Drieluik – terugkijken met Eddy Krijger (PA0RSM)

In het terugkijkjaar van de VERON heb ik een aantal Amersfoortse coryfeeën nader toegelicht. Zo aan het eind van dit VERON 75 jubeljaar is door de redactie gevraagd om ook iets over mijzelf te vertellen. Terloops heb ik hier en daar mijn eigen ervaringen kunnen noemen over de tijd waar de geïnterviewde het over had. Maar even terug in de tijd van mij zelf is weer iets anders. De vraag zou ook gesteld kunnen worden “waar is het ooit (bijna) fout gegaan met Eddy”. Hi.

Een tijdreis naar mijn prilste radio herinneringen.

Ik ben in 1946 geboren in Hilversum en heb daar tot mijn vierde levensjaar gewoond. Daarna naar Den Helder, waar binnen we ook vaak verhuisd zijn, maar wel met enkele “uitstapjes”; drie maanden Rotterdam, een jaar Soerabaya en drie jaar Bergen op Zoom. Dit alles had direct en indirect te maken met het werk van m’n vader bij de Koninklijke Marine. Ik zal u de jaartallen besparen, maar ze komen en passant terug in mijn verhaal.

Ieder kind krijgt wijze lessen mee; “hondje bijt, poesje krabt”, maar dat “ding met die twee gaatjes” aan de muur kreeg een geheel andere waarschuwing mee. “Als je daar aan komt ga je dood”. Ik zat nog niet in de “waarom fase”, dus het antwoord heb ik niet gevraagde en gekregen. Op een mooie avond, ik was alleen in de kamer braaf met een schaartje aan het knippen langs de randjes van een stukje karton. De jonge onderzoeker in mij begon kennelijk te ontluiken, want opeens viel mijn oog op een blokje dat over die “twee gaatjes” in de muur was gedrukt. Het draadje dat daar uitkwam trok nog meer mijn aandacht. Zou ik met mijn schaartje daar toch ook tussen kunnen knippen? Alleen al dat ik dit nu nog weet kunt u de afloop raden.

De schaar ging eerst tussen die twee draadjes, tot zover ging het goed. Alleen de bocht om was toch wat lastiger. Een knal een flits en opeens was alles donker om mij heen. Mijn moeder riep onmiddellijk: “Eddy waar ben je?”

Ik geloofde heilig dat die twee draadjes en die twee gaatjes in de muur toch iets met elkaar te maken moesten hebben, dus antwoordde ik: “Mamma ben ik nu dood?”

Er ging een wereld voor mij open; de meterkast het vinden van een stop en daarna weer licht in de duisternis…

Hoe ik op het radiopad terecht ben gekomen zou de invloed van vriendjes kunnen zijn. Als ruilobject kwam ik op een gegeven moment met een vooroorlogse radiolamp thuis. Ik was toen een jochie van zo’n jaar of acht. Mijn vader zag daar wel iets leuks in en maakte met een beltransformator er een nachtlampje van. Mijn slaapkamer was ’s nachts magisch rood-geel verlicht.

Weer een sprong in de tijd; begin jaren ’60. Mijn eerste radio was een kristalontvangertje. Het schema was van de Philips Pionier I, maar de plaatselijke radiozaak “Radio Vink” in Bergen op Zoom vertelde mij dat ik het ook met losse onderdelen kon maken. Het werd dus een kloon versie met AMROH onderdelen, waarbij de Philips P11 spoel was vervangen door een AMROH 402 en alles op een AMROH chassis gebouwd. Het werkte niet in een keer, maar na een aantal doormetingen werd het juiste draadje onder het goede schroefje gedraaid. Dat smaakte naar meer; dus werd ik een trouwe lezer van “Radio Blan”. Hoogfrequent schakelingen sloeg ik maar even over want op sommige bladzijde stond vaak de waarschuwing “wijk geen millimeter af”.

“Je eerste zendertje vergeet je nooit”

De technische school in Bergen op Zoom; mijn klas was “broedplaats van gelijkgestemden” op het gebied van elektrotechniek. Een paar vrienden wisten iets te vertellen over een zendertje voor de televisieband. “Maar let op; het zijn zeer hoogfrequente golven dus het printplaatje moet van perspex zijn! “ Later kom je er achter dat dit wel erg theoretisch was, waardoor de geloofwaardigheid van enkele van mijn schoolvrienden wegviel.

In 1964 ging ik als burgerambtenaar werken bij het Marine Elektronisch Bedrijf. De vestiging op de marinehaven van Den Helder werd de Elektronische Werkplaatsen Den Helder (EWERDH) genoemd. Men had een plek vrij voor een schoolverlater bij de Radarwerkplaats, dus begon ik daar met het onderhoud, revisie, testen en reparatie aan allerlei apparatuur dat van boord kwam.

Daar heb ik mijn handvaardigheid geleerd van solderen en bedraden, wat mij later weer van pas kwam bij het afnemen van de VEV / KENTEQ praktijkexamens. Maar daarover later.

Na mijn vakopleiding Radio Electronica Monteur NERG, ben ik voor Technicus gaan doorleren. Wij hadden een bedrijfsschool, één dag in de week theorie en ’s avonds het huiswerk maken. Dat heb ik later m’n zoon afgeraden om het ook zo te doen. Je houd geen tijd voor je zelf over.

Op ons werk hadden we een proefveld met complete radarinstallaties en antennes op het dak. Mijn amateurbloed ging bij mist en hogedrukgebieden altijd borrelen. In de jaren ’70 mocht ik zelfs die radarinstallaties bedienen. Dan ging de L-band vliegtuigradar ’s ochtends altijd even aan om te kijken of we “Anomalous propagation” hadden (“Anaprop”). Voor de professionele radar gebruikers is dat een gruwel vanwege de mispeilingen, maar ik vond het altijd prachtig als je ook de kustlijn van Engeland op circa 200 km afstand kon zien. Vaak moest ik mij tevreden stellen met de kustlijn van Friesland. Je kunt niet alles hebben. Hi.

Was dat dan de vonk naar het echte radioamateurisme? Ja en nee, er was nog een fase daarvoor. Ook toen was een collega en vriend weer een belangrijke schakel. Beiden waren we gefascineerd door de zeezenders op de middengolf en al spoedig werden we lid van de Benelux DX club (BDXC). Ik heb nu nog steeds een dik album met allerlei QSL kaarten van omroepstations van over de hele wereld. Mijn mooiste QSL? Dat zijn er verschillende, maar van één ken ik ook de omstandigheden waardoor ik ze kon ontvangen. Vaak draaide ik, als ik in het weekend ’s nachts thuis kwam, nog even over de middengolf. Dan hoorde je zenders die je alleen maar ontvangt als de (groot vermogen) Europese zenders uit de lucht waren.

Hier is de kaart van WKBW een middengolfstation op 1520 kHz uit de Amerikaanse staat New York.

De magie van de korte- en middengolf bleef zo trekken dat ik bij Bram Polak aan het Waterlooplein een echte Surplus COLLINS TCS5 ontvanger kocht. Bij de Marine hadden we die set ook nog in gebruik, dus kon ik bij mijn collega’s van de Radioafdeling alle service gegevens inzien. Niet lang daarna kocht ik ook een bijbehorende zender. Daarmee heb ik samen met m’n collega / radiovriend de nodige korte testuitzendingen gedaan in de visserijband. “Roger X-ray this is Tango X-ray, one two three, over”.

Deze testuitzendingen waren indirect de stap naar het legale zendamateurisme. Hoe? Weer een anekdote. De VERON afdeling Den Helder hield in 1966 een velddag in een weiland langs de weg richting de vuurtoren van Huisduinen. Wij daar naartoe. En passant hoorde wij een gesprek tussen twee zendamateurs Chris Fraikin (PA0CJN) en Hans van Maanen (PA0HMA) (zie foto).

Chris vertelde over zijn twee meter station en de achterset die hij als ontvanger gebruikte. Maar ook dat hij sinds enige tijd ook last had van doorstraling van een sterk radiostation in de visserijband. Chris dacht aan een spionage… Oeps!

M’n radiovriend en ik keken elkaar aan en besloten om nooit meer in de Visserijband uit te zenden en toch maar eens een amateurzendmachtiging te halen.

En zo geschiedde; in mei 1967 deden we examen voor de C-machtiging.

Hoe het verder ging wil ik bij een volgende gelegenheid nog wel eens opschrijven.

Met dit als voorgeschiedenis, maakte ik mijn “eerste verbinding met Amersfoord”. Frank van Hamersveld (PA3DTX) heeft mijn artikel uit ’t Geruis september 1995 uit de A03 archieven terug gevonden en het voor de website geschikt gemaakt en verlevendigd met enkele illustraties. Veel leesplezier.

PA0RSM’S herinnering aan een “DX” QSO met “Amersfoord”

In 1968 woonde ik nog bij mijn ouders in Den Helder.

