Het radio amateurisme als hobby in 1980

In deze tijd, waarin alles voor iedereen van bovenaf geregeld lijkt te zijn of te worden via wetten, verordeningen en bepalingen is de ruimte om op een creatieve manier bezig te zijn in de werksituatie vaak nog ver te zoeken. Iets anders wordt het, wanneer men zich op een hobby stort, waarin niets moet en alles nog kan, waar nog ruimte is voor creatieve geesten en waar men zich zelf de functie van directeur en ontwerper, inkoper en constructeur, maar ook monteur en verkoper kan toe eigenen zonder dat daar nu direct papieren in de vorm van diploma’s en dergelijke voor nodig zijn.

Sedert de laatste 50 jaar heeft de Radio als hobby-object voor velen een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. De toekomst ziet er voor deze categorie van hobbyisten bijzonder rooskleurig uit als gevolg van de enorme ontwikkelingen die zich op dit terrein hebben voorgedaan en zich nog zullen gaan ontwikkelen.

Elke radio-hobbyist kan als een voortrekker voor anderen worden gezien, daar het in deze tak van hobby zo is gesteld, dat de een de ander met dit zo plezierige virus besmet. Hoewel het heden ten dage zo is gesteld, dat er verschillende vormen van het beleven van de radio als hobby bestaan hebben wij een viertal radio amateurs naar hun belevenissen gevraagd.

Foto 1: Jan (NL4405) in zijn shack

Als eerste gingen wij op bezoek bij Jan Tuithof te Amersfoort, die als luisteramateur bekend staat als NL 4405.

Jan’s interesse voor de hobby werd gewekt door een Amerikaanse jeep, welke kort na de oorlog binnen zijn gezichtsveld kwam en waarvan vooral het radio-zend-ontvangst gedeelte zijn aandacht trok. Volkomen gebiologeerd keek hij naar de handelingen die de Amerikaanse militair verrichtte met het wonderlijke apparaat.

Jan dacht met 4 vrienden ook al vrij spoedig dergelijke kunsten met zulke apparatuur uit te kunnen halen en toog met hen naar de Leusderheide, alwaar op een bepaald deel de Duitsers hun oorlogsartikelen in hadden moeten leveren. Er werd stevig door het vijftal gezocht en na enig zoeken keerde men met een aantal radiosets huiswaarts. Met wat ondeskundig kunst- en vliegwerk werden de eerste onderlinge verbindingen gelegd en die waren toch eigenlijk weer zo goed, dat de PTT dit te horen kreeg en plotseling ten tonele verscheen. Op een vriendelijke doch niet mis te verstane wijze werd Jan erop attent gemaakt, dat een en ander niet mocht, maar er werd hem wel gewezen op de mogelijkheden om op een legale wijze een zendamateur machtiging te verkrijgen.

Door de PTT op het goede spoor gezet en nadat zijn spullen in beslag genomen waren is Jan aan het uitluisteren van de HF-banden begonnen. Hij is dus luisteramateur geworden. Met een Etherkruiser van Philips zocht hij zondagsmiddags op de korte golf de amateur-frequenties af, waar in de jaren ’50 op de 80, 40 en 20 meter vele amateurs te beluisteren waren. Op de 10 meter was nog niet veel te doen om over de 2 meter maar te zwijgen.

In 1970 werd Jan lid van VERON. In die afdeling ontmoette hij vele technisch goed onderlegde radio-amateurs, waarvan hij de fijne kneepjes meekreeg om zijn hobby nog iets intenser te kunnen beleven. Door de inspiratie die hij in de club opdeed en zijn eigen knutselvaardigheid hebben uiteindelijk geleid tot een radio shack, die de toets der kritiek glansrijk kan doorstaan. Vele malen is Jan met zijn apparatuur het centrale station geweest onder de Call PA6RSN, van waaruit Radio Scouting Nederland jaarlijks het Jota gebeuren leidde. (JOTA = Jamboree On The Air). Nog onlangs stond Jan zijn station af om het Keistad gebeuren in Amersfoort onder de Call PA6KEI acte de presence te geven.

Het contact met de vereniging heeft tevens geleid tot het aanvaarden van bestuurlijke functies welke Jan op het lijf geschreven zijn. Zo is hij in de afdeling Amersfoort van de VERON de Beheerder van het Verkoopbureau en tevens Beheerder van het materiaal in gebruik bij Jota’s en Jomborettes. Bij de Padvinderij is hij Chef Rowan Leider en het spreekt haast vanzelf, dat ook hij de Rowans actief stimuleert om het radio hobbyisme te bedrijven. Regelmatig zijn er dan ook Rowans op de zendcursus te vinden en regelmatig gaan er vanuit zijn groep Rowans op voor het zendexamen.

