De stem van Gerrit ter Harmsel golft over de hele wereld – 4 juni 1971

“Hello JY 1, hello PAoTV, hello PAoTV, here JY 1. My name is Hoessein…”

Verwoed radio-amateur aan het woord over zijn machtig boeiende hobby

De heer Gerrit ter Harmsel in zijn element achter de zend- en ontvang-apparatuur waarmee hij soms dagen achtereen contacten legt met amateurs verspreid over de hele wereld.

BARNEVELD – Potjes en doosjes met schroefjes, een stapeltje vergeelde enveloppen, een om verlossing schreeuwende prullenmand, een rijkelijk met peukjes gevulde asbak maar ook een potje met stukjes beenderen van een eeuwenoude streekgenoot, die nooit heeft kunnen vermoeden dat een konijn zijn grafheuvel in Kootwijk nog eens voor een deel bloot zou leggen.

Dit alles is te vinden in de hobbyruimte van een ondernemende en karakteristieke Barnevelder. We trekken de sluier van de anonimiteit al iets verder op als we er bij vertellen, dat de genoemde aankleding van de ruimte in het niet valt bij indrukwekkende radio-apparatuur. Grote kasten en een meer compact modern apparaat vullen een van de wanden, terwijl de andere wand aan het oog wordt onttrokken door niet minder dan dertig certificaten en getuigschriften. De persoon, die in deze reportage centraal staat is namelijk een radio-amateur in hart en nieren. We bedoelen de heer G. ter Harmsel aan de Van Hogendorplaan. De leraar aan de mavoschool in Barneveld is voor zijn radio- vrienden Gerrit van PAoTV. In deze Europacup week: PA0heeft niets te maken met enz.

Enkele van de ruim dertig certificaten en getuigschriften hangen aan de wand van de hobby-ruimte.

Het gebruik van de voornaam en het tutoyeren is maar een van de bijzonderheden die een buitenstaander opvalt in de wereld van de radio-amateur. Deze liefde voor de boeiende en bijzonder levendige hobby is terug te leiden tot een drang naar avontuur, maar ook een drang naar het contact zoeken met anderen.

Dat „anderen” slaat dan op mensen over de hele wereld. Van Japan tot Alaska en van Zweden tot Australië. Met de zend- en ontvangapparatuur vallen grenzen van landen en continenten weg. Op een gegeven moment kun je met iemand contact krijgen, die net uit het zwembad komt in Californië, terwijl je in Nederland sneeuwvlokken ziet neerdwarrelen.

In het Engels, Duits en Frans wordt de conversatie gevoerd op de streng afgebakende golflengtes. De heer Ter Harmsel: „Ja wat dat betreft heeft mijn hobby ook nog practische waarde. Je talenkennis wordt verrijkt en de spreekvaardigheid belangrijk vergroot. Voor de school is dat van belang. Maar het blijft vooral mijn hobby. De andere hobby’s het tuinieren, het postzegelssparen en het op bescheiden schaal verzamelen van oude munten staan daarbij in de schaduw.”

Het heeft lang geduurd voordat we toestemming kregen het een en ander over de interessante hobby te schrijven. Enkele dagen geleden viel de tegenstand na meerdere verzoeken weg en werden we ontvangen in de hobbyruimte van de heer Ter Harmsel. De drie masten in zijn tuin vallen pas op nadat we de toestellen in de hobby-kamer van onder tot boven hebben bekeken. Vooral de zelfingebouwde apparatuur zit knap in elkaar. Dat is wel toevertrouwd aan de vakkundige prutser (in de goede betekenis van het woord). Dat prutsen heeft hem eigenlijk tot zijn met veel liefde beoefende hobby gebracht.

Met drie knapen liepen ze jaren geleden in Amersfoort langs een radiozaak. Zij zagen een soort asbak met een knop en enkele contactbusjes. Het moest een radio voorstellen, een kristalontvanger eigenlijk. Ze legden hutje bij mutje en kochten het geval. Dat was eigenlijk het moment waarop het hart van Gerrit definitief werd verpand aan de radio.

