Es’hail-2 helix-antenne test

QO-100 satelliet

Hierbij het verslag van de eerste stappen richting QRV kunnen zijn via de Es’hail-2 satelliet (QO-100), d.w.z. het testen van een helix-antenne voor de uplink op 2400 MHz (13cm). Op zich niet echt heel spannend want er zijn velen die op 13cm en veel hoger reeds lang hun strepen hebben verdient en ervaringen hebben gepubliceerd.

Maar voor mij lag dat anders. Mijn interesse in de hogere banden is altijd aanwezig geweest maar beperkt door mijn woonomgeving. Omgeven door 20 meter hoge bomen, wat op 23cm al voor flink wat demping zorgt en een flatgebouw dat, uiteraard, precies in de meest gunstige richting is gebouwd. Op 13cm het einde van de straat halen zou al een beste prestatie zijn. Om daar nu energie in te gaan steken…

Echter, mijn aandacht werd een tijd geleden getrokken door een artikel in Elektron van Remco den Besten (PA3FYM) over het werken via de QO-100 satelliet.

Het uiteindelijke besluit iets met QO-100 te gaan doen kwam doordat onze Engelse buren in Frankrijk hun huis verkochten, met achterlating van de complete inboedel incl. een satellietschotel van 127cm doorsnede en Engelandwaarts vertrokken. In Zuid-Europa is zo’n grote schotel nodig om een fractie van het signaal van Engelse regionale TV-kanalen te kunnen ontvangen. De nieuwe Franse buren hadden echter totaal geen interesse in de Engelse TV-uitzendingen, dus stond daar een joekel van een schotel te verpieteren. Het idee om daarmee iets mee te gaan doen was snel geboren. En de nieuwe buren waren dolblij dat zij dat ding niet hoefden te verslepen.

De eerste stap richting QO-100 was gezet maar hoe nu verder? Hoe kan ik op 13cm uitkomen en enig vermogen produceren om een redelijk signaal bij de op ruim 35.000 km hoogte hangende Es’hail-2 satelliet te krijgen? Rekening houdende met de nodige verliezen in kabel, connectoren etc. Want hoe gevoelig is QO-100?

Om zeker te zijn dat het in ieder geval aan de kant van de antenne goed zou zitten, ben ik begonnen met het verzamelen van informatie op diverse fora. Daar kwam ik, naast de door Remco beschreven POTY (Patch Of The Year) antenne, ook een helix-antenne voor de uplink richting QO-100 tegen. Deze gaf volgens de auteurs zelfs een verbetering van 7db t.o.v. van de POTY en was toch relatief eenvoudig te bouwen.

Maar eens wat huisvlijt gaan ontplooien. In de junk-box een stevig stuk koperdraad (4mm), een stuk plexiglas en een plaatje aluminium gevonden welke als reflector zou moeten dienen. Gelukkig las ik tijdig een opmerking van Remco dat de helix die voor een schotel wordt gebruikt linksom (LHCP) draaiend moest zijn, in tegenstelling tot een helix-antenne die rechtstreeks richting QO-100 wijst. Het signaal wordt in de schotel “gespiegeld” en gaat vervolgens rechtsom draaiend (RHCP) richting de satelliet.

De eerste meting aan de zelfgebouwde helix-antenne, met de NanoVNA van Frans (PC2F) welke tot 3GHz gaat, verraste me positief. In plaats van een 1:droevenis SWR, bleek deze een mooie 1:1.8 te zijn. Maar dat moest natuurlijk wel beter kunnen. Echter, de beste SWR-waarde die ik kon bereiken zat helaas wat te hoog in frequentie. Ook met wat verbuigen van de spoed van de helix was deze helaas niet echt lekker op frequentie te krijgen.

Waar het in de antennetechniek op de lagere banden niet op een paar cm meer of minder komt, weegt dat op 13cm daarentegen zwaar. Tienden van millimeters maken hier het verschil. De inwendige diameter van de helix bleek 1,5 mm te klein dus moest alles opnieuw en veel nauwkeuriger worden gewerkt.

NanoVNA-meting helix-antenne

Dit had resultaat. De eerste meting gaf op 2450 MHz een SWR van 1:1.2 en door de eerste winding van de helix iets richting reflector te verbuigen zakte de frequentie met de beste SWR naar 2400 MHz. Eindresultaat op 2400 MHz een SWR 1:1.17. Bandbreedte in het SWR-bereik 1:1.5 is 2350- 2475 MHz. Beter werd het niet maar m.i. heel goed werkbaar. Ook was richtingseffect goed waarneembaar in het verlopen van de SWR door met mijn hand vóór de helix en er naast te houden. De hand naast de helix had duidelijk minder effect op de SWR.

Tijd om de helix daadwerkelijk te gaan beproeven. Maar hoe nu naar de QO-100? Luc (PE1LGX) bracht uitkomst. Hij heeft ’n DX-Patrol Groundstation, is al enige tijd QRV via QO-100 en bood aan om vanuit zijn tuin de helix-antennetest te doen. Afgelopen woensdag 11 augustus was het dan zo ver. De weergoden waren ons goed gezind, de regenwolken waren weggetrokken en een stralend zonnetje beloofde er een mooie technische middag van te maken.

Zend- en ontvangstantenne QO-100

De helix werd aan een 70cm tv-schoteltje geknoopt, aangesloten aan Luc’s DX-Patrol en zo goed mogelijk in de richting van de satelliet gericht. De LNB van Luc’s schotel fungeerde voor de ontvangst op 3cm.

De eerste test, de SWR, was goed. De DX-Patrol gaf keurig een SWR van 1:1 aan dus geen terugregeling van de eindtrap en groen licht voor iets meer gas.

SDR-ontvangst QO-100 helix-test

Zonder problemen kwam het signaal S9+ retour. Dit zou zeker nog te verbeteren kunnen zijn door de schotel beter uit te richten maar om te voorkomen dat daarbij misschien de maximale te gebruiken signaalsterkte zou worden overschreden en ‘LEILA’ (*) met een minutenlange fluittoon, als waarschuwing voor overbelasting van de ontvanger, zou protesteren, hebben we dit achterwege gelaten.

Hoge vermogens en/of grote schotels zijn niet nodig om QO-100 te kunnen werken. Het is een combinatie van beide en uitproberen (experimenteel radio onderzoek) wat het beste bevalt, erbij rekening houdend dat het niveau van de QO-100 bakens niet overschreden mag worden. In de praktijk blijkt een vermogen van enkele watts al voldoende. Ter aanvulling: in Zweden mag men op 2400 MHz maximaal 100 mW aan vermogen hebben, dan is het wel nodig om een grotere schotel te gebruiken. In de Nederlandse situatie voldoet een kleine schotel prima.