Mijn twee meter station bestond uit een omgebouwde VHF vliegtuigzender een BENDIX BC625. “Koopdozen uit Japan” waren toen nog onbekend. Zelfbouw of legerapparatuur ombouwen was dè manier om je station in de lucht te krijgen. De zender was gekocht bij Simon Hoogstraal (PA0MSH), uit Almelo, in die tijd een bekende handelaar in amateurspullen. Deze zender was uitgerust met kristallen, je had toen een vaste “huis”-frequentie. Het vinden van een huisfrequentie was in die tijd wel eens problematisch. Omdat de gevestigde “orde” in Den Helder geen “nieuwkomers” op hun kanaal duldde. Je kocht dus een “FT”- kristal bij de legerdumpzaken zoals Radio Lensen of Bram Polak in Amsterdam. Thuis gekomen de VIM bus uit de keuken geleend, het kwarts kristalplaatje voorzichtig demonteren en vervolgens hiermee “achtjes draaien” op een glasplaat, met VIM als schuurmiddel. Hierdoor verschoof de frequentie kilo-Hertzjes omhoog tot je een eigen plekje gevonden had. Soms werd je na een week alsnog gesommeerd om QSY te gaan; “dit is mijn frequentie”. En dat deed je dan braaf. Er was een soort “pikorde” die zei dat je als nieuwkomer onder aan de ladder stond.

Met een vaste huisfrequentie in de 2 meter band had je een andere “operating procedure”. Een CQ roepen ging als volgt: “CQ CQ van PA0RSM uit Den Helder (x maal)…//…roept en luistert, en draait van laag naar hoog…dadida”. Je begrijpt dat hierdoor de frequenties onder in de band zeer populair waren bij de DX-ers; je kwam hen als eerste tegen bij het over de banddraaien. Mijn twee meter ontvangstation bestond uit een zelfbouw transistorconverter en een legerdump kortegolfontvanger (BENDIX BC348R) als achterset. Over de gehele twee meterband draaien deed je in ca 70 omwentelingen van de afstemknop!

Medio 1968 was AM-modulatie nog zeer populair, het betekende wel dat je een forse laagfrequent vermogenversterker nodig had om de eindtrap te moduleren. Mijn station had een 50 Watt AM-modulator met 2x 807 als eindbuizen. De zender eindtrap werd gevoed met een zelfbouw hoogspanningvoeding van in een “open constructie”. Dat was makkelijker om even wat te experimenteren. Een klein nadeel (of toch een voordeel?) van dit alles was dat ik nadien zelf m’n kamer moest opruimen; mijn moeder durfde niet meer in zo’n gevaarlijke “shack” te komen. Mijn experimenten bestonden uit het zoveel mogelijk “inputpower” maken. Of het ook de antenne in ging moest je maar aannemen… De instelling van de zender was op minimum “rood” worden van de eindbuizen! Deze inleiding geeft de “context” weer waarin mijn eerste en enige verbinding vanuit Den Helder met Amersfoort werd gemaakt.

Den Helder was (en is) altijd een moeilijke VHF locatie. Immers de yagi antennes in het midden van het land staan vrijwel nooit naar het noorden gericht. Op 28 maart 1968, zo lees ik in mijn logboek, waren er condities. Ik nam om 17.15 uur, snelle QSB waar op een verbinding naar Vlieland (Jan Roos (PA0JAK)). Diezelfde avond was richting zuid de nodige bedrijvigheid waar te nemen.

Om 21.37 uur had ik het eerste QSO met “AMERSFOORD”, Fokko van der Velde (PA0FOC), dit QSO staat met 3 regels in mijn logboek, hetgeen inhoud dat het een leuke verbinding was. Ik noteerde zijn stationsgegevens als: 28 Watt, G² modulatie. Als verdere kenmerken noteerde ik zijn stopwoordjes “Zodoende” en “Hi” (Engels uitgesproken). De tweede logboek regel van deze verbinding vermeld iets dat mij ook wel eens is overkomen, maar deze keer sloeg “Murphy” toe bij Fokko: quote: “zender fikte af tijdens QSO, kwam terug op andere zender 144.160 MHz” unquote. Ik meen me te herinneren dat er iets aan z’n antenne(relais) mankeerde. Later op de avond had ik verbinding met Henk van Hensbergen (PA0KHS) uit Nijmegen, en met Joop Vaartjes (PA0JOP) uit Ede, die werkte met een fasezender, QQE 06/40, 150 Watt input in een 8 over 8 Wisa.

Toch leuk even terugbladeren in het verleden als zendamateur en lid van een jubilerende VERON. Ik woon inmiddels 8 jaar met plezier in Amersfoort. De gemaakte schrijffout (jeugdzonde?) in m’n logboek “AMERSFOORD” zal ik niet meer maken!

Verder kijken met Eddy Krijger (PA0RSM)

(bestuurslid A23: 1967 – 1972, A03: 2005 – 2015)

Inleiding

Voordat ik zendamateur werd kwam ik dus uit de omroep DX wereld, ”gespecialiseerd” in de Off Shore radio en Tropenband en was ik lid van de Benelux DX Club met nummer BDXC336.

In 1966 werd ik lid van de VRZA, maar ook van de VERON. Ik was dus een dubbellid. Bij de VRZA vanwege de technische artikelen en bij de VERON afdeling Den Helder vanwege de lokale activiteiten. Op mijn verzoek kon ik hetzelfde (BDXC) “336” volgnummer krijgen en zo werd ik in september 1966 “NL 336”.

Ik moet bekennen dat het best even wennen was met al die radioamateur afkortingen en gebruiken, maar bij mij in de buurt woonde een zendamateur Chris Fraikin (PA0CJN). Jawel dezelfde van die “spionage” verdenking in mijn vorige stukje, maar ook de samensteller van het VERON boekje “Schakelingen voor en door de Amateur” op basis van de “overpeinzingen” van PA0SE (Dick Rollema).
Chris had qua leeftijd mijn vader kunnen zijn, maar werd hij mijn “onbenoemde mentor” in de voor mij nieuwe amateurwereld.

Zendamateur

Eindigde ik de vorige inleiding bij het zendexamen doen met “en zo geschiedde”, maar dat was in 1967 iets anders dan vandaag. Het begon met het examengeld van vijf gulden. Daar was overheen te komen. Anders was de treinreis naar Den Haag. Het examen werd door twee personen mondeling afgenomen in het hoofdkantoor van de PTT aan de Kortenaarkade in Den Haag. Een zeer streng aandoend gebouw met een enorme entree. Je voelde je zeer klein worden. Dat was kennelijk de bedoeling bij die overheidsgebouwen. “Ik zou niet graag bij de PTT werken,” zei ik nog tegen mijn radiomaatje. Kort en goed, we slaagden allebei. Ik reserveerde de letters PA0RSM hij PA0WWV.

In die tijd was het zo geregeld dat je binnen 6 weken je zendmachtiging moest aanvragen, maar na toekenning diende je wel binnen 6 maanden je zender ter keuring aan te bieden! Deze eis was voor mij een lastige, omdat ik juist in die periodevoor mijn militaire dienstplicht bij de Marine Luchtvaartdienst als radiomonteur bij het Vliegtuig Squadron 9 moest vervullen. Dus was een van de eerste zaken het regelen van een VHF zender, zodat ik zo snel mogelijk kon uitkomen. Chris (PA0CJN) regelde voor mij een oplossing. Bij Cees Pot (PA0POT) was een oude VHF vliegtuigzender een “type 50” set aanwezig, die voor dit soort situaties in Den Helder beschikbaar was.

De dienstdoende PTT – RCD ambtenaar, die mijn handgeschreven schema op zijn bureau kreeg, zei mij later dat het kennelijk een erg populair ontwerp is … De set werd goedgekeurd door buiten het uitgestraalde spectrum te meten.

Contesten

In mijn oude papieren logboeken lees ik dat verbindingen tijdens velddagen en VHF contesten bij mij erg populair waren. Ongetwijfeld heeft dat ook te maken met het grotere aanbod van tegenstations.

Idzerda contest – PD3RSM was in 1969 mijn allereerste “Special Call Sign”. Dit vanwege de herdenking van de eerste radio-uitzending van de heer Idzerda in 1929, toen 50 jaar terug. Alle Nederlandse amateurs mochten toen de prefix PD3 voeren. Dat kon heel eenvoudig ingevoerd worden, omdat in 1969 alle gewone zendamateurs een PA0 prefix hadden.

Overigens werd de D machtiging pas in 1975 ingevoerd. Daardoor waren we in deze contest “most wanted”. Ik draaide deze contest op VHF, vanaf een brandweertoren op de Marinehaven. In totaal maakte ik 62 verbindingen, waarvan slechts 29 in Nederland.

Vossenjachten

Ook in Den Helder was vossenjagen erg populair. Onze oude garde in de afdeling Den Helder sprak altijd over het roemruchte verleden met de 80 meter vossenjachten. Die verhalen zullen mij ongetwijfeld geïnspireerd hebben om ook eens mee te doen met geleende spullen en dat smaakte naar meer!