Erg belangrijk voor Jan is dat zijn vele neven activiteiten geweldig ondersteund worden door zijn xyl (ex young lady) of in het Nederlands zijn echtgenote. Regelmatig is zij ook te vinden, maar niet alleen daar, ook zijn activiteiten bij de Jota worden door haar met haar gehele persoon van harte ondersteund.

Jan heeft nog steeds geen tijd gehad om zich serieus voor te bereiden op het zendexamen. Zijn practisch inzicht is meer dan voortreffelijk doch zijn sociale activiteiten als gevolg van zijn hobby hebben de practische realisering van zijn vroegere dromen nog steeds niet waar kunnen maken.

Foto 1 toont zijn shack en met de beschikbare apparatuur en antenne is ontvangst van alle banden in alle modes mogelijk. Met een Telex, de T37 van Siemens, maar ook met een Video Display worden TELEX-berichten ontvangen. Ook Amateur-TV ontvangst is mogelijk. De nette afgewerkte kasten (3) zijn allen door Jan zelf ontworpen en vervaardigd.

Achter zijn shack heeft hij zijn antennepark opgesteld en het hoeft geen betoog, dat Jan alles zelf heeft gefabriceerd. In een 18 meter hoge vakwerk mast is een W3DZZ voor alle HF banden gemonteerd alsmede de 2 meter en 70 centimeter antennes. Het laatste pronkstuk is een 23 centimeter antenne, welke eveneens door hem zelf werd vervaardigd.

Het is voor Jan te hopen, dat hij spoedig de tijd mag vinden om zich op het examen te kunnen voorbereiden, want deze knutselaar ‘pur sang’ verdient dat gewoon.

Na een plezierig afscheid en tot werkens met de 73’s gingen wij op bezoek bij de volgende amateur.

Foto 2: Frans (PA2RNI) in zijn shack

Dat is Frans de Feber, ook te Amersfoort, welke onder de zendamateurs bekend is onder de Call PA2RNI.

Frans is nu 35 jaar, maar het begon allemaal toen Frans 13 jaar oud met zijn vader Radio Rotor binnenstapte en met de bekende 19-set de winkel verliet. Op 12 Volt doet hij het had de winkelbediende nog gezegd en dus had Frans een aantal batterijtjes gekocht, deze in serie geschakeld en toen er niet meer dan 9 Volt uit kwam de 19-set erop aangesloten. Het bleef stil. Frans dacht ik kom 3 Volt tekort nog maar eens twee batterijtjes in serie erop aangesloten, misschien heb ik dan meer succes, maar ook dat bleef voor Frans zonder enig resultaat. Dat die set OOK nog 10 Ampere stroom trok om aan het gewenste vermogen te kunnen komen wist Frans toen nog niet. Het is echter wel het vertrekpunt geweest voor gedegen speurwerk naar het “hoe en waarom” van al die electronische schakelingen, waarmee hij sinds die oude 19-set in aanraking is gekomen.

In 1963 vervult Frans zijn dienstplicht bij de Marine en wordt daar opgeleid tot telegrafist/seiner. Hij raakt onder de indruk van de vele communicatie mogelijkheden per radio, doch ook de zeer vele interne communicatie mogelijkheden, vooral op zo’n groot schip, spreken hem aan.

Na zijn diensttijd studeert hij een 3-tal jaren aan het bekende Radio instituut van Rens en Rens. Het laatste jaar maakt hij niet af, omdat hij betrokken raakt bij de voorbereidingen van een radio-zendschip, dat als Radio Londen het wijde sop zou kiezen. Dit is echter nooit gebeurd als gevolg van een actie van de Duitse PTT, die het schip in de haven van Hamburg in beslag nam, de apparatuur eruit verwijderde en het daarna terug gaf aan de eigenaar.

Nu was het een ander zendschip wat zijn aandacht vroeg en wel de bekende Radio Noordzee Internationaal. Frans werd als technicus aangetrokken om in samenwerking met anderen de installatie op te zetten en tijdens de uitzendingen in bedrijf te houden. Hij heeft dat een viertal jaren gedaan. Als de zender in bedrijf was en de platenridders hun werk deden had Frans voldoende tijd en alle gelegenheid om aan board aan zijn eigen zendinstallatie te knutselen en daar ook mee uit te komen, zij het dan onder een Panamese mobiele call. Ook met Telex werden er verbindingen gemaakt en vele amateurs deden hun best om met zo’n uitzonderlijk vreemd station een verbinding te maken.