MIRAKEL

„Eerst was het natuurlijk proberen en de dag dat er echt iets uit mijn toestel kwam was een mirakel. Mijn vader kon zijn oren niet geloven toen hij klanken van Bach uit „het ding” van zijn zoon hoorde komen, zo vertelt hij.

Van het een kwam het ander en nu is de heer Ter Harmsel all round amateur. Er is hem weinig meer te leren op dat internationale werkterrein. De overduidelijke serie getuigschriften onderstrepen dat duidelijk. Hij was trouwens ook een van de eerste amateurs, die enkele diploma’s wist te behalen. „O, wacht even. Hier heb ik een Zweed. Vanmorgen is er weinig te beleven maar deze komt goed door. Hello hier pie-ee-zero-tie-vie, come- in. (Rust en nog eens de oproep PAoTV).” De Zweedse amateur reageert en het uitwisselen van de vaste gegevens over naam, stationsaanduiding, woonplaats en een klein algemeen praatje vormen het gesprek.

MEER DAN 10.000

„Zo, dat is al weer één. Het is het 10.476 gesprek dat ik voer. Het contact met mensen is dus geen loze kreet. Soms is het bijzonder interessant om gesprekken te voeren.

LERAAR

Een Duitse leraar van een blindeninstituut ving me op en vroeg me de volgende dag weer aan het toestel te zijn. Dat deed ik en er werden toen door zijn leerlingen alle mogelijke vragen op me afgevuurd over ons land. Dat is maar een voorval. Zo zijn er tientallen.

MIES TEN HAM

Ik herinner me bijvoorbeeld ook nog heel goed een gesprek met een willekeurige Amerikaan. We waren goed en wel in gesprek over Barneveld. In gebroken Hollands kwam door ik ben Mies ten Ham. Ik ben geboren in De Straaljager. De volgende dag heb ik toen de familie Ten Ham naar mijn hobby-kamer gehaald en opnieuw contact met de oud-Barneveldse gezocht.

Volgens de strenge voorschriften bij het niet naleven hiervan kan de vergunning worden ingetrokken – mag er geen gesprek worden gevoerd, dat ook per brief of per telefoon gevoerd kan worden. Ook zijn de amateurs verplicht niets los te laten over mogelijke gesprekken, die zij opvangen van bijvoorbeeld Radio-Scheveningen. „We mogen niet eens vertellen dat we iets gehoord hebben.”

De strenge regels zijn nodig om het zakelijke radioverkeer niet te storen. Dat kan namelijk nare gevolgen hebben. Er is in ons land eens een vliegtuig geweest, dat in moeilijkheden kwam omdat er geen contact met de verkeerstoren mogelijk was. Een zendamateur maakte dat contact onmogelijk. Dat is ook een van de redenen, waarom de heer Ter Harmsel het illegaal zenden sterk afkeurd.

„Iemand die dit zenden werkelijk als hobby wil beoefenen heeft daarvoor zeker twee jaar studie voor over. Dat hoort erbij en kan voor niemand een reden zijn om illegaal te blijven werken.”

We laten hier verder de heer Ter Harmsel aan het woord. Eerst geeft hij wat algemene informatie over de radio-amateur om daarna enkele kostelijke ervaringen te vertellen.

EXAMEN

Het examen voor zendamateur omvat 3 gedeelten:
1. Seinen en opnemen met een minimumsnelheid van 60 letters per minuut.
2. Techniek: algemene theorie, ontvangers, zenders, versterkers, antennes e.d..
3. Wetskennis: welke talen je mag spreken, op welke frequenties je mag zenden, wat je mag uitzenden enz.

Gerrit ter Harmsel gaat de lucht in als PA0TV. Een fijn plaatje uit het verleden toen de apparatuur nog erg bombast was.

ROEPNAAM

Slaag je, dan krijg je een call een roepnaam, bestaande uit letter: en het cijfer 0. Mijn call is PAoTV, calls van alle Nederlandse amateur: beginnen met PA. Internationaal is overeengekomen welk land welke letters krijgt. Net als bij auto’s en vliegtuigen. Na PA komt het cijfer 0. Dan komen 2 of 3 andere letters, welke voor elke amateur anders zijn. Horen we dus uit de ontvanger: „Hier is PAoQC”, dan weten we, dat het een Hollander is. In het Internationale Callboek kunnen we dan zien, dat QC, een oud-Barnevelder Ir. C. van Dijk is en dat hij in Den Haag woont.