Omdat een van mijn schoolvrienden Henk Rieuwers (PA0ZHB) in Heemskerk woonde, hebben wij van daar uit een keer meegedaan aan een vossenjacht in de Zaanstreek. Bij het zoeken in mijn QSL archief vond ik ook zowaar mijn deelnemers kaart. En van Jan Hoek(PA0JNH) ontving ik het vossenjachtverslag met het fotografische bewijs! Dit was die vossenjacht waar ik en Rob Kelder (PA0KEL) elkaar tegen gekomen zijn zonder het van elkaar te weten.

Trivia

Anekdotisch is de reden waarom ik buiten mededinging binnen kwam. Mijn brommer raakte defect. Terwijl ik de afgelopen ketting aan het repareren was, zou een behulpzaam persoon die al die tijd op de fiets met mij was gereden, de peiling wel even voortzetten. Niet dus, in plaats daarvan heb ik aangifte moeten doen bij de Zaanse politie. Drie weken later moest ik in Zaandam bij de politie langskomen voor het identificeren van de dader en de vossenjachtontvanger. In het procesverbaal had ik de naam van het toestelletje iets officiëler laten opschrijven door er een “pseudo wettelijk sausje” over te gieten. Er stond zoiets als: “een inrichting tot het ontvangen van elektromagnetische golven in de toegewezen frequentieband boven de 144 MHz”. Bij de teruggave zei de dienstdoende verbalisant dat hij een groter apparaat had verwacht dan een blikken doosje met twee sprieten…

Op de foto’s PA0RSM en PA0WWV bij de Marine Vlootdagen vossenjacht en een vossenjacht waarbij het Luchtmacht Radar station Noord de gastheer was.

Het “PA0VOK peildoosje” was toen als zelfbouwproject bij ons heel populair. Een nadeel was dat bij het startpunt de vos moeilijk hoorbaar was door het geruis van al die andere VOK super-reg ontvangertjes.

Ik heb dit op kunnen vangen door een Japans VHF airband radiootje aan te schaffen. Dat heb ik gemodificeerd met een coaxplugje en een beetje verstemt naar de twee meter band. Daarmee heb ik aan heel wat vossenjachten meegedaan. Aan meedoen zit soms ook een morele verplichting van “wanneer organiseren jullie er ook eens een?” Als Den Helder konden wij dus niet achterblijven, omdat we in Den Helder een zeer actieve groep van 2 meter amateurs hadden begonnen we vanaf 1967 ook weer met vossenjachten. Een mobiel station uit Alkmaar (Anjo van der Gragt (PA0FAN)) verzorgde onze eerste testvossenjacht vanuit een steegje in de oude Visbuurt. Ik heb nog nooit zoveel mispeilingen op reflecties meegemaakt!

Uiteindelijk formeerde we in 1969 het “PA0HTR vossenjacht team” dat met de grote auto (model “slagschip” = Chevrolet) op tournee ging. Onze verste trip was een vossenjacht in Dordrecht en die van de DNAT Bentheim. Daar haalde wij zelfs de voorpagina van de Electron mee! Die coverfoto is genomen door Henk Kanon (PA0HTR); zittend Eddy (PA0RSM), staand van links naar rechts OM Jan Wagemaker(NL336), Cees Pot (PA0POT).

Trivia

OM Jan Wagemaker won individueel de eerste prijs vanwege zijn nauwkeurige bakenpeiling. Hij had geen zendmachtiging of SWL nummer, dus heb ik heb voor de prijsuitreiking mijn oud NL-nummer gegeven. Dat is door de NL-commissie later administratief keurig verwerkt. Bijna vijftig jaar later vroeg ik op de NL-stand van de DvdRA of mijn NL-nummer nog gebruikt werd. Toen het antwoord nee was, heb ik gevraagd of ik mijn oude NL 336 nummer weer op mijn naam kon krijgen en zo geschiedde. Later bleek mij dat ik op de allereerste DNAT geweest was. In 1970 kwam ik er terug samen met mijn YL Jeanne!

Bestuur

Ik zou bijna vergeten; ik heb in de tussen tijd ook nog in het bestuur van de VERON afdeling Den Helder gezeten. Bij een kascontrole was ik kennelijk opgevallen. Dus volgde ik in 1967 de penningmeester op. De afdeling Den Helder was in 1967 een relatief kleine afdeling met ongeveer 15 zendamateurs. Het heeft heel lang gebruik gemaakt van plaatselijke horecazaaltjes, maar voor mijn tijd waren al ambitieuze plannen voor een eigen clubhonk met een verenigingszender. Het vorige bestuur had dat opgepakt.

Het zelfbouw project van de verenigingszender was kennelijk een regelmatig terugkerend punt op de vergaderingen. Het zelf bouwen van de SSB exciter, met een zijbandfilter bestaande uit -geselecteerde losse – surplus FT kristallen, bleek de nodige voeten in de aarde te hebben. Naar verluidt moesten er ook nog eens vele tientallen kristallen extra bijgekocht worden. Het geduld binnen het bestuur, maar ook het vertrouwen in de zelfbouwer, was tanende. Er ontstond daardoor ook nog eens een loyaliteitsprobleem tussen de bestuursleden. De knoop werd doorgehakt en op een uitgeroepen bijzondere vergadering is dat zelfbouwproject stopgezet. Na een motie van wantrouwen trad het gehele bestuur af (*).

Na mijn verkiezing in het nieuwe bestuur werd ik tweede secretaris. Vanuit die functie heb ik heel wat “afdelingsberichten” geschreven.

Die afdelingszender is uiteindelijk maar tweede hands gekocht. En in 1970 deed zich de gelegenheid voor om een leegstaande zolder te mogen betrekken van een slooppand. Een soort anti kraak. Met vereende krachten hebben we daar een activiteitshonk van kunnen maken met een shack en een cursusdeel. Alle begin is moeilijk, maar later heeft de afdeling een fraaie andere locatie kunnen betrekken in een toenmalige nieuwbouw wijk, waar ze nog steeds zitten. Toch wel leuk om op terug te kijken. Na mijn huwelijk in 1971, heb ik mij in 1972 niet meer herkiesbaar gesteld.

(*) Trivia

Binnen onze afdeling Den Helder had je toen verschillende groepjes. Mensen die voor de gezelligheid bijeen kwamen en het liefst alles laten zo het was. Er waren ook nog groepjes van actieve zelfbouwers en verbindingenmakers. Daarnaast hadden we binnen onze geledingen een paar ambitieuze amateurs, die het Helderse amateurisme naar een hoger plan wilde brengen met een “GIGA groep”. Helaas ondervonden zij de effecten van “de wet van de remmende voorsprong”. Uiteindelijk leidde het tot een afsplitsing van de VERON afdeling Den Helder. Omdat in de GIGA groep later problemen ontstonden rond taakverdelingen, ontstond van daaruit de VRZA afdeling Helderland.

Vuurtoren contesten 1970

Wij hadden het geluk dat in onze afdeling de nodige “varensgezellen” lid waren. Via hun connecties opende zich deuren die voor anderen gesloten bleven. Een van m’n mooiste evenementen waar ik aan deelgenomen had was in het voorjaar van 1970. Twee VHF/UHF contesten vanaf de Vuurtoren te Huisduinen! Op de reling circa 55 meter NAP konden wij onze antenne konstructie bevestigen.

Helderse Courant 9 maart 1970. Van links naar rechts op de voorgrond: Fred Boon – PA0TNU, Nico Visser – PA0UNT Achtergrond: Henry de Ronde – SWL, Wil Lamerée – PA0WWV, Eddy Krijger – PA0RSM.

Het station werkte onder de call PA0UNT/A van Nico Visser. Heel frappant was dat wij in de ochtendzon boven de grondmist uitstaken. Dat voordeel werd een nadeel, want we hoorde Engeland met Duitsland werken, maar konden met ons signaal niet in die duct komen; we zaten te hoog!

Trivia

Mogelijk was ons pad geëffend doordat enkele radiopioniers uit Den Helder eind jaren ’50 met een proefopstelling aangetoond hadden dat de doorgifte van de Lopik TV zender mogelijk was. Dit leverde veel sympathie op onder de bevolking. We waren toen namelijk stiefmoederlijk bedeeld met TV. De kop van Noord Holland lag namelijk buiten het dekkinggebied van de zender Lopik en Smilde.

Ter overbrugging van het moment dat de TV zender Wieringermeer (volgens plan 1967) in de lucht zou komen, was er zo’n 10 jaar op de vuurtoren een TV steunzender van de PTT actief. Wij zouden het nu een lineaire repeater noemen; de ingang was kanaal 4 en uitgang was kanaal 10. Zomers zagen we regelmatig ook de Spaanse TV in onze huiskamer!