(*) LEILA staat voor LEIstungs Limit Anzeige, oftewel een indicatie dat er een maximale power limiet overschreden wordt in de uplink, hoger dan de baken levels.

QO-100 de test

Het testteam Luc (PE1LGX), Dick (PA0MBR) en ondergetekende Hans (PA2JWN) concludeerden unaniem dat de helix-antenne test was geslaagd; een goede SWR en bruikbaar in een eenvoudige tv-schotel.

Daarna onder het genot van een drankje wat verder gekeuveld over allerlei amateurzaken en rond 17:00 uur was een geslaagde meetmiddag ten einde.

Op naar de volgende stap, zelf RF gaan produceren en signaal van de QO-100 gaan ontvangen.

Leuke nieuwe projecten en uitdagingen.

73 Hans PA2JWN

Trotse PA2JWN met zijn trofee

 

Bouwbeschrijving helix-antenne:

De zelfbouw helix-antenne

Op het plexiglas de mal afgetekend en de gaatjes geboord. Het centerpunt iets meer naar buiten verlegd zodat de binnendiameter behouden blijft. De gaatjes 4,5 mm omdat de draad er scheef doorheen loopt. Je krijgt anders klemmingen en de kans dat met het “indraaien” van de helix er te veel kracht op het plexiglas komt te staan en dit breekt.

De 3,5 windingen geven ongeveer een openingshoek van ca 60ᵒ goed om een 70cm schotel te “belichten” Om van 50Ω naar ca 120Ω aan het voedingspunt te komen heb ik een koperfolie stripje (8x30x2mm) als λ/4 stub gefabriceerd wat makkelijker te vervormen was om hiermee de impedantie iets te kunnen “trimmen”.

 

 

160 meter erbij zou ook leuk zijn…

Op mijn adres in Scherpenzeel heb ik een 11 meter lange verticale spriet op het dak staan. Onder de dakpannen ligt ruim 200 meter aan (opgevouwen) radiaal en onder het dak een CG-3000 automatische antenne tuner en met mijn geweldige ICOM 7300 maak ik t/m 40 meter prima verbindingen, hoofdzakelijk in CW.

Maar 80 meter gaat matig en 160 meter is knudde met die antenne. Ik heb een kleine voor- en achtertuin en geen hoge bomen aan de overkant of aardige buren. Dus gewoon geen ruimte voor iets groters. Met de PACC contest in zicht ben ik in december begonnen met de bouw van een grote magnetische loop-antenne voor 80 en 160 meter. Vooraf veel gelezen over afmetingen van antennes, dikte van geleiders enz. Kijk maar eens op de site van 66Pacific (1) en ga eens rekenen met verschillende diameters en draaddiktes; zeer leerzaam. Bezoek ook eens de site van Leigh Turner, VK5KLT (2); in het Engels maar een geweldig duidelijk verhaal. Ook PA2ION heeft een goed verhaal hierover geschreven (3). Conclusie; of minimaal 22 mm geleider dikte, of minimaal 3 meter diameter, liefst allebei.

Tijdsfactor: de afspraak met de XYL is dat hij maximaal 4 weken in de tuin staat… en de controleur van de Omgevingsdienst is al polshoogte komen nemen… Gelukkig mag je tot 5 meter hoogte vrij antennes plaatsen in je tuin en op het dak (7).

Ik heb gekozen voor een loop van 11 meter omtrek (3,1 meter diameter) 1,5 inch Cellflex coax. Dit heeft een 37 mm dikke koperen buitenmantel en is goed in vorm te buigen en niet al te zwaar (foto 1). Kost 12,50/m bij Elektrodump in Elst. Volgende punt is het afstemmen met een variabele condensator. Uit rekenmodel (1) blijkt dat je voor 160 meter 600–800 pF nodig hebt en rekening moet houden met 5–6 kV plaatspanning. Nou is een vacuum condensator prima, maar kost rond de 200 euro en een 50–1000 pF heeft als nadeel dat nauwkeurig afstemmen niet makkelijk is. Dus heb ik voor een 200 pF variabele en een met een 12 V relais parallel geschakelde 560 pf gekozen (foto 2). De kleine dc motor met vertraging wordt als stappenmotor via een ALI-express 15 euro setje (foto 3) gestuurd in de shack evenals het 12 V relais want voor 80 meter red ik het met de gewone 200 pF.

Voeding/aansturing van de loop kan op drie manieren:

  •  Gamma match, dus galvanisch gekoppeld aan de loop zelf
  • Inductief gekoppeld met een kleinere binnenloop (plm. 1/5 van de grote diameter)
  • Inductie gekoppeld met twee grote ferriet ringkernen, een soort trafo dus

Ik heb voor dit laatste gekozen en 2 grote FT-340-43 ferriet ringkernen besteld bij RF microwave (4). Immers, de Cellflex heeft een buitendiameter van 40 millimeter!

En dan met antenne analyser experimenteren met het aantal secundaire wikkelingen om de ferriet kernen. Ik kwam uit op 4 wikkelingen (soepel 2,5 mm2) voor 80 en 60 meter en 8 wikkelingen voor 160 meter (foto 4). Ook hier met een 12V/40 ampere (auto) relais op afstand geschakeld. Ik gebruik voor de sturing van de motor en de relais ISDN kabel, had ik nog liggen. Wel alles ontkoppelen via een 4C6 ringkern en 10 nF keramische condensatoren overal want anders gaat de zaak op tilt door de grote veldsterkte. En een dikke ringkern als mantelstroom smoorspoel. (foto 5). De dip op 160 meter is prima (foto 6).

De mechanische opbouw: ik gebruik 8 stuks van de bekende groene NATO 1,2 meter lange glasfiber stokken. Het midden is een 40×40 cm trespa plaat en de verbindingsplaten aan de uiteinden van 8 mm plastic snijplank (HEMA e.d.). De beugels, sluitringen en moeren (8 mm) komen bij Techniekwebshop (5) vandaan. Omdat het fijn is als alles blijft draaien in de regen en in de sneeuw heb ik boven en onder respectievelijk de condensator als beneden de ferrietkernen in 160 mm PVC buis ingepakt. Afgedicht met 160 mm eindkappen en alles afgekit met BISON Polymax. De groothandel heeft 160 mm pvc, bijvoorbeeld VOA (6).

Opstelling: een loopantenne hoeft niet hoog te staan, heeft zelfs een maximale hoogte voor een goede werking. In mijn geval kies ik ervoor om de voeding beneden te doen en de sturing boven. De voet van de antenne staat nu op plm. 220 cm boven de grond.