Je bent verplicht om 3 maanden na het examen je zender klaar te hebben, schrikt U niet van dat woord „zender”. De Radio Controle Dienst keurt zelfs de kleinste zendertjes goed, mits de zaak solide in elkaar zit. Verder dient men in het bezit te zijn van een goede ontvanger en een golfmeter.

Als je het hele examen gedaan hebt mag je op alle amateurbanden werken. Dan heb je vergunning A of B. Met A mag je met 150 Watt zenden en met B wordt dat max. 50 Watt. Voor de A licentie betaal je ƒ 20,- per jaar, voor B en C is dat f 15.

We mogen zenden op 10 meter, op 40, 20, 15, 10, 2 en op nog wat centimeter golven. Op 80 betekent: tussen 3500 en 3800 kHz, niet hoger en niet lager. We mogen sleutelen (morseseinen) of gewoon telefoneren. Desnoods mag je dag en nacht draaien, op welk uur je maar wilt.

PIONIEREN

Je hebt de vergunning alleen om te experimenteren. Vroeger is er zeer veel werk gedaan door amateurs, werkelijk pionier arbeid. Tot 1912 waren alle golflengtes beneden 200 meter vrij voor de amateurs. Nu nog maar kleine stukjes, de rest is in beslag genomen door het commerciële verkeer, schepen, vliegtuigen, mobilofoon, militairen en omroep. Eigenlijk wil men ons nu liever weg hebben en wordt er telkens weer een klein stukje van de toch al smalle bandjes afgeknabbeld. Toch zijn we nog niet helemaal overbodig.

RAMPEN

In tijden van rampen bijv. de Watersnood van 1953, kunnen radioamateurs pracht werk doen, als andere verbindingen weggevallen zijn. In oorlogstijd is het natuurlijk een gevaarlijke bezigheid. 1940-45 heeft 20 amateurs het leven gekost.

“TAALTJE”

De inhoud van een verbinding (of QSO) is meestal; Rapport geven over sterkte en leesbaarheid, je voornaam, je woonplaats (QTH) en verder uitwisselen van gegevens over zenders, ontvangers, antennes enz. De taal is heel apart, men bedient zich van allerlei termen, die uit de telegrafiecode stammen. YL = Young lady = je verloofde, XYL= ex-young lady= je vrouw, WX = het weer, RX = receiver,= ontvanger, TX = transmitter zender, QRM = storing, 73 = groeten, enz.

Eén van de vele kaarten uit het keurig bijgehouden archief van PA0TV. Hij is van de invalide zendamateur uit Amerika.

KAART

Als je voor het eerst met iemand een verbinding maakt stuur je hem je visitekaartje, de z.g. QSL-kaart, waarop start: call, datum, uur, zijn rapport enz. Omgekeerd krijg je dus van alle lui die je treft, ook een kaart. Ieder is vrij in ontwerp en uitvoering. De sport is dus zoveel mogelijk verschillende landen te pakken te krijgen. Je kunt daar certificaten en diploma’s voor krijgen. Voor het WAC (worked all continents) moet je dus d.m.v. OSL-kaarten kunnen bewijzen, dat je contact hebt gehad met 6 werelddelen.

ALLERLEI

Mensen uit allerlei beroepen zijn er te vinden bij de amateurs: een bollenman uit Lisse, een boer uit de NO-polder, Philipslui uit Eindhoven, chauffeurs, dominees, pastoors, dokters. In het buitenland is het al even gevarieerd: gezanten, Amerikaanse senatoren (Goldwater, die bijna president was geworden bijv.), een emira uit Libanon, professoren, gepensioneerde generaals, maar ook de eenzame man op een driemansweerstation vlak bij de Noordpool, of op Spitsbergen (op deze kaart staat heel laconiek: Bevolking: 8 man, 5 honden en verscheidene ijsberen), farmers in Texas, Transvaalse boeren (baie dankie vir die QSO, hoop ek sien jou weer!).