Verliefd, verloofd, getrouwd; huisje, boompje; vanaf de begin jaren ’70 zorgde dit ervoor dat mijn radioactiviteit een ander prioriteit kreeg. M’n YL Jeanne is ook nog een korte tijd NL1056 geweest.

Toeval of niet, onze eerste woning in Nieuw Den Helder was aan de Eemstraat. Vandaar uit ben ik nauwelijks actief geweest. Mijn radio-installatie heeft nog enige tijd bij mijn ouders gestaan, om vervolgens naar het clubhonk van de afdeling te verhuizen en omdat je “van hobby geen brood kan kopen” stopte ik ook met de CW cursus en ben ik ’s avonds weer aan het studeren gegaan voor Hoger Elektronicus PBNA. In 1982 maakte ik een overstap naar PTT. Bij mijn functie op het grondstation voor satelliet communicatie te Burum gold wel een maximum reistijd eis. Dus hebben we voor ons kleine gezinnetje gekozen voor een dorp met wat regiofuncties. Dat werd Kollum in Noord Oost Friesland.

In de vijf jaar dat we daar hebben gewoond was ik lid van de VERON afdeling Friesland. De bijeenkomsten werden in Leeuwarden gehouden, maar vanwege de reisafstand (~30 km vice-versa) ben ik daar slechts enkele keren ben geweest.

Op het satelliet grondstation Burum waren verschillende medewerkers ook zendamateur. De bekendste is Douwe Kooistra (PA0DKO). Hij publiceerde veel in het blad van de Benelux QRP Club en de Electron, daarvoor werd hij in 1984 benoemd door het VEDER-fonds tot amateur van het jaar. Hij is helaas in 2013 veel te jong overleden.

Toen ik in 1987 naar Amersfoort verhuisde, werd ik op de VERON afdelingsavond, na voorgesteld te zijn, vrijwel direct door Peter Stuart (PA3EPX) gestrikt voor het geven van een lezing over –hoe kan het ook anders- satelliet communicatie. Daarmee was ik meteen ingevoerd in onze afdeling. Mijn lezing over dit onderwerp smaakte kennelijk naar meer; want kort daarop zijn we met een groep geïnteresseerden naar Burum getogen om alles nog eens “live” te aanschouwen.

Waren er toen nog maar vier satellietantennes, pasgeleden telde ik er meer dan 20! Overigens is “mijn” grondstation verkocht. Momenteel is het in gebruik bij Defensie en INMARSAT.

Ook bij PTT en later bij KPN volgde de reorganisaties elkaar in rap tempo op. Ik heb al heel wat werkplekken gezien, waarvan Radio Kootwijk (gebouw H) de mooiste was. Voor mij bestond, na veertig dienstjaren een overgangsregeling VUT waar ik in 2004 gebruik van mocht maken. Maar in de jaren ’90 bereidde ik mij al voor op het naderend pensioen, door namens PTT als praktijk examinator/ beoordelaar voor het VEV in Nijkerk toe te treden. Het VEV fuseerde in 2003 met SOM en INTECHNIUM tot KENTEQ. Als freelance examensecretaris ben ik tot 2019 voor hen actief geweest.

Sinds mijn VUT heb ik ook het nodige aan vrijwilligers werk gedaan. Eerst als knoppendokter voor ons wijkcentrum. Dat was bij de mensen thuis even kijken of het iets eenvoudigs was of toch een echte storing. Het was voor mensen die niet eens de voorrijdkosten van een servicedienst konden betalen. Dat was ècht dankbaar werk; daar kwam je blij van terug!

Ik heb ook nog vele jaren voor de Reizigersvereniging Openbaar Vervoer (ROVER), als vrijwilliger kwaliteit- en punctualiteitmetingen uitgevoerd op verschillende spoorweg knooppunt stations in Gelderland, maar ook te Amersfoort en Zwolle. Tja ik heb ook wat met treintjes …

Voor de gemeente Amersfoort ben ik ook alweer zo’n tien jaar actief op het stembureau Woonzorgcentrum Lichtenberg, dat is ook dankbaar werk. Inmiddels (her)ken ik veel vaste bewoners en omwonende. Je merkt wel dat de tand des tijd knaagt; want ook “mijn electoraat” zie ik oud worden.

Om fit te blijven ben ik alweer 18 jaar lid van de Atletiek Vereniging Triathlon. Elke zaterdag trainen we in het gebied Bokkeduinen, Korteduinen met de sportief wandelgroep 2. Voor de kenners; wij lopen tussen de 5 – 6 km/uur. Sinds een aantal jaren geef ik zelf ook trainingen als zogenaamde “AVT gids”.

Over gidsen gesproken; een heel andere zinvolle tijdbesteding van mij is wel toeristen rondleiden. Sinds 2004 ben ik bij het Gilde Amersfoort actief. Naast het redactiewerk, doe ik zo’n 35 stadswandelingen per jaar. We hebben circa 70 gidsen, waarvan er slechts zo’n 10 gidsen de toren doen. Daardoor doe ik de laatste tijd steeds vaker beklimmingen op de Onze Lieve Vrouwe Toren.
Als DX-er heb ik wat met afstanden, dus kijk ik altijd naar de horizon. Plaatsen als Utrecht, Hilversum, Amsterdam, Almere, Nijkerk, Barneveld, Ede, Veenendaal zijn vrijwel altijd te zien. Maar met een verrekijker soms ook Nijmegen!

Weer terug naar de radiohobby; na mijn pensionering was ik ook nog 10 jaar bestuurslid van onze eigen afdeling Amersfoort. Als tweede secretaris had ik de ledenadministratie met “lief en leed” in de portefeuille. Maar het structureren van de QSL kaarten voor ons PI4AMF clubstation heb ik op een gegeven moment even naar mij toegetrokken en met een “QSL protocol” weer kunnen overgedragen. Het protocol heb ik ook voor onze SES call’s uitgebreid, maar die verzorg ik zelf. Zo krijg ik voor PA750AMF, PI65AMF, PH600NYK, PA90IARU, PA18FIFA en PA52KDA regelmatig kaarten binnen, die ik statistisch verwerk en daarna aan de desbetreffende operator door geef en daar is toen weer het artikel “QSL” voor de Electron uit voortgekomen.

Omdat ik zelf ook lezingen gaf bij andere afdelingen, kwam het regelen van onze eigen lezingenavond ook op mijn pad. Pas geleden dacht ik onwillekeurig terug aan een lezing, wat uiteindelijk in een praatje “uit de losse pols” werd, van onze oude secretaris uit 1947 Bob Manheim (PA0BT). Met mijn historisch onderzoek van het afgelopen jaar, had ik hem graag nog een paar vragen willen stellen, maar Bob (PA0BT) is op de gezegende leeftijd van 90 jaar in 2012 overleden.

Na ruim vijftig jaar schrijf ik nog steeds stukjes over mijn bevindingen in de Electron. Waren het eerst de vossenjacht verslagen, dat werden later enkele ervaringen op vakantie en sinds een aantal jaren foto impressies van de International Broadcasting Convention in Amsterdam RAI. Kennis en ervaringen kunnen delen vind ik het mooie van onze hobby.

Dit jaar is het alweer 10 jaar dat ik als vrijwilliger voor de Stichting Radio Examens betrokken ben bij het afnemen van zendexamens.

Bij het nakijken wordt ik altijd blij als we weer een “toppertje” hebben met nul fouten! Vanuit de SRE was ik ook betrokken bij een paar leuke klussen zoals het herzien van de oude N-examen opgaven en het beta-testen van de user-interface van het AT om een amateur registratie aan te vragen.

Op die examen locatie te Nieuwegein denk ik onwillekeurig wel eens terug aan mijn eigen morse examen dat ik daar in 2001 behaalde. Dat was voor mij wel “het lange pad”; ooit begonnen in Den Helder met de telmethode onder leiding van Willem van der Kraats (PA0RH), toen 20 jaar gestopt en eind ’90-er jaren de draad weer opgepakt bij Koos Sportel (PA3BJV) en tot slot nog wat examen- training in Hilversum bij Theo van Sas (PB1ATA).

Sinds enige jaren kan ik met mijn bescheiden radiostation met een YAESU FT897D en de AT897 autotuner in mijn open dipool voor 14 MHz ook tussen 5 MHz t/m 50 MHz een signaaltje neer zetten. Vanwege het niet optimale stralingsdiagram zijn de signaal rapporten niet gelijk. Met WSJT-X kan je dat weer erg mooi waarnemen. Weer een leuk studie object!

Tot slot

Wat mijn fascinatie voor radio is? Ik zou het iets breder willen trekken: voor mij geldt “wat je niet ziet, maar er toch is”. En zo zijn we misschien toch weer terug bij het begin. Van dat muurplaatje met “die twee gaatjes”, naar onverwachtse radiopropagatie effecten. Ik wil maar zeggen; “bijna een heel leven met radio”!

