Terugkijken met Herman Scheper (PAoBAB)

Eddy Krijger (PAoRSM)

Herman (PAoBAB) afdelingsvoorzitter 1976-1979

In het kader van 75 jaar VERON afdeling Amersfoort, blikken wij dit jaar regelmatig terug. Via Lex van der Lugt (PA1LEX) kreeg ik een e-mail onder ogen die ik graag nog wat aangevuld wilde hebben om er een stukje met een kop en staart van te kunnen maken.

Als zendamateur laat je sporen achter; zo haalde ik uit de PAo-database van Remy Denker (PAoAGF) een paar weetjes: Herman behaalde in 1974 zijn C-machtiging en twee jaar later zijn A-machtiging. Bijna vijfenveertig jaar geleden is hij zes jaren onze afdelingsvoorzitter geweest, dat was van het voorjaar 1976 tot voorjaar 1980.

Maar nu laat ik hem echt zelf aan het woord:

“Ik ben in 1942 in Naarden geboren. Na mij werden nog 2 jongens en een meisje geboren, maar ik ben de enige met de radiohobby. Begin van de jaren 50 kreeg ik een kristalontvanger (een echte!) en lag ik ‘s avonds samen met mijn broer (we lagen in een tweepersoons bed) stiekem naar “Paul Vlaanderen” en “Sprong in het heelal” te luisteren. De antenne hing uit de dakgoot van ons huis.

Begin jaren vijftig kwam er heel veel oorlogssurplus op de markt. In Haarlem (waar ik opgegroeid ben) had je onder andere Loe Lap, een dumpshop. Daar stond ik likkebaardend voor de ruiten naar alle mooie spullen te kijken. Ik was inmiddels vaste klant bij Radio Marco geworden voor de radiohobby. Mijn krantenwijk bracht acht gulden in de week op; samen met mijn karige zakgeld kon ik zo de electronica knutselhobby net mee betalen. Radio Bulletin en Dr. Blan waren toen onder andere de literatuur. Dit is de hoofdreden dat ik nooit ben gaan roken. Je kunt je geld maar eenmaal uitgeven. Dat dit heel veel later er voor zou zorgen dat ik nu nog leef is een heel ander verhaal.

Uiteindelijk een 19 set aangeschaft voor 75 gulden; geheel compleet met reserve- en andere onderdelen. Ben lid van de VERON geworden en in een oude Electron van toen vond ik een artikel dat je leerde hoe je de B-set uit de 19 set kon ombouwen voor 2 meter. Met mijn toenmalige kennis was dat al te doen. Een 2 meter antenne gemaakt, set omgebouwd, en gaan luisteren. Inderdaad ontving ik die dag een OM met een sterk signaal die in de buurt bleek te wonen… Heb toen brutaal hem opgeroepen met mijn valse call. Tot mijn verbijstering reageerde hij met de melding dat ik een piraat was en moest opdonderen! Heb dagen de set niet meer aangeraakt. Had mezelf inmiddels CW aangeleerd en luisterde op een korte golf band toen ik een Pool in CW CQ hoorde geven. Ik had inmiddels een langdraad antenne en heb hem geantwoord -met weer fake call- en inderdaad reageerde hij toen. Mijn CW kennis was te gering om verder te kunnen, maar ook dit smaakte naar meer, maar dat kwam pas later in mijn leven. Waar de 19 set gebleven is weet ik niet meer…”

De hobby bepaalde mede de rest van Hermans leven, zo schrijft hij dat hij de HTS Electro / Electronica is gaan doen en zoals gebruikelijk in die tijd moest hij in militaire dienst. We hebben het dan over de zestiger jaren.

“Ik had het geluk dat ik verbindingsofficier werd bij de Koninklijke Luchtmacht. Na 24 maanden, dat was toen de duur van je dienstplicht als je als dienstplichtig officier in dienst moest, kreeg ik de vraag of ik de klus waar ik toen mee bezig was wilde afmaken. De aanbieding om “na te dienen” die ze me deden was zo aantrekkelijk dat ik hierop ja gezegd heb (ik was inmiddels getrouwd en reed elke dag met mijn lelijke eend van mijn woonadres naar Hilversum waar ik mijn werk deed voor de Luchtmacht).

Na deze periode werd ik docent Electronica aan de Chr. MTS Scutos te Utrecht. Dit heb ik jaren met veel plezier gedaan… ergens in die periode pas echt CW geleerd en toen mijn A-machtiging gehaald.

Na een 10-tal jaren begon het te kriebelen en ben ik een importbedrijf begonnen voor speciale electronische onderdelen die in Europa moeilijk verkrijgbaar waren. Ik ben na een gedegen vooronderzoek in het vliegtuig naar Taiwan gestapt. Daar kwam in die tijd immers alles vandaan. Gelukkig had ik mezelf al geleerd om ‘met stokjes’ te eten. Uit die reis is Hermac B.V. voortgekomen. Omdat ik ook de zendamateurhobby weer had opgepakt lag het voor de hand dat ik ook met een ‘zendamateur oog’ aan het inkopen ging. Jaren daarna werden het computeronderdelen.

Hermac was, in die jaren, een bekend adres voor eindtransistoren, chip-condensatoren en nog veel meer. Daarna verlieten containers vol computerspullen Taiwan om vanuit Scherpenzeel naar de rest van de Benelux verstuurd te worden. Het waren roerige, maar zeer boeiende jaren. Hermac en nog een bedrijf, dat uit deze activiteiten voortkwam, bestaan en floreren nog steeds hier in Scherpenzeel. Alleen hun klanten zijn de overheid en grote- en kleine bedrijven door heel Nederland. Dus niets meer voor de amateurs en knutselaars onder ons.”