Al deze activiteiten zijn kennelijk op een bepaalde platenridder een beetje vreemd en duister overgekomen, daar deze op zeker dag de Pers influisterde, dat er vreemde dingen gebeurden op het zendschip: contact en met het Oostblok en zo… Dit heeft tot heel wat ongenuanceerde verhalen in diverse dagbladen geleid doch wat er werkelijke gebeurde was, dat Frans als beroepspiraat in zijn vrije tijd als amateur radioverbindingen trachtte te maken.

In 1974 nam Frans afscheid van het zendschip en vestigde zich aan de wal. Op zijn manier was ook hij present op de 27 Mc. en beleefde zeer intens de spanning en de sensatie die het verboden zenden met zich bracht. Toen echter als gevolg van de wetswijziging de risico’s te groot werden, besloot ook hij de gelederen van de echte gelicenseerde amateurs te gaan versterken en haalde via een D-machtiging een officieel diploma.

Met zijn gedegen technische ondergrond en zijn telegrafisten ervaring opgedaan bij de Marine was het behalen van de A-machtiging voor hem niet zo moeilijk meer. Zijn huidige call PA2RNI doet nog de herinnering bij hem voortleven aan zijn tijd als beroepspiraat, want de laatste 3 letters vormen de afkorting van RADIO NOORDZEE INTERNATIONAAL.

Frans is bij menig amateur bekend en niet alleen vanwege zijn grote deskundigheid op radiogebied, ook op zijn Hamspirit wordt menig keer een beroep gedaan en nooit tevergeefs. Hij is altijd “in” om een groot deel van zijn apparatuur ter beschikking te stellen voor activiteiten als de Jamboree on the Air, velddagen en plaatselijke manifestaties.

Een indruk van zijn shack verkrijgt U door bijgaande foto 2 te bestuderen. Op het dak van zijn huis heeft hij een zeer indrukwekkend antennepark geïnstalleerd, waarmee hij op alle frequenties en in alle modes uit kan komen.

Na het gezellige gesprek hebben wij het bezoek aan PA2RNI beëindigd en zijn op bezoek gegaan bij een andere wat oudere amateur en hebben hem naar zijn belevenissen gevraagd.

Foto 3: Wil (PA2PWD) en XYL in zijn shack

In Leusden aangekomen zagen wij vanuit de verte reeds het indrukwekkende antennepark van PA2PWD. De trotse eigenaar blijkt Wil van Dongen te zijn, welke woonachtig is aan de Wilhelminalaan te Leusden-Z.

Deze 83-jarige zeer vitale zendamateur liet tijdens ons gesprek blijken, dat hij tezamen met zijn eveneens vitale en zeer charmante vrouw Jane 6 à 7 uur per dag van zijn hobby geniet en meestentijds te vinden is op het Nassiballen en Oliebollen net. Dat blijkt een wereld-omspannend net van Nederlands sprekende amateurs te zijn, waarvan de meesten elkaar nog uit de vooroorlogse Indië periode kennen en met elkaar hebben gewerkt.

Bij Wil begon het allemaal reeds in 1924. Hij was toen op Java in het voormalige Nederlands-Oost-Indie werkzaam bij de Java Foto Centrale, waaraan ook een primitieve radio-afdeling verbonden was. Daar de manager opstapte en de financiën van het bedrijf niet al te best bleken, werd het bedrijf opgedoekt en daar niemand eigenlijk met de radio-afdeling raad wist, kreeg Wil deze afdeling in eigendom.

Daarmee begon hij een eigen zaak JAVA RADIO SHOP geheten, waarvan de bijgaande QSL kaart nog een aandenken aan is.

In 1928 kwam Wil voor het eerst als piraat in de lucht onder de call OD-1WD. In 1929 werd mede op zijn initiatief de NIVIRA opgericht. Deze club zocht contact met de PH om wat meer structuur in het ethergebeuren aan te brengen.

Ondertussen verzorgde Wil wekelijks voor de Batavia’se Radio Vereniging een technisch praatje onder zijn eigen gekozen call OD-1WD. De PTT structureerde de ether door vaste frequenties aan te geven en iedere geregistreerde zendamateur ontving van de PH door hen geslepen kristallen voor die frequenties. Wil kreeg de call PK1WD, daarna PK1BH en op Sumatra PK4BH.