Het resultaat: een dag voor de PACC contest stond alles buiten opgesteld. Nog even een gat in de buitenmuur naar de shack voor de 12 meter coax kabel en stuurkabel en benieuwd! Helaas, in de sneeuw en in het donker alsnog naar buiten en met de soldeerbout de aansluiting op het relais voor het schakelen van de windingen gecorrigeerd. En nu? Afstemmen op maximale ruis en dan op minimale SWR afregelen ging prima. Met de variabele snelheid van de stappenmotor regeling gaat dat makkelijk.

En toe was het 13 februari 2021 en werd het wat drukker op 80 meter. Verschil tussen de verticale antenne en de loop was wel merkbaar maar niet spectaculair. Maar een uurtje of wat later op 160 meter begon het feest echt. Vroeger met pijn en moeite 10 verbindingen op 160; nu ruim 65 verbindingen en moeiteloos. Alles bleef op 100 watt CW prima functioneren. Nota bene stond de antenne oost–west opgesteld dus optimaal voor Engeland en de Oostbloklanden (foto 5). PACC eindresultaat: 623 straight key CW verbindingen…

Conclusie: Als je serieuze materialen en afmetingen gebruikt is een magnetische loop antenne fantastisch. En goed zelf te bouwen. Het avontuur is mij prima bevallen en zeker de moeite waard geweest (en nu staat hij te koop op Marktplaats, anders krijg ik ruzie thuis).

Rienus (PA0RBA)

  1. www.66pacific.com/calculator
  2. An overview of the underestimated magnetic loop HF antenna (VK5KLT)
  3. Wanted: magnetic loop for 40-80-160 meter band with real power (PA2ION)
  4. www.rf-microwave.com
  5. www.techniekwebshop.nl
  6. VOA scherpenzeel
  7. www.antennebureau.nl

 

PI4AMF SDR-ontvanger

Update 15 februari 2021

De KiwiSDR van PI4AMF staat nu 6 weken online en heeft al een trouwe schare aan gebruikers gevonden. Niet zo gek als we kijken naar hoe de ontvanger presteert. Periodiek worden de signal to noise ratio’s (SNR) van de openbare KiwiSDR-ontvangers vergeleken en gepubliceerd. Wat blijkt: in de afgelopen maand liet de PI4AMF-kiwi de beste score van de (meer dan 20) in Nederland beschikbare kiwisdr’s zien met een ‘score’ van 30,63dB *). In de lijst met daarop 557 te gebruiken KiwiSDR’s staat PI4AMF daarmee op plek 44 wereldwijd. Nog indrukwekkender: in de top 50 staan maar 7 ontvangers in Europa. Binnen Europa bezet de PI4AMF KiwiSDR de 5e plek.

Een nadeel van één van de betere beschikbare ontvangers zijn, is dat meer mensen gebruik willen maken van de ontvanger en de kans op een melding de PI4AMF KiwiSDR vol is toeneemt. We kunnen bij de KiwiSDR gaan werken met een maximale gebruiksduur per dag (op IP-nummer) of kanalen achter een wachtwoord stoppen, maar hebben besloten om dat niet te doen. In ieder geval op dit moment nog niet.

Regelmatig ontvangen we per mail leuke feedback over de ontvanger. Uit die feedback blijkt maar weer hoeveel storing sommige amateurs ondervinden in en rondom huis. De web-ontvangers zijn dan een uitkomst om toch te kunnen blijven genieten van onze mooie radiohobby.

Andere antenne(s)

Zoals jullie weten is de PI4AMF KiwiSDR vooral neergezet om experimenten uit te kunnen voeren met (low band) RX-antennes. Door het winterse weer (en de beperkingen om samen te komen) zijn we daar op dit moment nog niet aan toegekomen. Als het land weer sneeuwvrij en droger is én de beperkingen versoepeld worden, is het tijd om daar mee aan de gang te gaan. Tot die tijd blijven we de zelfbouw RX loop van PA3GRM (met LZ1AQ Active Antenna Amplifier) gebruiken.

De PI4AMF KiwiSDR is te vinden op http://pi4amfsdr.online:8073/.

Bericht 12 januari 2021

Sinds kort is de regio Amersfoort een online SDR-ontvanger rijker. De ontvanger is geplaatst in een gebied met weinig “man made noise”: de Arkemheense polder in Nijkerk.

Voor de ontvangst wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde KiwiSDR . Dit is een door John Seamons (ZL/KF6VO) ontwikkelde netwerk SDR die remote over het internet kan worden bediend. Tot 4 gebruikers kunnen de ontvanger tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar bedienen en beluisteren.

De belangrijkste technische gegevens van de ontvanger:

– frequentiebereik: 10KHz tot 30 MHz
– modes: AM, LSB, USB, CW, FM
– bandbreedte filter: afstembaar tussen 50Hz en 10 KHz
– maximum aantal gebruikers: 4
– vertraging in ontvangstsignaal: +/- 1 tot 1,5 ms
– antenne: actieve loop antenne
– locator ontvanger: JO22qf

De PI4AMF KiwiSDR wordt de komende periode gebruikt voor een aantal antenne-experimenten. De focus ligt daarbij op ontvangstantennes voor de lagere banden. De eerste antenne die binnen het project is aangesloten, is een actieve loop antenne (LZ1AQ). Deze antenne is afgelopen jaar door Tijmen (PA3GRM) gebouwd binnen het zelfbouwproject van de Radio Club Amersfoort (voorheen VAM).

De KiwiSDR biedt naast het kunnen meeluisteren ook verschillende andere mogelijkheden. Zo kan de ontvanger ook helpen bij het lokaliseren van intruders in onze amateurbanden. Meer over die mogelijkheden vind je op https://www.veron.nl/nieuws/kiwisdr-hulp-lokaliseren-intruders/.