IN ONZE STREEK

In Barneveld ben ik sinds kort niet meer enige amateur; De Heer H. J. Vermeulen woont sinds kort op Oldenbarneveld. Hij is eveneens amateur. Verder is het wellicht aardig om te weten dat onze stadsbeiaardier (iedere donderdag in Barneveld te horen) Cees Roelofs, ook hartstochtelijk radio- amateur is. In Voorthuizen zitten er 2: de voorzitter van onze amateurvereniging de VERON, de heer Claesson, en op Kieftveen zit PAoYV. In Garderen PAoQE, in Lunteren PAoUI en in Hamersveld PAoMOD.

OUD-STREEKGENOTEN

Hollandse zendamateurs zitten over de hele wereld verspreid: emigranten in Australia, Nieuw Zeeland, Canada; In Brazilië zit Jan Roos, een koffieplanter; In Tanger zit Sjoerd Quast bij de Amerikaanse radio; Sjoerd zat in de oorlog ondergedoken in Kootwijkerbroek en werd daar de horlogemaker genoemd.

KAASKOPPENNET

Elke zaterdagmiddag hebben we op 15 meter het z.g. Kaaskoppennet. Dat is natuurlijk een puur Nederlandse aangelegenheid. Hollanders praten met militairen in Suriname, op Curaçao, met zendelingen en missionarissen in Zuid Amerika, Indonesië, Nepal en Afrika, met emigranten in alle werelddelen.

WEERSCHEPEN

Vroeger kon je ook gezellig een praatje maken met de jongens aan boord van de weerschepen „Cirrus” en „Cumulus”, die ergens tussen Engeland en Canada op de Atlantische Oceaan stillagen, 3 maanden lang.

DANKZIJ…

In december 1967 was er een aardbeving op Sicilië. Enkele dagen daarna hoorde ITIRAI, iemand uit Palermo, met een oproep speciaal voor Nederland. Ik antwoordde hem en direct daarop kwam er bij hem een jongedame voor de microfoon, die Nederlands prak: “Meneer, ik heet Karin van Zanten, ik doe al een paar dagen mijn best om mijn ouders in Nederland op te bellen, maar alle telefoonverbindingen zijn verbroken. Zou u hen willen bellen en zeggen, dat met mij alles in orde is?” Ze gaf me het nummer. Ik liet de zender aanstaan, draaide het telefoonnummer en kon een zeer ongeruste moeder het goede nieuws vertellen en vervolgens via de radio de groeten van Karin doen.

NOG JUIST OP TIJD

In 1957 hoorde ik ZC6UNJ op 10 meter Paul Altorf, een Hollander en werkzaam bij de Verenigde Naties in Jeruzalem. Hij vertelde me, dat zijn moeder zeer ernstig ziek was en ook dat er telefonisch geen verbinding mogelijk was. Hij gaf me het nummer in Den Haag, ik telefoneerde en moest helaas meedelen, dat zijn moeder niet lang meer te leven had. “Dan nemen we het eerste vliegtuig naar Holland”, zei Paul. Later hoorde ik, dat ze nog juist op tijd waren gekomen om afscheid te nemen.

CONGO

Toen in de Belgische Congo de bloedige moordpartijen aan de gang waren, hoorde ik tot mijn grote verwondering 9Q5HF, Ed Schuit, zendeling van de Africa Inland Mission. Ik had al vele keren met hem gesproken toen het daar nog rustig was. Ik vroeg hem waarom hij daar nog zat. Hij antwoordde: „Ik heb deze baan gekozen en ik voel, dat ik mijn mensen hier niet in de steek mag laten. Hoe het zal gaan weet ik niet. Ze kunnen over 5 minuten komen, of over een uur, of volgende week, of misschien nooit. Maar voorlopig blijf ik hier.”

Hij zei ook, dat ik het enige station was, dat er goed verstaanbaar doorkwam. Dagenlang heb ik elke dag met hem gesproken. Post kreeg hij niet en hij kon ook niets verzenden. De radio was zijn enige communicatiemiddel. Als hij nieuws had voor zijn vrouw, belde ik dat door naar Hengelo, waar familie van hem woonde en deze mensen telefoneerden dan naar zijn vrouw in Amerika. Op zekere dag hoorde ik hem niet meer en veel later vernam ik, dat hij op het nippertje heeft kunnen vluchten.