Best 73’s de Eddy Krijger (PA0RSM)

Geraadpleegde bronnen:

  • https://www.cq3meter.nl/nostalgie/dr-blan/
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Anomalous_propagation
  • https://www.pa3esy.nl/zelfbouw/pionier/html/pionier_set.html
  • https://www.pa3esy.nl/zelfbouw/pionier/pdf/pionier001.pdf
  • https://sites.google.com/view/ww2secretradiostation/radio-details-downloads/collins-radio-tcs
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Satellietgrondstation_NSO
  • https://www.veron.nl/vereniging/onderscheidingen/amateur-van-het-jaar/
  • https://a23.veron.nl/
  • https://a03.veron.nl/historisch-overzicht/
  • https://www.oldtimersclub.info/otc_sk.html
  • Electron 1965 – 1972
  • Vossenjachtarchief Jan Hoek (PA0JNH) 1965 – 1972

Naschrift:

Ten tijde van het verschijnen van dit artikel in november 2020, is van de volgende amateurs bekend dat zij helaas zijn overleden: Simon Hoogstraal (PA0MSH, sk 1993), Fokko van der Velde (PA0FOC, sk 2011), Henk van Hensbergen (PA0KHS, sk 2008), Henk Kanon (PA0HTR, sk 1998), Bob Manheim (PA0BT, sk 2012), Douwe Kooistra (PA0DKO, sk 2013), Anjo van der Gragt (PA0FAN, sk 2017), Chris Fraikin (PA0CJN, sk 2017), Cees Pot (PA0POT, sk 1993), Willem van der Kraats (PA0RH, sk 1983) en Geert Hoekstra (PA0VOK, sk 2020).

Terugblikken met Rob Kelder (PA0KEL)

(afdelingsvoorzitter 1980 – 1985)

Door Eddy Krijger (PA0RSM)

Terugkijkend op 75 jaar VERON afdeling Amersfoort, komen we als we het rijtje amateurs langs gaan uiteraard ook Rob Kelder (PA0KEL) tegen. Rob is, in de ruim dertig jaar dat ik hier woon, voor mij op een of andere manier verbonden aan het ontwerpen van printjes, schema’s, vossenjachten en het zelfbouwproject van de 80 meterband vossenjachtontvanger. Dat laatste ontstak bij mij zelfs weer de zelfbouwers vlam en ook mijn soldeerbout. Niet alleen dat, maar ook mijn vossenjagersbloed begon weer te borrelen.

Het vossenjagen loop als een rode draad door Rob’s leven.

Dit laatste heeft enige toelichting nodig denk ik, want mijn actiefste vossenjachtperiode lag in “Noord Holland boven het IJ”. Zonder het te weten, hebben Rob’s en mijn wegen elkaar daar gekruist. Dat verneem ik in een vossenjacht verslag uit 1967. Beide startte wij in een vossenjacht van de afdeling Zaanstreek. Rob werd 12e en ik moest uitvallen vanwege een kapotte bromfietsketting.

Amersfoort en vossenjagen is vele jaren onlosmakelijk verbonden geweest. Zo hadden we een echte vossenjachtcommissie waar Rob en Rient (PA3GXP) en later Maurice (PA3HHT), jarenlang actief in waren.. Rob en Rient hebben in 2018 mede voor hun inzet hiervoor een gouden speld ontvangen. Overigens waren de YL’s van Rob en Rient ook bekende verschijningen bij de vossenjachten, velddagen en andere evenementen. De XYL van Rob en van Rient hebben in de loop van de jaren tijdens de vossenjachten vele liters soep gekookt voor de jagers.

De soepvos met Sita en Henny.

Voor de liefhebbers is er ook nog een filmpje op YouTube te zien met onze bekende “soepvos” bestaande uit de XYL van Rob Sita en die van Rient (PA3GXP) Henny. Helaas is Rob’s vrouw op 23 januari 2012 overleden.

Nu kan ik het verhaal verder volschrijven met allerlei losse “wapenfeiten” uit ons afdelingsblad “’t Geruis”, maar leuker is het hem via z’n dochter Adinda dat zelf eens te vragen. Voor wie het nog niet weet; Rob is recentelijk verhuisd naar het “natte vak JO23TK – Ameland Island”. Voor de dagelijkse mantelzorg bleek het voor de familie beter hem dichterbij te hebben.

Maar nu toch nog even terug naar het begin; dat radio-virus is bij Rob toch ergens begonnen, omdat dit ver voor Adinda’s tijd was zullen wij ons moeten bedienen van externe bronnen, zoals de Electron, fotoarchieven en toelichtingen van onze oud gedienden. Zo lezen we dat Rob rond de jaarwisseling van 1957 lid werd van de VERON afdeling Zaanstreek.

Een speurtocht door de PA0-lijst van Remy (PA0AGF) gaf de eerste aanwijzing; de C-licentie werd in 1964 behaald en de woonplaats was toen Zaandijk, daarna is hij verhuisd naar Leusden, want in 1977 werd daar de B-licentie geregistreerd. Voor de nieuwkomers onder ons; de B-licentie was destijds een soort telegrafie opstapvergunning met 8 woorden per minuut.

Een telefoongesprek met zijn dochter Adinda licht het tipje van de sluier op. “M’n vader is in 1938 geboren en ook opgegroeid in Zaandijk. Het adres op de QSL kaart is van zijn ouders die op dat adres een fotografiezaak dreven. De familie woonde boven de zaak. Z’n vrouw Sita Keppel kwam uit het West Friese Dirkshorn. Toen ze in 1968 trouwde gingen ze in Heerhugowaard wonen.

Vandaar uit werkte hij bij een elektronicabedrijf in Limmen, zij repareerde en verkochten ook 27 Mc apparatuur.” Volgen John Piek (PA0ETE) was dat “vrijwel zeker de firma HANDIC, ook erg bekend van de politiescanners”.

De dochter Adinda is in Heerhugowaard geboren, maar zes maanden later (in 1972) verhuisde het kleine gezinnetje naar Leusden. Adinda vertelt: “Rob had daar een baan bij de firma Raak en later als rolstoelknutselaar. Hij ontwikkelde voor elke gehandicapte een andere besturing; tong, kin noem maar op. (Soms mocht ik wel eens rijden in die elektrische rolstoelen). Veel later kwam hij te werk in Amersfoort als werkplaatsassistent (amanuensis) fotografie. Hij deed daar veel met de leerlingen in de fotografie en video. De lerarenopleiding ging uiteindelijk over in de HKU (Hoge school der Kunsten te Utrecht), waar hij na een paar jaar een aanstelling als vakdocent fotografie kreeg. Dochterlief heeft daar ook haar opleiding afgerond, maar dan op de afdeling 3D Design/architectuur.

Vaders hobby is mij ten dele meegegeven; in mijn jonge jaren ging ik wel veel mee naar de VERON Pinksterkampen. Met radio en een lampjesbroche solderen en ook vossenjachten en had zelfs een luisternummer. Ik ging op wedstrijd zwemmen in Leusden en mijn moeder deed indertijd veel in het bestuur voor de Zwemclub De Haaien. Mijn vader reed ons ieder weekend altijd naar zwemwedstrijden in de omgeving”.

Het water bleef kennelijk trekken, want nu heeft ze samen met haar man een rondvaartbedrijf op Ameland, waar ze dagelijks tochten maakt naar de Robbenplaat en zo lijkt het cirkeltje weer rond.

Terug naar de hobby’s van Rob, volgens Adinda was hij in 1958 al lid van de Hobby Club Zaandam en als ik de foto zo bekijk zou het ook iets natuurkundigs kunnen zijn… Een soort jonge onderzoekers (DJO) avant la lettre?

Maar met al deze informatie zou hij dus bekend moeten zijn bij een van de stamoudsten van de VERON afdeling Zaanstreek; Jan Hoek (PA0JNH). Op mij vraag aan Jan “Ken jij Rob Kelder uit de jaren ’60, hij deed toen C-examen en woonde in Zaandijk. Bij ons in Amersfoort zat hij in de vossenjachtcommissie. Deed hij ook nog iets op landelijk niveau? Rob z’n radiomaatje in die tijd was ene Geert Prummel.”

Jan Hoek (PA0JNH) en Rob (PA0KEL) in actie tijdens de Zaanse vossenjacht te Uitgeest
op 23 augustus 1970.

Het antwoord dat ik van Jan (PA0JNH) kreeg is ook interessant voor ons allen, dus deel ik dat graag even: “Jazeker, hij is iets ouder als ik en ook iets eerder geslaagd voor het amateurexamen. Vanaf 1962 komt hij voor in de uitslagen van de Zaanse vossenjachten . Hij was actief op 2 meter en ik ben ik de jaren ‘60 bij hem geweest en ook zijn we in die tijd met zijn autootje wel naar amateurevenementen zoals VPK etc. geweest. Een ‘soortgenoot’ is Geert Prummel (PA0GPR), die net als ik bij PTI (Philips Telecommunicatie Industrie) in Huizen werkte. Hij is nooit op landelijk niveau actief geweest”.