De PI4AMF-KiwiSDR is te benaderen via http://pi4amfsdr.online:8073/

Gert (PA2LO)

Hexerij in de polder

Mooi weer, dus fijn om buiten te zijn en wat met antennes te spelen. Dit keer staat het spelen met een hexbeam op het programma. Een hexbeam (ook wel hexagonal-beam) is een directionele HF-antenne, ontworpen op basis van de ideeën van Steve Hunt (G3TXQ, SK)[1]. De naam verwijst naar de zeshoekige vorm van de antenne (het woord Hexagon komt uit het Oudgrieks waarbij hex ‘zes’ is en gōnia de betekenis van ‘hoek’ heeft). De antenne wordt echter ook wel eens “W-antenne” genoemd, verwijzend naar de vorm van de driver. Het ontwerp lijkt misschien nog wel het meest op een droogmolen. Het is een antenne die goed zelf te bouwen is. Onder andere ons afdelingslid Jaap (PD5ISW) heeft dat al eens gedaan, zoals hier[2] te lezen is. Online zijn voldoende tips voor de bouw te vinden, bijvoorbeeld op de website van de Electronica Club Zuid Hollandse Eilanden[3]. Inmiddels zijn er ook verschillende fabrikanten die zich hebben gestort op het “kant-en-klaar” leveren van dit type antenne. Zo levert Wimo de EAntenna HEX6B[4], Anthony (MW0JZE) zijn versie van de G3TXQ-hexbeam[5] en Waldi (SP7IDX) zijn fabricaat[6]. Wie even verder zoekt vindt ongetwijfeld nog andere aanbieders. Ook over de karaktereigenschappen van de antenne, de gain, f/b verhouding en dergelijke is voldoende online terug te vinden. Daarom beperkt dit artikel zich vooral over de gebruikservaring van de antenne.

Hexbeams worden meestal gebruikt in situaties waarbij tijdelijk een (lichtgewicht) HF-antenne nodig is. Denk daarbij aan velddagen, DXpedities, IOTA-activiteiten en activiteiten in het kader van het World Flora en Fauna programma. Voor SOTA (Summits On The Air) is de antenne in veel gevallen te groot en te zwaar om mee te nemen. Want ondanks de kwalificatie van ‘lichte antenne’ weegt een hexbeam toch al snel 8 kg. Niet iets wat iedereen met veel plezier als extra belasting een berg op zal willen sjouwen.

Onze vaste antennespeeltuin werd gekozen om met de hexbeam aan de slag te gaan: de Arkemheense polder in Nijkerk. Daar, bij Maarten (PA3EYC) in de achtertuin, is immers voldoende ruimte. En omdat zijn tuin deel uitmaakt van de Arkemheense polder, gelden gemaakte verbindingen voor het World Flora en Fauna-programma[7]. Daarmee kunnen we terwijl wij aan het experimenteren zijn de jagers op WFF-gebieden ook nog eens blij maken. Twee vliegen in één klap dus.

Het in elkaar zetten van de hexbeam

De hexbeam bestaat uit een basisplaat waarop zes armen gemonteerd worden. Thuis was de basisplaat al voorzien van de nodige Stauff pijpklemmen dus kon direct worden gestart met het bevestigen van de armen. De armen bestaan uit in elkaar schuivende delen van fiberglas. Per arm drie delen, het langste deel is 145cm.

Nadat de zes armen bevestigd zijn worden ze doormiddel van draad aan elkaar en het middenstuk bevestigd. Daarna volgt de volgende stap: het bevestigen van de antennedraden. Dit wordt per band gedaan. Het in elkaar zetten van de antenne duurt in totaal ongeveer 45 minuten en kan door 1 persoon worden gedaan.

Nadat de antenne in elkaar gezet is, wordt de antenne op een telescopisch mastje gezet. Ook deze is handzaam en licht gehouden, zodat hij makkelijk vervoerd kan worden. Lars (PH0NO) heeft op zijn website[8] een “doe-het-zelf-beschrijving” voor het maken van zo’n mastje gezet.

De lucht in met die hex!

Het mastje dat wij gebruiken wijkt wat af van de (hogere) mast van PH0NO: ons mastje bestaat uit 5 delen aluminium van ieder 150cm lang. Uitgeschoven is het mastje ruim 7 meter lang. De onderste buis heeft een diameter van 60mm, de buis bovenin is 40mm. Alle delen hebben een wanddikte van 2mm. De aan de basisplaat gemaakte voet van 30cm lang heeft een diameter van 35mm en schuift dus mooi in de bovenste buis van de mast.

De hexbeam kan gericht worden door de mast te draaien. Dat kan ook als de mast voorzien wordt van tuien. Daarvoor is bij op het vierde mastdeel een ring met een lager aangebracht. Een rotor is dus niet nodig. Wil je toch een rotor gebruiken? Dan is het advies om deze onder aan de mast te plaatsen om zo het gewicht boven in de mast zo laag mogelijk te houden. Voor een hexbeam en lichte mast zoals wij gebruiken is een light/medium duty rotor zoals een Yaesu G450[9] meer dan voldoende. Montage van de rotor kan op een grondplaat. Het gebruiken van een paal in de grond kan ook maar alleen als die stevig genoeg in de grond vast zit en dus niet zelf gaat (mee)draaien.

Omdat de 20 meter band de bovenste draad is in de hexbeam, zit deze in onze setup op zo’n 8 meter hoogte en daarmee dus minder dan een halve golf boven het maaiveld. In de toekomst zullen we met een WSPRLite[10] eens kijken hoeveel effect dit nu heeft t.o.v. een hexbeam die wel minimaal op een halve golf van de grond staat. Het toevoegen van een of meerdere mastdelen aan het mastje om die minimale halve golf te bereiken kan altijd nog: aluminium buizen op maat bestellen is eenvoudig bij www.aluminiumopmaat.nl. De maten 65 en 70mm rond hebben zij ook gewoon op voorraad.

Het omhoogwerken van de antenne op het gebruikte mastje gaat op handkracht. Ook dit is met 1 persoon goed te doen maar een extra paar handen erbij op het moment dat de mastdelen vastgezet worden is wel prettig. Erg prettig dus dat Tijmen (PA3GRM) en Gerard (PA0PIW) even kwamen buurten.

Tuien van de mast was voor het experiment in de polder niet echt nodig, maar voor de foto’s bij dit artikel hebben we het maar even gedaan. Hiervoor hebben we spanbanden van 25mm breed gebruikt. Die rollen bij het opruimen makkelijk op (na het oprollen even een ty-wrap er door heen en klaar…) en zijn beter zichtbaar. Nieuwsgierige naar boven kijkende bezoekers krijgen dus iets minder snel een stuk touw in hun nek. Niet bang voor onoplettende bezoekers? Dan werkt multifunctionele touw zoals van de Lidl van €3,99[11] ook prima!

Hoe neem je het allemaal mee?

foto: hexbeam van PC2F netjes bij elkaar in hengelsporttas

Voor het opbergen en meenemen van de antennedelen van de hexbeam zijn verschillende opties te bedenken. Frans (PC2F) vervoert zijn hexbeam bijvoorbeeld in een hengeltas van 150cm. Zo’n tas[12] is voor een paar euro online te bestellen in China. Past vissen niet bij je imago? Denk dan eens aan een golftas voor het vervoer. Past vissen niet bij je imago? Denk dan eens aan een golftas voor het vervoer. Op marktplaats en in kringloopwinkels worden er vaak voldoende aangeboden. De golftas op de foto (met daarin de antenne én de mast) heeft automatisch uitklapbare pootjes waardoor de tas goed blijft staan.

foto: decadent of niet? Volledige hexbeam én mast samen opgeborgen in een golftas.