Wil had inmiddels ook een diploma Marconist 2e klas gehaald en de Militaire Dienst strikte hem via de Landstorm in de functie van radio-telegrafist/monteur in de rang van sergeant-majoor. Bij de Verbindingsdienst vervulde Wil de belangrijke communicatie-functies. Vele eenzame posten in dat grote eilandenrijk werden dankzij zijn grote technische kennis voor de buitenwereld toegankelijk gemaakt met de technische apparatuur, die Wil ervoor ontwikkelde.

Ook de Generale Staf kwam onder de indruk van zijn kwaliteiten en trok hem als medewerker aan en belastte hem met vele interessante en waardevolle opdrachten, die, en dat blijkt duidelijk uit de stukken die hij ons liet zien, tijdens de Japanse inval in 1941 vele mensenlevens hebben gespaard.

Toen Wil over die Japanse inval een Australische amateur via de 20 meter over de situatie ter plaatse wilde inlichten bleek dit tot zijn grote spijt niet meer mogelijk te zijn, daar de meeste Australische amateurs, opgeroepen voor Militaire Dienst en ingeschakeld bij de Kustbeveiliging de 50 meter band afspeurden naar mogelijke onraad.

Wil raakte in gevangenschap. Zijn installatie heeft hij onklaar moeten maken omdat hem informatie bereikte dat de Jappen in het bezit waren van de NIVIRA ledenlijst en bij alle amateurs huiszoeking zouden komen verrichten.

Na de oorlog is de echtgenote van Wil, bij velen bekend als JANE, met de kinderen naar Holland gegaan. Wil moest blijven en weer deden overheid en bedrijfsleven een beroep op de technische kennis van Wil om de communicatie te herstellen en daar waar nodig te verbeteren.

Eerst in 1947 zag hij kans om met de Sloterdijk als werkend passagier tegen een gage van 11,— naar Nederland te komen. Dat verblijf heeft slechts 3 weken mogen duren want toen moest hij weer terug. Zijn vrouw ging toen mee en in zijn bagage zaten de onderdelen voor een 2-tal radio-zend-ontvangers, waarmee in Indië over grote afstanden verbindingen werden gemaakt, die van belang waren niet alleen voor het langzaam op gang komend bedrijfsleven, terwijl ook de overheid er regelmatig gebruik van maakte.

In 1953 kwam Wil voorgoed naar Holland. Na in diverse landen gewoond en gewerkt te hebben kreeg hij via een relatie een tip voor een huis in Leusden. Hij kreeg een verantwoordelijke technische functie bij de overheid en vergat het zend-amateurisme. Dat was ook niet meer zo nodig. Hier had hij menselijke kontakten genoeg, in tegenstelling tot zijn indiëtijd, waar hij ruim 300 km moest rijden om eens een paar andere gezichten te kunnen zien.

In 1975, al lang na zijn pensionering las hij in een blad over ex-PK amateurs. Opnieuw heeft Wil toen een licentie aangevraagd en in 1976 kreeg hij de call PEoPWD.

Daar hij zeer geïnteresseerd was in het OSCAR gebeuren werd naast het 2 meter station een 70 cm station ingericht. Gezien zijn leeftijd moesten er te veel handelingen met antennes worden verricht en koos hij daarom voor de A-machtiging, welke hem op 15-2-1977 werd uitgereikt. De call veranderde toen in PA2PWD en onder deze call is hij dagelijks 6 à 7 uur actief op de 2 meter en op de meeste hoogfrequent banden.

Hoewel het hem bijzonder spijt, dat hij zelf niet meer zo goed kan knutselen, zijn er toch altijd wel bereidwillige mede-amateurs in de buurt om hem een helpend handje te bieden.

Nog onlangs was Wil met Jane present op de Amrato in de RAI, waar hij vele Old-Timers heeft ontmoet, waar hij jaren geleden mee heeft gewerkt en toen voor het eerst ontmoette in levende lijve. De PK-reünies vindt hij reuze gezellig omdat er zulke sterke banden aan ten grondslag liggen.

Door zijn hobby ziet Wil het nog helemaal zitten. Samen met zijn vrouw beantwoordt hij de vele post die als gevolg van zijn vele radio-activiteiten uit alle delen van de wereld bij hem binnenkomt.

Gevraagd naar zijn mening over de kwaliteiten van de huidige radio-zendamateurs, is Wil van mening, dat er veel ambitieuze amateurs op de 2 meter te beluisteren zijn, waarvan hij de gedegen technische kennis op een bijzonder hoog peil vindt staan. En dat mag, dachten wij, door een zo ter zake kundig amateur gezegd, als een compliment voor die amateurs worden opgevat.