Koos Sportel (PA3BJV): “de B-machtiging in 1977 is door Rob kennelijk zelfstandig behaald, want in de 70er jaren was er wel een CW cursus, gegeven door PA0PHK , de heer Wout Koolstra , bij Anthonie Ravenhorst, maar daar heeft Rob het CW niet geleerd.”

De familie Kelder aan het vossenjagen op 13 mei 1979 (archieffoto A. Rem (PA0MRD)).

Rient Bartelds (PA3GXP): “Samen met Rob veel aan zelfbouw gedaan. In de jaren tachtig iets met een 2-meterband ontvanger. Later aan de Leusderweg een ATV zender in de 70-cm band. En in Bunschoten een project met 80 meterband vossenjacht ontvangers. Over deze zelfbouw projecten is mogelijk in het ’t Geruis nog wel iets terug te vinden. Hiervoor heeft hij ook ARDF-zenders gebouwd deze worden ook bij de vossenjachten gebruikt in Amersfoort”.

Rob was dus echt een bouwer, de verbindingen waren noodzakelijk om te kijken of het werkte. Adinda bevestigd dat: “De meeste verbindingen werden volgens mij tijdens de vakantie gemaakt.”

Op de vraag hoe Rob in het afdeling bestuurswerk terecht kwam weet een van de oud bestuursleden John Piek (PA0ETE) iets meer te vertellen. “Ik deed met Rob vanaf ongeveer 1978 samen vossenjachten, waar ook OM A. van Dijk (PD0DCH) een grote rol in speelde. Ik ben zelf in 1979 tot het afdelingsbestuur toegetreden. In 1979 was de eerste PA6KEI waarvoor Jan Willem Walraven Borst (PA3BHQ) de initiatiefnemer was en ik zelf de grote gangmaker die iedereen bij elkaar bracht. PA6KEI heeft vier keer plaatsgevonden, de eerste twee keren waren dat heel grote evenementen. We hadden hiervoor een groot deel van gebouw de Flint tot onze beschikking, en dat gedurende de anderhalve week dat het belangrijkste evenement van Amersfoort plaatsvond. Ik was destijds tot het bestuur toegetreden om de kloof de dichten tussen de nieuwe D-amateurs en de bestaande amateurs. Hoewel ik een A-machtiging had werd ik vooral tot de nieuwkomers gerekend. Ik heb toen de stap gezet om tussen de gevestigde mensen in het bestuur te gaan zitten. Het rare was, toen de kogel eenmaal door de kerk was zat het bestuur de keer erop helemaal vol met nieuwkomers.”

In Rob z’n bestuursperiode waren wij een behoorlijk grote afdeling. In 1982 kende onze afdeling zelfs een “high time ever” piek met 408 leden!

Mogelijk is de invoering van de 27 MHz MARC regeling op 3 maart 1980 daar ook debet aan, maar de stijging van ons ledental was al veel eerder ingezet. Dit is ongetwijfeld het gevolg van de invoering van de D-machtiging met het eerste zendexamen op 27 november 1975.

Onze afdeling kende in die tijd dan ook een groot afdelingsbestuur met zeven amateurs! Op het eerste gezicht een gemêleerd gezelschap met de nodige (gelijk gestemde) zelfbouwers! Alhoewel de “Japanse koopdozen” meer en meer de overhand kregen op de zelfbouw, zag je nog tot zo’n tien jaar terug Rob vaak vlak naast Peter Stuart (PE1DSW, later PA3EPX) zitten; printontwerpen en schakelingen te doorgronden.

Janny van Nieuwenhuizen-Kamp (PA3BOR), Ernst Flinkerbusch (PE1DZY) en Rob (PA0KEL) – 1982.

In de jaren dat Rob voorzitter was (1980 t/m 1984) waren de volgende amateurs in de loop van de jaren in het bestuur actief: secretaris: Henk de Ronde (PA0JMD) en Peter Stuart (PE1DSW); penningmeester: Janny van Nieuwkerk-Kamp (PD0HFV – PE1FEK – PA3BOR) en Cor v d Wetering (PA3COM); leden van het bestuur: Jan Over (PE0JHO – PA2JHO), Jan Tuithof (NL4405), John Piek (PA0ETE), Bert Delmaar (PA3AGW), Ep de Ruiter (PD0HNF), Jan Willem Walraven Borst (PA3BHQ), Ernst Flinkerbusch (PE1DZY), Eef de Ferrante (PD0JDX), Evert Beitler, (PA3AYQ), George d’Arnaud (PA3BIX) en Jan van Dalum (PE1JHU).

Als laatste heb ik aan Adinda gevraagd wat was het leukste wat dat jullie hebben meegemaakt? Adinda: “Ja dat weet ik nog dat was op de kerstbijeenkomst van 1988: ik ben toen niet mee naar binnengegaan. Later bleek dat hij zijn baard had moeten afscheren omdat de Kerstmanbaard niet goed paste. Dat was vooral voor mijn moeder en oma een hele grote schrik. Even later liet hij zijn snor staan (zo’n bloot hoofd was wel erg bloot en koud), welke prachtig oranje van kleur was! En zo zijn er toen “familiefoto’s” gemaakt. Deze stonden al heel lang gepland. Mijn oma heeft deze foto nooit opgehangen omdat ze iedere keer naar mijn vaders snor moest kijken . . .”

Ik heb op het einde van het gesprek met Adinda haar bedankt voor dit interview en gevraagd of zij de groeten over wil overbrengen aan Rob van alle amateurs uit onze afdeling en hem al het goeds toe te wensen op het mooie eiland Ameland.

Geraadpleegde bronnen:

  • Remy Denker (PA0AGF): PA0-database
  • Gerard Nieboer (PA1AT): Historische QSL-kaarten verzameling
  • Jan Hoek (PA0JNH): Foto en Vossenjachtarchief A46 Zaanstreek
  • Eddy Krijger: PA0RSM: YouTube filmpje (https://www.youtube.com/watch?reload=9&v=PHBYwGxWoAU)
  • Adinda Kelder: https://robbentochten.com/nl/
  • Frank van Hamersveld (PA3DTX) : bibliotheek en archief VERON Amersfoort.
  • https://a03-static.veron.nl/afdeling/amersfoort/archief2.htm
  • static.veron.nl/afdeling/amersfoort/bladen/bladen.htm
  • https://www.hobbyclubdordrecht.nl/files/Geschiedenis_Hobby_Club_Dordrecht.pdf
  • Koos Sportel (PA3BJV), John Piek ( PA0ETE), Rient Bartelds (PA3GXP): diverse toelichtingen
  • https://www.cbmuseum.nl/Handic_scanners.htm

Twee artikeltjes uit ’t Geruis oktober 1995 – 50 jaar VERON

In de afgelopen maanden hebben we teruggekeken naar het ontstaan van de VERON afdeling Amersfoort, maar 21 oktober is het exact 75 jaar geleden dat, toen met een hamerslag te Hilversum, onze VERON is opgericht! Onze afdeling behoorde met haar delegatie tot “The Founding Fathers”. Ook hebben we aan de hand van verhalen van amateurs en krantenartikeltjes terug kunnen kijken in de rijke geschiedenis van onze afdeling.

Het had dit jaar zo anders kunnen zijn rond de herdenking van ons 75-jarig bestaan als het coronavirus niet was uitgebroken. Eigenlijk is de PI75AMF call het enige officiële dat dit jaar ons daaraan doet herinneren.

Hopende dat we volgend jaar samen deze mijlpaal alsnog kunnen vieren vindt u hier twee artikeltjes die hebben gestaan in ’t Geruis rond het 50-jarig bestaan van onze afdeling.

50-jarig jubileum VERON – VERON Amersfoort

Wij hadden feest, omdat onze afdeling 50 jaar geleden werd opgericht. Onze voorzitter Heijmen Ceelen (PA3AGI) opende de avond met een toespraak(je), waarin hij onze eregast PA3ADR (mevr. Agnes Tobbe-Klaasse Bos), de landelijk voorzitter van de VERON en haar OM verwelkomde. Uit erkentelijkheid voor haar aanwezigheid kreeg zij een boeket bloemen aangeboden.

Heijmen memoreerde het verleden van onze afdeling. Wij weten niet precies de datum van oprichting, maar die ligt zo ongeveer in oktober 1945. Voor de tweede wereldoorlog was er ook al georganiseerd radioamateurisme in de regio onder de vlaggen van de NVIR en de VUKA.

Frank van Hamersveld (PA3DTX) heeft een boek samengesteld en we konden dit ter plaatsen inzien.

Heijmen besteedde verder aandacht aan die leden die zich bijzonder verdienstelijk hadden gemaakt voor de VERON. In de eerste plaats Hilde Sportel (PA3EKW), Koos Sportel (PA3BJV) en Naldo Wyvekate(PA3DRN) voor hun activiteiten met betrekking tot het VERON Pinksterkamp. Zij werden in het zonnetje gezet en kregen een bloemetje. Ook op de Dag voor de Amateur hebben leden van onze afdeling veel hulp verleend onder leiding van Naldo (PA3DRN).