Er zijn ook varianten met wieltjes wat handig kan zijn als je met je antenne wat verder de natuur in trekt. Andere oplossingen voor vervoer zijn statieftassen, skitassen, tentstoktassen en PVC rioleringsbuizen. Voldoende opties dus!

Polder-ervaringen met de antenne

Genoeg verteld over de antenne, het mastje en hoe te vervoeren: tijd om de wei in te gaan. Maarten (PA3EYC) was zo attent geweest om eerder in de week even te maaien waardoor het gras niet langer twee kontjes hoog[13] was. De antenne stond dan ook al snel op het mastje en kon al snel de lucht in.

Daarna was het tijd om de SWR van de antenne te controleren. Tot grote vreugde bleek die op alle banden meteen prima te zijn. De zender (Elecraft K3S) kon er dus en PA2LO/P werd actief. In verband met de lopende contesten werd er gestart op 17 meter.

Nadat een spot op het cluster verscheen, wamen er al snel stations terug. Na ongeveer 1,5 uur stonden er 86 QSO’s in het log op 17 en 20 meter uit 25 verschillende DXCC’s. Verste DX was met K4DY in North Carolina (USA). Ook vanuit onze eigen afdeling kwamen er mensen in het log: Jaap nog bedankt voor de ‘hexbeam-to-hexbeam’ verbinding!

Leuke reacties trouwens ook van voorbijgangers op de antenne. Sommigen dachten dat we met 5G aan het experimenteren waren….

In verband met een dreigend onweer werd de antenne rond half vijf weer afgebouwd. Na 20 minuutjes zat alles weer netjes ingepakt en in de auto.

Volgende inzet van de hexbeam

Een zaterdagmiddagje spelen met de antenne bevestigt dat de hexbeam een leuke antenne is om verder mee te experimenteren. De antenne is snel ‘up-and-running’, is stevig gebouwd en biedt goede resultaten.

In oktober wordt het mastje en de antenne daarom –als dit i.v.m. Covid-19 mogelijk is– ingezet tijdens een weekend in Luxemburg. Net als vorig jaar[14]  zullen dan een aantal experimenten gedaan worden waarmee we meer inzicht proberen te krijgen in de werking van verschillende (draad)antennes. Uiteraard luisteren we ook dan weer met bijzondere belangstelling uit naar stations uit de regio A03.

Gert van Loo (PA2LO)

Notes:

[1] Opgemerkt moet worden dat het model dat voor ons experiment gebruikt is, gebaseerd is op de ideeën van G3TXQ, maar dat de geschiedenis van hexbeams verder teruggaat. De originele HEXBEAM is toe te schrijven aan Mike Traffic, N1HXA. Op https://www.k4kio.com/history-of-the-hexbeam/ is hierover meer terug te lezen.
[2] https://a03.veron.nl/de-radioamateur-en-zijn-hobby-jaap-wolters-pd5isw/
[3] https://ezhe.nl/zelfbouw-hexbeam-avonturen-2/
[4] https://www.wimo.com/en/hexbeam
[5] www.g3txq-hexbeam.com
[6] http://sp7idx-hexbeam.eu/
[7] http://wwff.co/. De Arkemheense polder heeft als referentie PA-FF 0044
[8] http://www.ph0no.net/2017/04/project-diy-aluminium-push-up-mast.html
[9] https://www.hamshop.nl/radio-amateur/rotoren-en-accessoires/g-450-c.html
[10] https://www.sotabeams.co.uk/wsprlite-classic
[11] https://www.lidl-shop.nl/PARKSIDE-30-m-multifunctioneel-touw
[12] https://a.aliexpress.com/_dTkHwDm
[13] Hydra (1975), Als het gras twee kontjes hoog is, album Hela Gij
[14] https://a03.veron.nl/antenne-experimenteer-weekend-in-luxemburg

FJC-vertical voor de 20 meter band

De FJC-vertical, een Ultra Lichtgewicht antenne voor 20 meter in backpacking style.

Deze antenne is speciaal ontwikkeld voor één doel: Het maken van verbindingen met het thuisfront vanuit noord Zweden tijdens een hiking event. Na veel leeswerk en overpeinzingen is er een lijstje opgesteld met punten waaraan het ontwerp moest voldoen:

  • Lichtgewicht
  • Vertical
  • Één radiaal
  • Verhoogd voetpunt
  • Monoband
  • Makkelijk op te zetten
  • Makkelijk af te stellen

De totale antenne set met de 8 stralerelementen, spoel, voetpunt bevestiging, radiaal (geel), radiaal-haring (oranje stokje) voedingskabel, tuilijnen en haringen (rood) samen met foedraal (blauw).

Lichtgewicht

Daar alles voor deze hike van meerdere dagen meegenomen moest worden in de rugzak, was het van belang om een zo’n lichtgewicht mogelijke constructie te bedenken.
Het totale gewicht van de antenne zelf bedraagt nu slechts 905 gram.

Vertical

In dit arctische gebied groeien weinig bomen, zeker niet boven de 3 meter. Er kan zo moeilijk met draadantennes worden gewerkt. Daarom is er voor een vertical gekozen. Zelf een mastje meenemen was een optie, echter het werd te zwaar.

Één radiaal

Om te besparen op gewicht en gedoe tijdens opzetten, zoals het uitleggen van een kompleet grondsysteem, is er getracht dit ontwerp met 1 radiaal uit te voeren. Bijkomend voordeel hiervan is het feit dat de antenne dan een lichte voorkeur heeft voor de richting waar de radiaal naartoe is gespannen.

Verhoogd voetpunt

Door de radiaal onder een hoek naar de grond te laten lopen, kan de antenne impedantie richting de 50 Ohm gebracht worden, wat weer een aanpassingsnetwerk bespaart. Ook de opstralingshoek wordt daarmee kleiner en voor mij gunstiger.

Monoband

Het gebied waarin gelopen werd ligt 2000 km van Amersfoort af. Vergelijkbare afstand is b.v. van hier naar Gibraltar. Die afstand kan je toch het beste op de 20 meterband overbruggen.

Makkelijk opzetten

Na een dag lopen door bergachtig terrein wil je niet nog eens een tijd in de weer zijn met het opzetten van de antenne. Dit ontwerp staat gebruiksgereed binnen ca. 10 minuten.