Na dit voor ons zeer plezierige en zeer onderhoudend gesprek namen wij afscheid van Wil en Jane en met een laatste blik op het imposante antennepark gingen wij op zoek naar onze volgende amateur.

Foto 4: Peter (PA0IY) in zijn shack

Wij kwamen terecht bij Peter van Werkhoven ook te Amersfoort, die al 30 jaar bekend is onder de call PA0IY.

Peter bouwde de Heathkit transceiver SB 102 zelf en werkt er mee op de HF-banden. Thans heeft hij een zelf ontworpen Micro computersysteem waarmee hij in combinatie met zijn zender Telex en Morse ontvangt en zendt. Zijn antenne systeem bestaat uit een W3DZZ, die hij tezamen met zijn buurman Henk de Ronde (PA0JMD) in gebruik heeft.

Bij Peter is het allemaal op school begonnen. Omstreeks 1940 was het onder de toenmalige jeugd de gewoonte om eerst een kristalontvangertje te bouwen, waarmee de eerste ontvangsten werden gepleegd. Het kristal kostte een kwartje en de koptelefoon met een condensator f 2,50. Een variabele condensator met honingraatspoel dienden voor de afstemming, waarbij een lange antennedraad als voelspriet fungeerde. Via de eenlamper, de bekende A 415, werd het buizentijdperk binnengetreden.

Van ’46 t/m ’49 diende Peter bij de Marine Luchtvaartdienst en op grond van zijn interesse gekweekt door zijn hobby kwam hij bij de Verbindingsdienst terecht. Hij volgde een telegrafisten opleiding waar hij heden ten dage nog zijn voordelen mee opdoet.

Na zijn diensttijd deed hij direct examen voor radiozendamateur en behaalde gelijk de A-machtiging. Tevens studeerde Peter voor het bekende NRG-diploma Middelbaar Radio Technicus en behaalde ook dat begeerde papiertje.

Door zijn gedegen ondergrond kwam Peter beroepshalve in de Communicatie techniek en Data verwerking terecht, terwijl hij tevens een specialist werd in Meet- en Regeltechnieken.

Sinds 1946 is Peter lid van VERON en heeft in een zeer moeilijke periode het voorzitterschap van de afdeling Amersfoort bekleed. In die periode vond men het zendamateurisme maar een vreemd en zeer geheimzinnig gedoe, hetgeen uit de opkomst van de leden bleek, namelijk 2 à 3 per verenigingsavond.

De snelle ontwikkeling van de techniek en de toepassing ervan op de 27 Mc is naar de mening van Peter de oorzaak geweest van de popularisering van deze hobby.

Als hij dan even op de filosofische in plaats van op de electronische toer gaat stelt Peter dat de behoefte aan communicatie van de hedendaagse mens bijzonder groot is geworden. Op straat heeft men geen tijd meer om met elkaar te praten, we passeren elkaar met snelheden van 160 km per uur en de enige communicatie signalen zijn dan de claxon of het gebaar naar het voorhoofd als men verkeerstechnisch gezien de ander op een stommiteit wil wijzen.

Daar hij thans een commercieel technische functie bekleedt, wordt zijn behoefte aan communicatie in zijn dagelijks werk voldoende bevredigd. Zijn plezier in de hobby beleeft hij dan ook door het goed en gedegen uitpluizen van technische schakelingen, die als ze goed werken terzijde worden geschoven, waarna hij het volgende experiment ter hand neemt. Ook het uitdenken van schakelingen met reproduceerbare mogelijkheden behoren tot zijn favoriete bezigheden. Als het schakelingetje functioneert is eigenlijk de aardigheid voor hem eraf, maar voor het zover is beleeft hij het geheel op een zeer intense manier.

Zo is het ook met zijn microcomputersysteem gegaan. 5 Jaar aan ontwikkeling, studie en schematiseren zijn eraan vooraf gegaan om tot dit grandioos mooi gebouwde systeem te komen. De microcomputer biologeert hem in sterke mate, omdat je er, vooral software technisch gezien, altijd mee bezig kunt zijn. Je bent er volgens Peter nooit mee klaar, want alles kan nog beter.