MEDICIJN

Een dokter uit Joego-Slavië riep op een avond Holland op. Hij moest direkt een bepaald medicijn hebben, wat alleen maar door Organon in Oss gemaakt werd. Vijf minuten later had ik Organon aan de lijn, per auto ging snel het medicament naar Schiphol en met het eerste toestel naar Belgrado ging het mee.

GETUIGE

In november 1967 sprak ik op 15 meter met CTIRT in Azemeis, Portugal. Een paar weken later, op 28 dec. stopt er een auto bij me. Iemand in jacket belt aan, ik doe open en hij begint in het Engels: ,,Are you PAoTV’?” Ik had amper ja gezegd of hij duwde me een fles port in de handen. Het was de Portugees. Hij had weinig tijd, maar hij kwam toch even binnen. „Hoe kom jij hier?” vroeg ik hem. Een goede vriend van hem, ook Portugees, ging trouwen met een Barneveldse, een dochter van de fam. Van Schothorst en hij moest getuige zijn.

Justino vertelde, dat alle leden van zijn gezin zendamateurs waren-, zijn vrouw, 2 zoons en een dochter. Ook dat de ene zoon juist vandaag jarig was en als ik hem toevallig tegenkwam vandaag, of ik hem dan van Senior feliciteren wilde. Dat laatste zei hij wat ironisch. Hij had n.l. juist tevoren mijn antenne gezien. ‘k Was net verhuisd en had nog geen gelegenheid gehad een hoge antenne op te zetten. Ik had op het moment niet anders dan een draadje naar een bonestaak achter in de tuin. Enfin, Justino ging naar het feest.

’s Middags hoor ik een Portugees in Porto. ‘k Had hem snel te pakken en vroeg of hij ver van Azemeis woonde. Dat bleken 20 km te zijn. De man uit Porto was zo vriendelijk om de zoon van Justino te bellen en hem te vragen op 15 meter uit te komen. Vijf minuten later had ik Ramiro, de zoon van Justino, te pakken en kon hem namens pa feliciteren. Daarna belde ik hotel De Treek op, waar het feest was en kon Sr. vertellen, dat Jr. gefeliciteerd was. Hij was even stil van verbazing. Je hoorde hem denken-. „Met dat rotdraadje!” De volgende dag kwam Justino weer hier en het lukte weer. We hadden een prachtige verbinding met zijn vrouw en zoon.

Deze kaart met foto ontving de heer G. ter Harmsel van niemand minder dan Koning Hoessein, de JY1 onder de zendamateurs worden als een “relikwie” bewaard.

MET HOESSEIN

Op 11 augustus 1971 hoorde ik opeens op 15 meter: “This is JY 1.” Iedere zendamateur weet, dat dit Koning Hoessein van Jordanië is. Ik aan het roepen, extra lang, want als Hoessein zijn mond even open doet op de korte golf, probeert iedereen hem aan de haak te slaan. Dan is het een compleet mannenkoor op die frequentie! Het lukte!! Uit mijn luidspreker klonk: „Hello PAoTV, this is JY 1. Good evening. Thanks for calling me. My name is Hussein. QTH (radioterm voor woonplaats) is Amman. You are 5 and 6. Over to you. PAoTV, this is JY 1 standing by.”

Toen moest ik wat zeggen. Mijn hart bonsde. „Alle OK, Hoessein. Thank you very much for coming back.” Het werd wel een routinegesprek. Gegevens over zender, ontvanger e.d. werden uitgewisseld, maar de ene keer zei ik, “Your Majesty” en de andere keer „Hoessein”. Kwalijk genomen heeft hij het me niet want aan het einde van het gesprek klonk het heel vriendelijk- „Bye, bye Gert. Thanks for’ the fine QS0 (gesprek). Till de next time.” En toen brak het mannenkoor weer los: „Hello JY 1, this is ” De QSL-kaart met een foto, kwam enkele dagen later per post binnen en wordt als een reliquie bewaard!

PREKEN GEREF. GEM.