Verder stonden de lopende projecten voor de VAM-avonden tentoongesteld en dankte Heijmen Mark Karsbergen (PE1NPM, Frans Geurtsen (PE1OMZ), Henk de Ronde (PA0JMD), Hans Verberne (PA3GDQ) en Jan Spierenburg (PD0AUQ) voor hun toewijding en inventiviteit. Evert Beitler (PA3AYQ) doet al sinds 1980 de Ronde van Amersfoort! Ook hebben wij “aan de weg getimmerd” door demo’s te verzorgen bij de Vereniging Spierziekten Nederland en de Amersfoortse Reddingsbrigade.

Toen kwam de klap op de vuurpijl: Het geschenk wat wij als afdeling aan ons zelf gegeven hebben. (Zoiets als een sigaar uit eigen doos, hi.) Het begon toen Bram Nobel (PA0BNO) ons opbelde en vroeg of wij niet geïnteresseerd waren in een uitschuifbare 16 meter hoge antennemast (gratis en voor niets, wel te verstaan). Jawel, natuurlijk. Een afvaardiging van onze afdeling er meteen op af en was zo enthousiast dat er meteen een aanhanger gehaald werd en mee naar huis… Verdere investeringen bestonden uit een tweedehands tandemasser, een heleboel verf, ijzer, smeer en vooral puur professioneel handwerk, dat geleverd werd door Heijmen Ceelen (PA3AGI), Jan Spierenburg (PD0AUQ), Henk de Ronder (PA0JMD), Koos Sportel (PA3BJV), Hans Verberne (PA3GDQ), Gerald Versluis (PE1PBU) en Willem Polhout (NL10330). De aldus ontstane transportabele mast stond buiten opgesteld (gewoon prachtig!) en werd door onze landelijke voorzitter PA3ADR ingewijd door het hijsen van de VERON-vlag. Dit alles onder grote belangstelling en luid applaus. Foto’s werden gemaakt door Henk Gout (PE1OEF), de “hoofdverslaggever” van Electron.

Daarna hield Agnes (PA3ADR) een korte toespraak, waarin ze namens het HB ons feliciteerde met ons jubileum en haar dank uitsprak voor de actieve rol die onze afdeling ook in het landelijk gebeuren speelt. Ondanks het feit dat de VERON groot geworden is moeten wij blijven trachten het contact tussen HB en afdelingen te bewaren. Om dit te ondersteunen wordt er volgend jaar een studiedag voor afdelingsbestuursleden gehouden. Zij wenste ons veel succes voor de toekomst, en dat zal, gezien de ervaringen van de afgelopen 50 jaar, best lukken. Tenslotte overhandigde zij een plantenmand aan onze voorzitter, die wellicht tot opfleuring van de VAM-avonden zou kunnen dienen.

Het grootste deel van de avond werd verder in beslag genomen door een gezellig onderling QSO met koud buffet (bereid door de koks van het Burg. van Randwijckhuis), diverse uitstekende alcohol-houdende en -vrije drankjes en achtergrondmuziek verzorgd door John Jekel (PD0PAG) (bedankt, John, het was gezellig).

Een aantal scouts van Roncalli, Nijkerk hebben ons bijgestaan met de bediening en vooral het opruimen en de afwas. Jullie ook hartelijk bedankt. Al met voor alle aanwezigen een bijzonder gedenkwaardige avond.

Kees de Haan (PA3ARV), afdelingssecretaris

Zomaar een verhaaltje uit de geschiedenis
van de 50-jarige VERON-A03-Amersfoort

Eind jaren 70 werd ik gedwongen naar een andere regio te verhuizen, omdat mijn werk werd verplaatst. Om meer te weten te komen over deze regio, probeerde ik in contact te komen met de zendamateurs aldaar. Op een morgen luisterde ik naar het Nederlandstalig amateurnet, op 3600 KHz, en hoorde de call PA2PWD – QTH Leusden – OM Will van Dongen (inmiddels SK).

Het callboek erbij, adres opgezocht en snel de telefoon gepakt en ziehier het eerste contact met Leusden was gelegd, zij het via de 600 Ohm lijn. OM Will en zijn YL Jane nodigde mij uit om eens langs te komen indien ik naar Leusden was verhuisd. Een paar weken later zo gezegd zo gedaan. Tevens werd mij daar verteld dat er afdelingsbijeenkomsten waren in de Eemgaarde te Amersfoort.

Bij mij in de buurt, ik woonde op de Asschatterweg, woonden nog veel meer zendamateurs, dus maar eens op een zondagmorgen rond gewandeld en natuurlijk naar antennes uitgekeken (het kenmerk van de zend- en/of luisteramateur). Ik ontdekte wat antennes in de buurt t.w.v. Fred Marks (PA0MER), Rob Kelder (PA0KEL), Henk Peters (PA0FAS) (SK), Bert Oever (PA0BVO), Hans Moorhoff (PA0HML). Hoe nu in contact te komen met al deze amateurs.

Tijdens mijn eerste VERON afdelingsvergadering, werd gevraagd om een QSL-referentie voor Leusden en zie hier mijn kans. De volgende morgen fietste ik, tezamen met mijn zoontje Arjan, heel Leusden rond t.b.v. de QSL-kaartenverzorging. Een genot om te doen, waar we beiden heel veel plezier aan beleefden en ik gelijk alle amateurs uit Leusden leerde kennen. Op de vele fietstochten, met mijn zoontje Arjan voorop, kwamen wij ook terecht bij een wel heel vreemd hok met ernaast een knots van een antennemast.

De nieuwsgierigheid was gelijk gewekt, even in de gaten houden wie hier aan het pionieren waren. Vele fietstochten later kwam de oplossing. Het bleek te gaan om een experimenteel station, werkend onder de call PA6MB (MoonBounce).De verantwoordelijke zendamateurs waren Fokko Velde (PA0FOC), Henk Peters (PA0FAS) en Joop Vaartjes (PA0JOP). Dit trio had een speciale toestemming om met hoogvermogen via een op de kop getikte schotel en affuit inclusief gradenverdeling, via de marine gekregen, te kunnen “MoonBouncen”.

Wat nog meer bijzonders aan dit station was, dat men werkte met een parametrische versterker, de afregeling was dusdanig specialistenwerk, dat de sterrenwacht te Dwingelo, bij hoge uitzondering afregelhulp verleende, vanwege dit staaltje van topklasse zelfbouwwerk.

Tijdens de vele morgensessie’s op het toenmalige Nederlandstalig amateurnet (3600 kHz) met als netleiders Martin de Koster (PA0DK) (SK), Frits Niewold (PA0RAS), Leo vd Toolen (PA0NP) (SK) en Ger Otterman (PA3AGQ), ontmoette ik Boy de Leeuw (PA0BL), die mij vroeg wat ik voor vreemde call had. Na jarenlang inactief te zijn geweest pakte Boy de draad weer op en hoorde voor hem vreemde calls op de band (PA3, wat is dit voor een call?). Na een kleine uitleg mijnerzijds en gelijk een uitnodiging voor de volgende maandbijeenkomst in de Eemgaarde, werd Boy de Leeuw weer actief binnen de VERON. Helaas is PA0BL Silent Key.

Ook de Amersfoortse gang leerde ik kennen b.v. Jaap Nieuwerk (PD0DBD) met XYL Janny (PA3BOR), Peter van Werkhoven (PA0IY) en XYL en nog vele anderen teveel om op te noemen. Niet te vergeten mijn vroegere treinmakkers, Chris van den Berg (PA3CRX) en Dolf Butselaar (PE1AAP) (sorry jongens, maar de vierwieler is nu mijn vervoer).

Bij de vele reizen naar b.v. SU- en CT-land heb ik door deze hobby vele vrienden leren kennen.

Tenslotte dit: IK BEN TROTS, DAT IK EEN ZEND- EN LUISTERAMATEUR BEN en tot deze 50-jarige afdeling behoor (PROFICIAT). Een wereldwijde hobby, zonder aanzien des persoons.

Wim Beekman (NL 4509,PA3AGZ, ex PE 1 BYJ)

 


Ten tijde van plaatsing van dit artikel (oktober 2020) waren de volgende genoemde amateurs bekend bij ons als Silent Key: Pim Seckel (PAoSEC), Frans de Feber (PA2RNI), Peter van Werkhooven (PAoIY), Will van Dongen (PA2PWD), Henk Peters (PA0FAS), Hans Moorhoff (PA0HML), Boy de Leeuw (PA0BL), Kees de Haan (PA3ARV), Heijmen Ceelen (PA3AGI) , Wim Beekman (PA3AGZ), Jaap Nieuwerk (PD0DBD), Hans Verberne (PA3GDQ), Willem Polhout (NL10330), John Jekel (PD0PAG), Leo vd Toolen (PA0NP) en Martin de Koster (PA0DK).