Makkelijk afstellen

De antenne is ontworpen hier in Nederland. Er is wel getest op de diverse soorten ondergrond die hier te vinden zijn, zoals bosgrond, zandgrond en zeeklei. Echter in Zweden zal het voornamelijk rotsgrond zijn en permafrost, geen idee wat dat voor verstemming van de antenne oplevert, dus daar moest iets voor gevonden worden. Deze oplossing noem ik dan ook ‘mijn geheime wapen’.
Het afstellen van de beste SWR gebeurt met de radiaal, terwijl het in de band brengen met de lengte van de straler gebeurt. Om nu niet elke keer naar de set te hoeven lopen om te kijken wat de SWR geworden is, is een apart apparaatje gemaakt, de z.g. Tennadipper. Die zal echter in een apart artikeltje beschreven worden.

Dat zijn zo de ontwerp eisen, daarna kon dan pas het prototype gemaakt worden. Wat daarna volgt is veel meten en experimenteren.

Voor de straler is een militaire surplus steekantenne van een manpack gebruikt. Acht elementen van ca. 40cm, die, naar boven toe, steeds dunner worden.
Helaas is deze te kort om een full-size vertical te maken.

Deze steekantenne was eerder al eens door mij voorzien van een PL-plug in plaats van de schroefdraad die er normaal opzit. De secties zijn onderling, twee aan twee, verbonden met een touwtje, dit om ze makkelijk terug te vinden in het hoge gras.
Op de helft zijn er twee stukken litze op de verbindingsbussen gesoldeerd. Met daaraan weer kabelschoentjes, zodat de spoel makkelijk bevestigd kan worden.

Er is gekozen om een ‘center loaded vertical’ te maken. Dit is een ontwerp dat redelijk makkelijk te maken is een een goed rendement oplevert.

Daar de straler te kort is zal er een elektrische verlenging moeten plaatsvinden, dit is gedaan door een spoel in de straler op te nemen, halverwege, wat dan dus een center-loaded antenne oplevert.
Als de straler als een halve dipool wordt beschouwd, kan er uitgerekend worden hoeveel inductie de spoel moet hebben om op een bepaalde frequentie uit te komen. Het andere deel van die ‘dipool’ wordt dan door de radiaal en de aarde verzorgd.

Er is gebruik gemaakt van het rekenmodel van de website van K7MEM.

Als alles is ingevuld komt de inductie uit op 7?H. De beoogde plek in de 20 meterband was rond de 14.060, de QRP aanroep frequentie.

Nu de benodigde inductie bekend is kan, met een gekozen spoelvorm, het aantal wikkelingen berekend worden. Ook hiervoor is de site van K7MEM gebruikt.

Er moesten, op mijn spoelvorm, 17 wikkelingen komen.
Pas op, de site geeft dit op voor een luchtspoel. In mijn geval was de spoelvorm van nylon en later een nog ander soort kunststof. Maar met deze waarde zit je zeker in de buurt van wat het moet worden.

Dit zijn de diverse spoelvormen die gebruikt zijn in de loop van de tijd. De linker is een afvalstukje uit de bak achter de draaibank.
De uiteindelijke spoelvorm is voor mij geprint, de twee laatste op de foto. Veel later, tijdens het opzetten thuis, brak de pin van de spoelvorm af. Die is dan ook nu vervangen door een fiber stokje. Nadat de vleugelmoeren op de boutjes geschroefd zijn, worden de einden van de bouten met een kniptang licht ingeknepen. Zo kan de vleugelmoer er nooit afvallen en kwijtraken.

Om zo min mogelijk aanpassing te hoeven doen qua impedantie transformatie is er gekozen voor een verhoogd voetpunt. Als de hoek van de radiaal rond de 45º is, zou de antenne impedantie bij de 50 Ohm uit moeten komen.
De radiaal kwam uit op iets meer dan 4 meter. Te lang om die hoek te kunnen maken.

Voor de radiaal is geel dik draad gebruikt, wat goed zichtbaar is. Knip de radiaal niet precies op lengte, maar iets te lang, zeg zo’n 10 cm. Vouw dit terug en twist het eind in elkaar. Dit stukje ‘teveel’ doet dan elektrisch niet mee, maar kan later wel gebruikt worden indien nodig. Opspannen gaat met een touwtje naar een lange haring. Ik had nog een 40 cm lang oranje fiberstokje liggen. De hoogte van het einde van de radiaal ten opzichte van de grond kan dan gevarieerd worden en zo de SWR.

Dan de bevestiging van de straler aan ‘de rest’, de mount.
Hier is een stukje vierkant grijs PVC voor gebruikt. Om overal goed bij te kunnen is deze schuin afgezaagd. Op de kopse kant komt een redelijk dik stukje vierkante plaat, waar de SO-239 connector op komt. Deze is goed vastgelijmd, want daar komt alle windkracht op te staan. Er is voor een flens type gekozen omdat een ééngats type ooit een keer gaan draaien met het bevestigen van de straler.
Op de lange zijkant van de buis zijn twee OBO clips bevestigd. Hiermee wordt het geheel aan de ‘uithouder’ bevestigd.

Die clips moeten wel met een tang, of voor de echte hiker natuurlijk een multitool-zakmes, vast gezet worden. Na verloop van tijd zullen deze clips beschadigd raken en niet meer zo best sluiten. Dan kunnen ze eenvoudig vervangen worden door nieuwe, doordat ze vastzitten met twee M4 boutjes.

De eis van verhoogd voetpunt wordt bereikt door de antenne aan een trackingpole, modern voor wandelstok, te monteren. Daar dienen de OBO-clips dan ook voor. Die trackingpole doet nu dubbel dienst, overdags bij het lopen en daarna als antenne ondersteuning. Net onder het handvat zit een stukje koord met drie lussen, waar de tuien aankomen. Bevestigen van de tuien gaat,bij mij, net ‘tegengesteld’. De lus om de haring is vast, het eind bij de ‘mast’ wordt vastgetrokken. Zo kan je de tuien opspannen terwijl je de mast vasthoud en vertikaal houd, hoef je niet zo rond te rennen.

Dan komt het laatste gedeelte, de coax en radiaal bevestiging en ‘het geheime wapen’.

Daar de antenne impedantie ongeveer op 50 Ohm uit moet komen kan de voedingskabel direct aan de SO-239. In mijn geval zit de coax direct vastgesoldeerd, kan deze bij het inpakken dan ook niet vergeten worden. Er zit 5 meter RG-174 aan. Niet al te beste kwaliteit, maar wel lekker licht in gewicht. Aan de set kant zit een SMA connector, weer ter gewichtsbesparing.