Hij praat zo enthousiast en deskundig over deze materie, dat je er onwillekeurig van onder de indruk raakt. Zijn vrouw staat vierkant achter zijn hobby zegt Peter en die indruk maakt ze dan ook. Kijk en hij gaat weer even op de filosofische toer: “de meeste amateurs maken de fout, dat ze dag en nacht met hun zender bezig zijn en dan denken die vrouwen, dat die amateurs met hun zender getrouwd zijn. Het resultaat is dan vaak tegenwerking in plaats van medewerking”. Peter stelt dan ook heel duidelijk, dat je je vrouw zoveel mogelijk bij je hobby moet betrekken en hij stelt het niet alleen doch doet het ook. Samen bezoeken ze dan ook op de hobby betrekking hebbende activiteiten. Een ander groot voordeel stelt Peter met een lach, dat ze er vanzelf dan wel achter komt, “dat er nog meer gekken rondlopen op deze heel duidelijk, dat je je vrouw zoveel mogelijk bij je hobby moet betrekken en hij stelt het niet alleen doch doet het ook. Samen bezoeken ze dan ook op de hobby betrekking hebbende activiteiten. Een ander groot voordeel stelt Peter met een lach, dat ze er vanzelf dan wel achter komt, “dat er nog meer gekken rondlopen op deze wereld en dat hij zelf “dus” beslist niet de enige is.

Wij verlieten de gezellige flat van Peter met de overtuiging, dat wil je de radio hobby intens beleven een van de voorwaarden is, dat de ondergrond stevig moet zijn. Heel wat literatuur dus en studie. En met deze uitspraak besluiten wij dit artikel.

Bron: Electronica Top Internationaal, januari 1980

 


Hoe ging het verder?

Door Eddy PA0RSM

Inmiddels veertig jaar later kijken we nog eens terug op het Electronica Top Internationaal (ETI) artikel. Het blad bestond tussen januari 1976 en december 1982 en is toen voortgezet als Informatronica. Ondanks enkele pogingen hebben we geen naam kunnen vinden van de journalist. En nee, het is niet van onze John Piek (PA0ETE), maar als u nog een hint heeft dan horen we het graag!

We lezen in het (ETI) artikel de activiteiten van vier amateurs uit onze regio:

  • Wil van Dongen (PA2PWD), hij is op 23 juli 1980 op 84-jarige leeftijd overleden.
  • Frans de Feber (PA2RNI), hij is op 24 mei 1999 op 53-jarige leeftijd overleden.
  • Peter van Werkhoven (PA0IY) is in 1968 bestuurslid geweest en in 1969 voorzitter. Uit het interview blijkt dat het een moeilijke periode voor de afdeling Amersfoort was. Immers tussen 1953 en 1967 bestond het afdelingsbestuur veelal uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester Het vinden van bestuursleden had toen kennelijk geen prioriteit. Tijdens de verenigingsavond van januari 1999 sprak Koos (PA3BJV) een memoriam uit voor Peter van Werkhooven (PA0IY).
  • Jan Tuithof (NL4405). In het volgende stukje stel ik hem een aantal vragen.

Bron:

Geschiedenis van de radio-, televisie- en elektronicatijdschriften in Nederland versie 2.5 Herm Willems.

 


Verder kijken met Jan Tuithof – (NL4405 / PD0RDQ) – bestuurslid 1976 – 1981

Van het een komt het ander zou je bijna zeggen

Eerst dat mooie artikel uit 1980 over vier van onze Amersfoortse amateurs. Maar inmiddels zijn we veertig jaar verder en ik heb toch nog een paar vragen. Gelukkig kan ik die nog stellen aan een van onze “stamoudsten”. Met camera en notitieblok ben ik naar zijn huisadres getogen. Het was mij al duidelijk geworden dat z’n vrouw Wil ook een bekende in de Amersfoortse amateurwereld is. Dus is mijn introductiefoto er een van hen beiden.

Daar waar het artikel in van Electronica Top  Internationaal (ETI) van januari 1980 eindigde met de wens dat Jan z’n zendexamen spoedig zou halen pak ik de draad op.

Door omstandigheden werd het examen in 1992 bij hem thuis afgenomen. Hij werd de trotse eigenaar van de toenmalige D-machtiging met de roepletters PD0RDQ. Ik kende Jan voornamelijk van het RTTY-bulletin wat hij vele jaren samen met zijn buurtgenoot Henk Teubler (PA1HT) wekelijks uitzond. Het was tevens mijn eerste kennismaking met het decoderen op een computer. Ik denk dat het voor veel lezers gold. Nu we het toch over Henk Teubler hebben kan niet onvermeld blijven dat zij mede daardoor in 2001 uitgeroepen werden tot Amersfoortse “Amateur van het Jaar”.

