HB) (abusievelijk vermeld in de notulen als H.B. Otten (PA0HB)) in augustus 1946 overleden te zijn aan ziekte en ontbering in de beruchte kampen. Het HB stelt voor om ook deze OM tot postuum erelid te benoemen. Het voorstel wordt staande aangenomen, zo blijkt uit deze passage uit de notulen.

Het (eerste) lid van verdienste
Van de heer H.J.G. van Boxtel ontbreekt daarna enig spoor. In het standaardboekwerk 50 jaar VERON, staat op blz. 495 als eerste vermeldt op 30 maart 1947: D. Zaaijer (PA0UN).

De postume ereleden
Met OM W.M.F.J. Otten telt de VERON nu 28 postume ereleden. Dit staat als zodanig ook gepubliceerd in het standaardwerk “50 Jaar VERON, 100 jaar Radio” van PAoSE op bladzijde 494 en 495.

POSTUUM ERELID VAN DE VERON – Gevallen in 2e Wereldoorlog
Abbenes, D. 46.05.18 Meertens, J.P. PAøMO 46.05.18
Braak, Th.C. van PAøGA 46.05.18 Neuteboom, J. PAøGR 46.05.18
Brons, P. 46.05.18 Reijns, G.B. PAøRS 46.05.18
Dijkhuizen, N.L.H. van PAøND 46.05.18 Schotanus à Steringa Idzerda, H.H. 46.05.18
Gehrels, C.A. PAøQQ 46.05.18 Tappenbeck, R. 46.05.18
Groot, L. de PAøKK 46.05.18 Thijssen, J. 46.05.18
Grul, W.A.A. 46.05.18 Touw, H.A. PAøZB 46.05.18
Haspels, C.J. 46.05.18 Velde, J.H. op den PAøOZ 46.05.18
Kapteyn jr., E. PAøEK 46.05.18 Vermaat, K. PAøMR 46.05.18
Klingen, J. (Broeder Jozef) PAøXL 46.05.18 Vredeveld, J.A. 46.05.18
Laaken, F. van der 46.05.18 Vries, J. de PAøVL 46.05.18
Lent, C.L.J. van PAøXI 46.05.18 Wirix, R.P. PAøRW 46.05.18
Mansum, Ir. A.A. van PAøXK 46.05.18 Worries, W.M.J. PAøXY 46.05.18
Meerhof, G.A. PAøMB 46.05.18 Otten, W.M.F.J. PAøHB 46.12.18

De gevallenen

Wie waren deze amateurs? Wat is daar nog meer van bekend?
In de Electron van mei 1946, (dus vóór de 2e VR met de ereleden benoeming) is een hele middenpagina geweid aan hen. Op deze herdenkingsplaat staan 22 gevallenen genoemd.

In dezelfde Electron van mei 1946 stond overigens wel deze oproeptekst te lezen.

Onze Eerelijst
De V.E.R.O.N. heeft de in dit nummer gepubliceerde eerelijst samengesteld op grond van gegevens, die welwillend ter beschikking werden gesteld door vele medewerkers.
Het is echter zeer goed mogelijk, dat de lijst in den huidigen vorm nog onvolledig is.
Wij richten daarom het verzoek tot een ieder, die ons verdere inlichtingen kan verstrekken. deze te willen zenden aan het adres van de redactie-commissie, Strevelsweg 99b, Rotterdam.

↑ Scroll naar bovenzijde

Uiteindelijk heeft dat geleid tot een andere uitgifte. In 1949 werd er een affiche op A3-formaat uitgegeven door de VERON en ontworpen door de firma Linse & van der Waal. Henk Linse (PAoUB) was bij dit Reclame, Ontwerp en Adviesbureau de ontwerper van bijvoorbeeld veel QSL-kaarten en de omslag van Electron.

De oplage was van 1000 stuks. Ze werden voor één gulden per stuk te koop aangeboden. De opbrengst was voor de stichting 1940 – 1945. Op dit affiche staan 44 gevallenen met naam genoemd! Kort daarna moest de uitgifte helaas gestaakt worden vanwege onnauwkeurigheden. Van onze 28 ereleden, ontbreken er vijf op dit affiche!

De achtergronden
Van onze zendamateurs is wel wat terug te vinden. Publicaties bij hun oude verenigingen en hun oude QSL-kaarten kleuren “hun plaatje in”. Het is lastiger is om iets meer te weten te komen van de niet gelicentieerde amateurs. Maar gelukkig bestaat op Internet een prachtig verzorgde website van de Oorlogsgravenstichting.
In dit kader wil ik naast alle gevallen radioamateurs graag aandacht vragen voor de inzet van OM Ton van Schendel (PA1JF), zowel voor de amateurzaak als zijn grote rol in het verzet. Mede door zijn toespraak maakte hij grote indruk op alle 103 aanwezigen van de 2e Verenigingsraad vergadering.
Ton (PA1JF) overleed in 1958 op bijna 62-jarige leeftijd. Bekend was dat hij een zwakke gezondheid had, mogelijk als gevolg van zijn gevangenschap. Hij ligt begraven op het ereveld Loenen.

Tot slot

Kortom dit is de context waarin ik tracht de namen van onze gevallenen respectvol en overzichtelijk aan u voor te stellen in de stamkaarten. De bijlage van dit deel 1 beschrijft dan ook de gevallen radioamateurs die voorkwamen op de VERON-herdenkingsplaat van 1946.

In een vervolgartikel wil ik nader in gaan op de namen die voorkomen op de verschillende lijstjes van radioamateurs die vielen voor onze vrijheid.

Voor alle duidelijkheid wil ik na 75 jaar geen weging maken naar de mate van deelname in het verzet. Mijn insteek is zuiver “ere wie ere toekomt”.

In deze reeks zijn verschenen:

Radioamateurs offerden hun leven voor onze vrijheid – deel 1
Radioamateurs offerden hun leven voor onze vrijheid – deel 2
Ere wie ere toekomt (deel 3)

Bron:

  •  “50 jaar VERON – 100 jaar Radio” D. Rollema (PA0SE), uitgave VERON
  •  Electron 1945 – 1950 en 1958
  •  VR archief Jan Hoek (PA0JNH)
  •  Familiearchief Jan Thijssen
  •  Archief Eemland / Collectie Kamp Amersfoort
  •  Historische QSL kaart collectie PA1AT
  •  Onderzoeksite weggum.com (PH0WAW)
  •  Web opmaak, notulen transcriptie en Internet vondsten Frank van Hamersveld (PA3DTX)
  •  Verslag A.S.M. van Schendel
  •  Oorlogsgravenstichting
  •  Monument voor radiozendamateurs

↑ Scroll naar bovenzijde