Omdat de antenne een asymmetrische opbouw heeft moet er een mantelstroomfilter gebruikt worden. Anders resoneert de antenne in de buurt van de 10 MHz.
Dit is gemaakt met een kleine 4C6 ferrit ringkern. De coax een paar keer erdoorheen, dan schuin oversteken en even veel wikkelingen terug en goed vastzetten.

Het ‘in de band brengen’ van een mobile vertical gebeurt bijna altijd met het topdeel. In of uit schroeven of schuiven zal de resonatiefrequentie van de antenne veranderen. Echter, dit is een heel ongemakkelijke manier van doen. Het elke keer loshalen van de straler, de boel ietsje verstemmen, dan weer opbouwen en kijken waar je uitgekomen ben. Dat moest anders!
Na enig denkwerk kwam ik met een oplossing die hetzelfde werkt, maar waarbij de antenne gewoon opgebouwd blijft, mijn z.g. geheime wapen…

Dit geheime wapen is een klein spoeltje, met op iedere winding een aftakking. Met een krokodillebekje kan dan de juiste aftakking gekozen worden. De grond waarop de antenne staat zal de resonantie frequentie van de antenne beïnvloeden. Met dit spoeltje kan die verstemming tegengewerkt worden. Er bleek genoeg bereik in het spoeltje te zitten om zowel de Nederlandse bodem als de Zweedse bodem te kunnen compenseren.

Er is geen aansluitschema bijgevoegd. Het signaal verloop gaat als volgt:
Het ‘geheime wapen’ zit verbonden met de SO-239. De onderkant van het spoeltje zit aan de binnen geleider van de coax. Hieraan zit ook het de draad van krokodillebek. Met dit klemmetje wordt het onderste deel van de spoel kortgesloten en doet dan niet mee in het verhaal.
De buitenmantel van de coax zit dan weer verbonden met de radiaal.
Da’s al.
Er is ruim gebruik gemaakt van hot-glue. Ten eerste om alles te fixeren, maar ook om te isoleren.

Onder de onderste M4 moer, links op de foto, zit nog een soort trekontlasting.

Al met al heeft de ontwikkeling van deze antenne heel wat tijd gekost, gelukkig was alles klaar ruim voor het evenement zelf.

Daar de straler redelijk dun is, is de bandbreedte niet zo groot. In mijn geval niet erg, omdat er toch maar binnen de bovenste 50 kHz van het CW gedeelte gewerkt wordt.
Blijft de vraag of dit een soort groundplane antenne is of misschien wel een soort geknikte half verkorte dipool.
Wat het ook is, de werking was ruim voldoende om, vanuit noord Zweden met 3 Watt CW diverse QSO’s te maken door heel Europa., zoals: GJ4, EA5, I2, DL, R3, G4 en PA.
Latere tests, de z.g. PA3GRM versus PA5NN AntenneBattle, elders op deze website, gaven ook zeer goede resultaten en bevestigen dat er een voorkeur bestaat voor signalen uit de richting van de radiaal. Voorts is er iets van een dipool-achtig patroon te zien en is er beslist een lage opstraalhoek aanwezig.
Kortom, een zeer bruikbare antenne die aan al mijn gestelde eisen voldoet.
De windlast is ook goed te doen. Er zijn een paar dagen met harde wind geweest en de antenne bleef mooi staan. Mocht er veel wind verwacht worden, dan kan er gekozen worden voor extra tuien. Die zouden dan net boven de spoel vastgezet moeten worden.

Misschien komt er nog eens een ‘spatscherm’ bij. De uitvoering zoals die nu is, is niet erg bestand tegen veel regen. Wat voor uitvoering dat gaat worden is nog niet bekend. De krokodillebek kan op een gegeven moment gaan roesten. De vertinde lusjes van het spoeltje kunnen ook nog eens vervuilen en oxyderen. Daarom her-vertin ik die elke jaar een keer.
Ik heb, voorlopig, nog geen aspiraties om er andere bandspoelen bij te maken. Dat geeft dan weer vraag hoe het met die radiaal moet, kortom, het is mooi zo!

Volledigheidshalve nog een plaatje van de antenneanalyserdisplay en de bouwtekeningen.

In het tabellenvak onderop het plaatje is te zien dat de dip, marker 1, op 14.058 MHz ligt.
Met marker 2 en 3 zijn de punten aangegeven met een SWR van 1: 2, die zijn dan 13.824 MHz en 14.277 MHz.

De spoelvorm:

Het gearceerde gedeelte is een gat waarin het topdeel van de antenne komt.
Het staafje onderaan de spoelvorm is nu vervangen door een fiber staafje. Eerst is er een gat geboord, waar het staafje zat en toen is de fiber staaf ingelijmd.
Voor de bevestiging van de antennedelen zijn messing M4 bouten en vleugelmoeren gebruikt.
Om nu het koperdraad van de spoel te kunnen bevestigen, is eerst de kop van de M4 bout schoon gevijld en vervolgens is de draad, liggend in het gat waar de schroevendraaier normaal komt, vastgeslodeerd.
Een kartelring is direct onder de boutkop geplaatst. Dat is tegen meedraaien als de kabelschoentjes vast gezet worden. Te veel heen en weer draaien zal de koperdraad afbreken.

De mount:

Deze mount is eigenlijk een stuk vierkante PVC pijp, schuin afgezaagd.
Op de kopse kant komt een vierkant stuk PVC, hier staat 5 mm, echter dit is later veranderd in 10 mm van wegen de stevigheid.

De totale antenne tekening:

Rick (PA5NN)

Update Active Antenna Amplifier Project – VAM

Update 21 oktober:

Afgelopen maandag waren meer dan 20 mensen aanwezig en lijkt het erop dat de VAM een beetje uit zijn jas groeit.

Het was een avond voor ieder wat wils. Er werden loops voor de actieve antenne pasklaar gemaakt en kwam er een vraag voor CTCSS in een mobilofoon ja of nee??

Het antwoord was JA, maar nu het nog activeren met een oude PC en kijken dat er 77 Hz uit komt zodat er weer een gebruiker bij is op de 70 cm repeater.

Aanstaande maandag 28 oktober komt Henk (PA0JMD) een lezing geven omtrent een mooi meet apparaat de lowcost analyzer, lees hierover meer op onze site.

Het kan zo zijn dat dit een volgend project kan worden, eerst maar eens kijken wat voor moois Henk laat zien! Het is natuurlijk wel een knutsel project met een mooi stuk gereedschap aan het einde.