Terloops vertelde Jan dat ze achter op het ruime erf, vanuit een schuur die telex uitzendingen deden. Nu we het toch over dat ruime erf hebben; had je daar vroeger een bedrijfje?

“Ja en nee; na mijn VUT bij defensie, had ik samen met mijn zoon een bedrijfje in metaalbewerking, maar dat was even verderop aan de Everard Meysterweg.”

Ik vraag het je daarom, vanwege enkele foto’s met een aantal afdelingsleden waarop te zien is dat een grote HF LogPer antenne wordt gereviseerd.

In 1987 kwam ik (als “zij-instroomer” vanuit de afdeling Den Helder en Friesland) voor het eerst in contact met de afdeling Amersfoort inmiddels het vermaarde convoblad ’t Geruis. Waarop Jan inhaakte: “dat werd hier vanuit huis gedrukt!  In een oud verslag lees ik dat het Geruis tot half 1990 bij Arthur Dekkers (PA0BRN) werd gedrukt en daarna op een door de afdeling aangeschafte “brander en stencil machine” en weer veel later  gekopieerd. Maar het andere handwerk; zoals opmaak, uittypen, vouwen, nieten en versturen werd door afdelingsleden gedaan.

Ik kan mij nog herinneren dat vanaf 2000 werd besloten om het Geruis nog maar ééns per jaar en dan voorafgaande aan de huishoudelijke vergadering als convocatie te verzenden. Ten einde nog later, uit verzendkosten overweging , kon men alleen nog maar een digitale versie met de vergaderstukken zelf downloaden. Voor de liefhebbers een tip: op onze A03 website zijn alle oude nummers van ‘t Geruis vanaf het alleréérste nummer (januari 1977) nog te bekijken.

Maar nu we het toch over de afdelingsavonden hebben; pas bij een thema avond in 2002 ‘de amateur en zijn hobby’ in het “Burgemeester van Randwijckhuis” kreeg ik ook een gezicht bij de call PD0RDQ. Als ‘die OM met een zelfgemaakt werkend schaalmodel van een stoommachine’ staat hij m’n geheugen gegrift (Hi). Overigens zag ik dat dit apparaat nog steeds in zijn shack staan!

We hebben in het ETI stukje kunnen lezen waar de fascinatie voor het zenden vandaan kwam. Maar Jan was ook luisteramateur NL4405, waar is dat luisteren vandaan gekomen?

Dat was tijdens de bezetting; wij woonde boven de Kapperssalon Tuithof op de Daltonstraat 39, hoek Franklinstraat. Ik sliep boven op zolder en had een kristalontvangertje met een lange “V-antenne” gemaakt. Op een zeker moment hoorde ik een sterke zender en wilde dat graag aan mijn ouders vertellen. Maar opeens stond ik beneden oog in oog met een aantal vreemde mensen die ook naar diezelfde zender luisterde (!?).

Ik zie het nog voor me: achter de spiegel met waskom was een geopend luik. Wat bleek; onder de Kapperssalon was een schuilplaats, die gaf tijdelijk onderdak aan onderduikers van de Binnenlandse Strijdkrachten en ik had ze ontdekt…

Omdat iedereen bang was dat ik in mijn enthousiasme mijn mond voorbij zou praten kreeg ik huisarrest!”

Wat een verhaal zeg; vandaag de dag zou de kapperssalon een “safe house” heten, maar hoe oud was je toen?

“Ik ben van 1933, dus reken maar uit; tijdens de bezetting zat ik op de lagere school. Als ‘nakomertje’ had ik een 23 jaar oudere zus en 18 jaar oudere broer. Beiden zijn inmiddels overleden.”

Ben je ook in Amersfoort geboren en getogen? Het antwoord volgde bijna in koor: “jawel, we zijn beiden echte keientrekkers”. En zij vulde aan: “m’n meisjesnaam is Wil Bakker uit de Van Woustraat, we zijn hier ook getrouwd en kregen twee zonen”.

Jan vertelt:

“Ik ging naar de Ambachtschool op de Leusderweg en heb bij veel bedrijven gewerkt. Zoals bij de firma Appel op de Kamp, Bronswerk, ESTA Soesterberg (daar haalde in m’n B-metaal diploma), Philips te Hilversum en Eindhoven. Maar de langste tijd -37 jaar- werkte ik hier op de Bernhard Kazerne als gereedschapsmaker (defensie – burgerpersoneel). Op de kazerne leerde ik ook Koos Sportel (PA3BJV) als collega kennen”.