Met dit inkijkje op het snijvlak van werk en hobby schrijft hij over de leukste herinnering aan die tijd:

“Heel veel leuke dingen. In mijn Hermac periode heb ik contact gekregen met een Nederlandse zendamateur in Nairobi, die ook uit Scherpenzeel bleek te komen en kennis gemaakt met de familie toen ze met verlof waren. We zijn goede vrienden gebleven tot op heden; zelfs de Kerst samen in Nairobi gevierd.”

Herman woont nog steeds in Scherpenzeel en er zijn in die jaren twee zoons en twee dochters geboren, maar het zendamateurisme heeft ze niet kunnen boeien. (Daarbij is hij niet de enige in. Hi.)

De herkomst van de radiosuffix BAB blijkt voortgekomen van de naam van z’n vrouw Barbara. Op mijn vraag over de shack en antennes schrijft hij:

Herman in zijn shack annex atelier

“Ik heb zelf de draad weer opgepakt als PAoBAB. Vroeger had ik een Kenwood transceiver en een 3-elements multiband yagi. Dat was heel leuk, maar die heb ik 20 jaar geleden verkocht samen met rotor en mast. Nu heb ik een 8 Watt multiband SSB-transceivertje gebouwd en samen met een endfed HF-antenne en een aantal dipolen is het nu echt amateurisme, maar nu is een QSO ver achter de Oeral eigenlijk veel bevredigender. Zelfs in deze conditie arme tijden. Mijn shack is gecombineerd met mijn atelier (ik ben ook nog goudsmid), ik heb gelukkig een groot huis.

Ik heb ook nog twee UBITX HF transceivers als kit aangeschaft en verder nog een 20 Watt XIEGO-G90 HF transceiver die ik als meet-en testzender heb gebruikt bij het bouwen van de UBitX en pas geleden heb ik een Digimaster MiniproSC besteld om met mijn G90 te gaan leren hoe de digitale modes werken; een geheel nieuw terrein voor mij.”

Herman blijkt dus zelfbouwer en daarna een QSO-maker. Over zijn mooiste verbinding schrijft hij:

“Dat was Sint Helena; op een zondag kort voor etenstijd – een pile up – de lijst daar stond ik al op en toen werd er voor eten geroepen…Toen ik de verbinding eindelijk had gemaakt en ik me bij de familie kon voegen was het eten vrijwel op en had ik verder ‘sneeuw’ in mijn beeld…, maar dat hoort erbij.”

In het verenigingswerk raakte hij betrokken door een ander amateur OM Pim Seckel (PAoSEC) die had hem namelijk daarvoor gevraagd. Over zijn afdelingservaringen laat ik hem tot slot zelf graag aan het woord:

“In de jaren zeventig, toen ik lid en voorzitter was van de afdeling Amersfoort, herinner ik mij dat het een gezellige homogene afdeling was. We vergaderden toen aan de Dorresteinseweg in de Eemgaarde, later werd dat het Burgemeester van Randwijckhuis daar in de buurt.

Als bestuur: Hans Moorhof (NL4191), Gijs v.d. Goot (PAoGYS), Jan Over (PA2JHO), Pim Seckel (PAoSEC), Jan Tuithof (NL4405), Fred Vorstermans (NL368), Jules Kannemans (PEoJKA) en John Piek (PAoETE), vormde we in wisselende samenstelling ook een soort vriendenkring.

Jan Tuithof (NL 4405) een heel actieve – wat oudere – luisteramateur. Ik herinner me nog goed de gezellige bestuursvergaderingen aan de Woestijgerweg bij Jan en zijn gastvrije familie thuis. Jan maakte met zijn handen wat zijn ogen zagen en stond voor iedereen zo nodig klaar. Rob (PAoKEL) was in die jaren ook al druk met vossenjachten en veel meer evenzo als John Piek (PAoETE).

Veel zijn helaas al overleden, zoals Pim Seckel (PAoSEC) een hoge luchtmacht officier (hij was de man met heel veel plannen), Jan Over (PEoJHO) en Jules Kannemans (PEoJKA) (was een begenadigd digitale knutselaar en publiceerde zelfs in Radio Bulletin).

Het jaarlijkse evenement was de JOTA. Wij hadden als Soekwa groep aan de Laan 1914 het bos naast DHV (Dwars, Hederik en Verheij) geadopteerd. Het JOTA-weekend was een jaarlijks terugkerend evenement waar een aantal OM’s hun diensten aan verleenden. Heel gezellig, maar geen schokkende avonturen of romances…. Ook hielpen een paar OM’s bij de JOTA elk jaar in Scherpenzeel, zoals OM Arnold Klein (PAoAAK).
Ik zie dat ook de VERON nu veel minder leden heeft dan jaren geleden, helaas gaat dat zo in het leven.

Hartelijke groet, Herman Scheper (PAoBAB).”

Colofon:

Tekstbewerking: Eddy Krijger(PAoRSM)
Foto en tekst: Herman Scheper (PAoBAB)
VERON A03 archief en web opmaak: Frank van Hamersveld (PA3DTX)
QSL collectie: Gerard Nieboer (PA1AT)
PAo-database: Remy Denker (PAoAGF)