Update 14 oktober:

klik op het plaatje voor de video

Bij de VAM was het afgelopen maandag feest, de 3D-print leverancier heeft de laatste sets geleverd.

Ook was er een rol met buis, om de 4 loops voor de antenne te kunnen maken, aanwezig en konden de aanwezigen daar hun spullen afhalen.

Maandag gaat Edwin laten zien wat een beproefde manier is om de loops af te maken, want het is van belang dat de 4 loops even lang worden. Bij het verkeerd aansnijden van de loop en deze korter wordt moet dat ook gedaan worden bij de andere 3! Kortom let op en dan kan het in een keer goed gaan en heb je er daarna erg veel plezier van en een hoop luistergenot.

De volgende hobbel is het metaalwerk van RVS om de antenne in elkaar te kunnen zetten. We gaan proberen om dat maandag ook geregeld te krijgen, zodat de montage gestart kan worden.

Kortom er is een hoop gaande op VERON Amersfoort Maandag(activiteiten)avond (VAM).


Update 9 oktober:

Nu de temperatuur weer wat lager is komt er weer wat schot in het Active Antenne Project.

De 3D-printers maken overuren met als resultaat dat er nu 5 sets klaar zijn. De 3D-printers leverden met de warme dagen slecht werk af, zodat het opnieuw gedaan moest worden.

Nu komt er schot in en zijn we voornemens om de benodigde kunststof loops te gaan maken. Voor de kunststof loops komt nog wel wat kijken, daar de 4 loops precies gelijk moeten worden. Ook het bevestiging van de antenneloops vraagt de nodige aandacht en is door Edwin beproefd.

Kortom een en al activiteit op de VAM op de maandagavonden.

Jan (PD0AUQ)


Update 20 augustus:

Het gaat voorspoedig met het Active Antenne Project (AAP) !

Afgelopen maandag waren de eerste kunststof delen uit de 3D printer klaar. We zijn erg blij met het resultaat: het ziet er TOP uit ook de afwerking is van hoogstaande kwaliteit.

Nu de eerste set geleverd is, heeft Edwin (PA1EDL) de eerste antenne gemonteerd. En zoals dat hoort bij experimenteren, kwam hij een paar zaken tegen die beter kunnen en dus meteen ook maar heeft opgelost. Het eindresultaat van de samengebouwde Active Antenne ziet er ge-wel-dig uit.

Ben je ook aan het bouwen en wil je weten hoe je de AAP, met de leerpunten van Edwin, in een keer succesvol in elkaar kan zetten? Kom dan naar de VAM-avond voor uitleg of om het eindresultaat te bewonderen! Om jullie alvast lekker te maken, hierbij een paar foto’s:


Update 8 augustus:

Op de VAM-avonden wordt er op dit moment nog hard geknutseld aan het Active Antenna Project. Vanuit verschillende kanten hebben we de vraag gekregen om vooral de voortgang te laten zien. Dat doen we graag, dus hierbij dus weer een update!

Erik (PE1RQF) is druk bezig geweest met een 3D-geprint testproduct voor één van de antenne-onderdelen. Op dit moment zijn we op zoek naar een bedrijf dat tegen een amateurvriendelijke prijs deze onderdelen snel en in wat grotere hoeveelheden kan maken. De reden: met de huis-tuin-en-keuken 3D-printers die we tot onze beschikking hebben kost het printen van alle onderdelen voor één antenne ongeveer een week.

Er wordt door de bouwer kritisch gekeken naar hoe dingen beter kunnen. Zo ontwierp Edwin (PA1EDL) een aangepaste versie van de bevestiging voor de antenne.

En natuurlijk is het ook leuk om gewoon even te kijken wat er nu precies allemaal op de printjes zit. Aan de glimlach te zien kun je zien dat dat wel goed zit.

Wij bouwen lekker door en houden jullie op de hoogte van de voortgang. In de tussentijd ben je natuurlijk welkom om ook eens langs te komen op de VAM-avond: iedere maandagavond van 19.30 tot 22.00, locatie Radioclub Bunschoten en voor iedere radio-geïnteresseerde toegankelijk! Meer informatie over de VAM-avond vind je hier.

Jan (PD0AUQ)


Update 14 juli:

De bij LZ1AQ bestelde antenne versterkers zijn afgeleverd bij Jan. De eerste stappen met de 3d-printer zijn gezet, de resultaten zien er veelbelovend uit. Het lijkt ons leuk en leerzaam om de actieve antennes samen op de VAM-avond te bouwen. Vanuit de VAM kunnen we helpen met: gereedschap, soldeerstation, krimpkous, netwerkkabel, connectors en flexibele verwarmingsbuis voor de loop antennes.  De materialen zijn tegen kostprijs beschikbaar.

Aanstaande maandag 15 juli kunnen de kits worden afgehaald op de VAM-avond.


Update 14 juni:

Bij ons bezoek aan de Ham Radio bleek dat LZ1AQ er niet was met als gevolg dat we de spullen voor de actieve antenne dus niet mee konden nemen naar NL. We gaan nu het volgende proberen en dat is ze op het internet te bestellen. Ik kijk eerst even wat de kosten dan zijn en wat de verwachte levertijd is. Kortom we gaan er natuurlijk wat moois van maken, ook is er een 3d printer beschikbaar gekomen om de hulp stukken in eigen beheer te kunnen maken.

Active Antenna Amplifier via HAM RADIO Friedrichshafen

Tijdens de presentatie over de SDRplay op de afdelingsbijeenkomst in mei, was er veel interesse in de ontvangstantenne die Tijmen tijdens de demo heeft gebruikt. De antenne is gebouwd met behulp van de Active Antenna Amplifier van LZ1AQ.

Voor degene die de kit willen heeft Jan (PD0AUQ) aangeboden om ze volgende weekend op de beurs HAM RADIO Friedrichshafen in te kopen.

De loopantenne(s) zal je zelf moeten maken, bij genoeg belangstelling kunnen we dit ook samen doen op de VAM avonden bij Radio Club Bunschoten.

De kosten van de kit bedragen E89,- per stuk.

De kit bestaat uit:

  • Amplifier board (mounted and tested)
  • Control board (mounted and tested)
  • 6-pin Female connector for connection of remote control switches
  • Plastic ABS IP55 protected box
  • 3 mounting screws diam. 3.5 mm
  • Load resistor 100 ohms / 2W
  • Short service cable crimped with two RJ45 connectors
  • Spare RJ45 shielded plug connector
  • Spare RJ45 unshielded plug connector

Opgeven en informatie over betaling voor a.s. donderdag 20 juni 2019 bij jan.spierenburg@xs4all.nl