Zoals ook in het ETI stukje was te lezen is door onze afdeling van die kennis en kunde dankbaar gebruik gemaakt. Tussen 1976 en 1981 was Jan ook afdelingsbestuurslid. Hij had naast de QSL- en servicebureau activiteiten en verkopingen ook de evenementen in z’n portefeuille. Wat vond je het aller leukste evenement?

“Dat was toch wel de ‘Jambourette’ -samen met m’n radiovriend Pim Seckel (PA0SEC)- op het landgoed de Paltz. We mochten daar veel spullen van “de baas” voor gebruiken. Het grapje in die tijd was: als ‘s avonds het Wilhelmus klonk, ging alles in de houding staan.”

In zo’n oud Geruis lees ik een uitgebreide aankondiging van de JOTA 1978. Het is alleen al leuk om die oude namen even terug te lezen.

JOTA 1978

In het weekend van 20, 21 en 22 oktober a.s. wordt weer de jaarlijkse Jamboree On The Air gehouden. Bij deze door de internationale Scoutingorganisatie georganiseerde gebeurtenis is het de bedoeling dat de diverse scouts met elkaar per radio in contact treden.Door een uitspraak van de Minister van Verkeer en Waterstaat is het de scouts in Nederland toegestaan via een amateurzender te spreken, mits de verbinding tot stand wordt gebracht en beëindigd door een gelicenseerd amateur.
Bij afsluiting van dit nummer was alleen wat bekend van de plannen van de Soekwa-groep.
Activiteiten van andere groepen kunt U waarschijnlijk in het volgende nummer aantreffen. De Soekwa zit dit jaar in een ruimte van jeugdhuis “De Schakel”, Soesterweg 253 in Amersfoort. De bedoeling is dat weer op HF en VHF wordt gewerkt onder de call PA0SEC/J, als officieel JOTA station. Tevens zal er een station worden gevestigd onder de call PA2RNI/A voor uitzendingen van RTTY en Slow scan TV (van dit station mogen de scouts helaas niet zelf gebruik maken). Als station manager treedt op OM JAN TUITHOF (NL 4405), terwijl de verantwoordelijke man Pim Seckel (PA0SEC) is. Verder hebben onderstaande amateurs hun medewerking toegezegd: Herman Scheper (PA0BAB), Frans de Feber (PA2RNI), Arnold Klein (PA0AAK), Jan Over (PE0JHO), Sjaak Kamerbeek (PE1AQZ), Jan Spierenburg (PD0AUQ), Jan Koekkoek (PA0JCK), Peter van Werkhooven (PA0IY), Arnold Berkhout (PD0DJI), Anske de Jong (NL 711) en OM Wimmers (NL 7003), tevens beheerder van de zaal. Verdere aanmeldingen zijn uiteraard welkom. De bedoeling is dat er vanaf vrijdagavond 24.00 uur tot zondagmiddag ongeveer 17.00 uur gedraaid wordt, in principe dag en nacht.
Voor de inwendige mens zal goed worden gezorgd! Verdere informatie hoort U op onze bijeenkomst van 16 september.

 

Nog even terugkijkend; wat is je leukste radioverbinding geweest? “Dat was mijn eerste QSO!” (waar heb ik dat eerder gehoord?) En weet je nog met wie? “Jawel, met Koos (PA3BJV) en daarna met een amateur bij de Bodensee, die ik later heb getroffen toen we in Friedrichhafen waren”.

Zo te zien aan je shack ben je nog lang niet aan het afbouwen, of toch wel?

“Nou een beetje; mijn activiteiten voor de landelijke VERON evenementen commissie (onderhoud en beheer van het VERON stand materiaal en het transportwagentje) zijn vorig jaar ‘symbolisch’ beëindigd met het overhandigen van de sleuteltjes aan Remy Denker (PA0AGF).”

Colofon:

Tekstbewerking: Eddy Krijger(PA0RSM)
Foto’s: Eddy Krijger (PA0RSM), Remy Denker (PA0AGF) en A03 archief
Webredactie en opmaak: Frank van Hamersveld (PA3DTX)

Geraadpleegde bronnen:

https://a03-static.veron.nl/afdeling/amersfoort/archief2.htm


Ten tijde van dit aanvullend artikel (augustus 2020) waren de volgende genoemde amateurs bekend bij ons als Silent Key: Henk Teubler (PA1HT), Pim Seckel (PA0SEC), Frans de Feber (PA2RNI), Jan Over (PEoJHO) en Peter van Werkhooven (PA0IY).