Wist u overigens, dat jaren geleden, al de preken vanuit de kerk van de Ger. Gemeente in Barneveld, regelmatig per radio uitgezonden werden? Op de lange golf, plm. 1300 meter was dat te horen. Dit gebeurde n.l. per abuis. Op de een of andere manier stond de versterker van de geluidsinstallatie te genereren en was de preek op elke radio binnen een afstand van ruim een kilometer van de kerk te beluisteren. Heel veel trouwe luisteraars, waaronder mensen van alle „richtingen”, o.a. een Hervormde dominee, vonden het jammer, dat de versterker weer „gerepareerd” was en zij dus hun preek misten.

De kaart die de heer Gerrit ter Harmsel stuurt naar de mensen met wie hij via de radio contact krijgt.

MOOI VERHAAL

Via een andere amateur hoorde ik een mooi verhaal uit Nijmegen. Dicht bij de R.K. Kerk woonden toen 2 amateurs. Het kerkgaan lieten ze meestal aan hun vrouwen over. Op zekere zondagmorgen draait Joop, de ene amateur, wat aan zijn ontvanger. Plotseling hoort hij een knots van een draaggolf. De draaggolf verdwijnt. Dat is Wim, weet Joop direct al. Joop zet de zender op deze frequentie en schakelt in.

„Morgen Wim, moet je niet naar de kerk?” Zender uit.

„Uit Joop’s ontvanger buldert Wim. „Nee, ‘k had niet veel zin vanmorgen. De pastoor kan het zonder mij ook wel af.”

Joop weer-. „’t Zou anders wel goed jouw je zijn…” Zo ging dat nog een heel tijdje door.

En Joop en Wim wisten niet, dat al het kerkvolk in stomme verbazing naar deze conversatie luisterde. En ook niet dat de vrouwen van Joop en Wim ontzet het hoofd onder de bank staken en bijkans een hartverlamming kregen.

Wat was het geval? In de kerk was juist een nieuwe geluidsversterker geïnstalleerd en deze pikte de beide signalen niet alleen op, maar versterkte ze zó dat de pastoor niet meer te verstaan was, zó bulderde het door de kerk heen!

Monteurs werden erbij geroepen, maar konden niet vinden waar het zat. Eindelijk zijn Joop en Wim zelf maar eens gaan kijken. Ze ontdekten, dat de lengte van de kabel van microfoon naar versterker plm. 40 meter was en dat was precies een halve golf van 80 meter, waarop zij uitzonden. De remedie was: de kabel een eind inkorten, zodat beiden er een mooi stuk aan over hielden.

VERENIGING

De grootste vereniging voor radio-amateurs in Nederland is de VERON. Ver. voor Experimenteel Radio Onderzoek in Nederland., Het Centraal bureau is in Amsterdam W., Overtoom 262, Postbus 9. Het maandelijks orgaan heet „Electron” en wordt gedrukt door de Barneveldse Drukkerij N.V. Afdeling secr. van de VERON te Amersfoort is H. J. Peters, Wilgenlaan 74, Hamersveld, tel. 03496-513.

Ons gesprek wordt af en toe onderbroken voor gesprekken met amateurs van heinde en verre. De verteltrant van de heer Ter Harmsel is boeiend genoemd om de draad niet kwijt te raken. Boordevol informatie nemen we afscheid van PAoTV.

Leuteren

BARNEVELD – De radio-amateur Gerrit ter Harmsel springt zeer serieus met zijn apparatuur om en ook het gebruik daarvan is bij hem in vertrouwde handen. Dat wil niet zeggen dat zijn humor niet eens een keer via radiogolven werd uitgedragen. Enkele stratenmakers hebben dat geweten. Deze trouwe werkers waren voor zijn huis bezig met muziek van radio Veronica. Op een gegeven moment werd dat onderbroken voor een mededeling die luidde: “Willen die stratenmakers wel eens doorwerken. Jullie worden niet betaald voor het koffieleuteren bij de omwonenden.” De stratenmakers konden wel door hun eigen gelegde vloer zakken. Ze wisten zich geen houding te geven en gingen daarom nog harder aan de slag. Inmiddels klonk al weer de bekende muziek uit de transistor. Achter de gordijnen schakelde de radio-amateur zijn zender uit…

Bron: Barneveldse Krant – 4 juni 1971