Het ballon-experiment van PAoSEC/A – 1976

A. J. Klein (PAoAAK), Scherpenzeel

Het ballon-experiment in Amersfoort – Op 16 en 17 november 1976 experimenteerde de afdeling Amersfoort ter gelegenheid van de JOTA met een antenne die bevestigd was aan een weerballon. Op de foto het moment van oplaten van de ballon door PAoAAK onder toezicht van PAoSEC.

Op 16 en 17 november, verleden jaar, tijdens het padvindersweekeinde liepen in de afdeling Amersfoort drie rode draden parallel, te weten: het landelijk station PA6RSN, het radiostation van De Soekwa-groep (PAoSEC) en tenslotte: een ballon-experiment.

Over dat laatste punt geven we nu een beschouwing. Misschien dat er – met de fraaie zomermaanden, alsmede het VERON-Pinksterkamp in het vooruitzicht – lezers zijn, die óók eens een antenne aan een ballon willen oplaten …

Dat kan dan nu, wanneer u een beetje rekening houdt met onze ervaringen! Waarom we dat experiment hebben opgezet? Dat zit hem in het terrein van de Soekwa-groep, een bebost gebied gelegen tussen de Amersfoortse berg en de Utrechtse heuvelrug. Deze lokatie levert ons bij het twee meter werk elk jaar weer problemen op. Vandaar die voor de hand liggende gedachte om eens een antenne aan een ballon op te laten. We hadden hiervoor, samengevat, drie uitgangspunten: 1. het verbeteren van de zend- en ontvangstrapporten bij de padvindersdeelnemers; 2. belangstelling in de uiteindelijke resultaten; 3. verschillende mogelijkheden om het geheel tot uitvoering te brengen.

Dat we goede resultaten zouden boeken stond eigenlijk tevoren al vast. Daarom willen we over dit punt vrij kort zijn. We vergeleken de rapporten met een 9-elements kruisbeam die op 15 meter hoogte was opgesteld met die van de groundplane aan onze ballon die op 30 meter hoogte zweefde.

Rapporten met een verbetering van meer dan twee S-punten waren geen uitzondering, ondanks het feit dat er meer dan 60 meter coax tussen antenne en transceiver aanwezig was. Zelfs de grootste pessimisten onder ons konden spreken over een gelukt experiment en een fraai resultaat … Over de mogelijkheid van het oplaten van een ballon lieten wij ons tevoren zo goed en kwaad als dat ging informeren. Uiteindelijk was er op korte termijn slechts één mogelijkheid, namelijk een gasgevulde ballon. Het hiervoor meest geschikte gas is waterstof. Dat is het lichtste gas voor een dergelijk doel, prettig in prijs, maar minder prettig in gebruik, het explosiegevaar in aanmerking genomen.

Het beste alternatief is helium, iets zwaarder, maar een stuk duurder. Het kost ongeveer vier maal zoveel; het is u wellicht wel bekend van de kinderballonnetjes.

Het kopen van dit vrij dure, maar ongevaarlijke gas, werd ons mogelijk gemaakt door OM Jan Tuithof (NL-4405) en niet in het minst door de xYL van OM Jules Kannemans (PEoJKA), die het zelfs presteerde op het laatste moment nog een aanvullende sponsor te vinden …

Het enige probleem was toen nog de ballon zélf …

Er werd tot aankoop overgegaan van enige weerballonnen, zoals die gebruikt worden bij het KNMI en bij de luchtmacht. Deze rode ballonnen van latex met een werkdiameter van 2 meter, gevuld met helium, hebben een opwaartse kracht van 6,5 kg, volgens de firma die ze verkoopt.

Een probleem is echter dat de „tuit”, de opening waardoor je de ballon vult, niet meer trekkracht kan verdragen dan 500 gram. De oplossing voor dit probleem kwam ook van de verkoper. Deze adviseerde ons een omhulsel te maken van een visnet, vitrage of iets dergelijks om zo de opwaartse trekkracht op te vangen. Besloten werd een „muilkorf” te maken van verbandgaren, omdat dit snel en goed te maken was. De rest was gemakkelijk. Aan de bovenkant van de groundplane kwam een oogje, waaraan de onderkant van de samengebonden muilkorf werd vastgebonden. De ankerkabel en antennedraad naar boven werden samengevoegd tot een coax kabel. We rekenden uit, dat het totale gewicht dat de ballon moest vervoeren ca. 2400 gram zou zijn, namelijk 500 gram voor de ballon-zelf met de muilkorf, 400 gram voor de groundplane en 1500 gram voor ca. 30 meter coax. Als netto stijggewicht bleef dus over 6,5 – 2.4 = 4.1 kg. Dat leek ons vrij redelijk.

Om uw enthousiasme nu iets te temperen eerst het volgende.

Wanneer u toestemming gaat vragen voor zo’n experiment, denkt u hier dan niet te licht over!

Een officiële aanvraag aan de gemeente leek ons wel raadzaam, gezien de te verwachten belangstelling van het publiek bij de JOTA. Enige punten waarop zeker gelet moet worden zijn o.a.: de ballon moet met drie bevestigingspunten aan de grond zitten, politie, brandweer en gemeenteinstellingen moeten op de hoogte zijn gebracht; bij onverwachte ontsnapping van de ballon moet o.a. de Rijksluchtvaartdienst in kennis worden gesteld. Dit alles en nog een aantal andere punten stond in een brief, die wij van de gemeente ontvingen en waaraan voldaan moest worden om de gevraagde toestemming te verkrijgen.

Op zaterdag 16 november 1976 was het dan eindelijk zover. De ballon werd gevuld en kon na enige strubbelingen worden opgelaten. Ja, kon … want even boven de bomen werd de ballon een prooi van de wind en hij maakte de gekste capriolen. Na enige pogingen die ons nog haast een ballon kostten, werd hij verankerd op ongeveer drie meter hoogte om zo wat rustiger weer af te wachten …

Tegen drie uur in de middag toen de wind merkbaar was afgenomen en juist toen het moment ons gunstig leek, het experiment opnieuw ter hand te nemen maakte een luide knal een einde aan onze illusies … Als een vod lagen de restanten en de g.p. op de grond … Er werd naarstig naar de oorzaak gezocht en na discussie met enkele deskundigen werd die inderdaad gevonden.

Bij de tweede ballon, die we zondagmorgen op lieten en die hetzelfde euvel zou vertonen konden wij, na vrij nauwkeurige voorspelling van het tijdstip, ons buiten nestelen en ook dit exemplaar zien sneuvelen! Maar dan wel op 30 meter hoogte, want de weersomstandigheden waren ideaal die dag.

Wat was er aan de hand geweest?

Onze grootste fout is geweest dat we niet goed geluisterd hadden naar de ballonnen-firma. Onze mazen van de muilkorf waren te groot en als de binnenband van een fiets die door een gat in de buitenband komt kijken, zo verging het ook onze zeer dunne ballon, die onder de voortdurende opwaartse druk van het gas aan de bovenkant de gekste vormen ging aannemen…

Beter zou dus geweest zijn een bijna gesloten omhulsel te maken waartoe zich elk licht en sterk materiaal zou hebben geleend. Men moet daarbij dan ook nog in aanmerking nemen dat de trekkracht soms veel groter kan worden dan de netto- opwaartse kracht wanneer de ballon eenmaal ten prooi valt aan de wind.

Al met al was het een zeer geslaagd experiment, vooral omdat de tweede dag veel verbindingen met “stroke-ballon” gemaakt konden worden.

We zijn ons er in de afdeling Amersfoort van bewust dat we geen „first” gemaakt hebben. De lokatie (bebost terrein) had ook niet slechter gekund, want vliegers en ballonnen kun je nu eenmaal beter oplaten op de hei, aan het strand of op de Razende Bol … Maar de resultaten zijn van dien aard dat het experiment zeker nog eens zal worden herhaald.

De prijs van het gas in aanmerking genomen zijn er echter inmiddels alweer andere ideeën bij ons gerezen maar daarover misschien een volgende keer.

Tenslotte nog de mededeling dat de medewerkers aan dit project waren: Pim Seckel (PA0SEC), Juul Kannemans (PE0JKA) en xYL, Jan Tuithof (NL-4405) en Arnold Klein (PE0AAK).

Bron: Electron mei 1977 – blz. 238.

Radiozendamateurisme – 8 augustus 1981

door J. Cordia

“Het is een fascinerende hobby. Als je er eenmaal mee begonnen bent, blijf je er tot je laatste snik mee doorgaan”, aldus Jan Over, gelicenceerd zendamateur te Amersfoort over zijn favoriete bezigheid, het radiozendamateurisme. Jan Over is een van de ruim 10.000 officiële zendamateurs die Nederland telt. Zendamateurs zoals Jan Over hebben in tegenstelling tot de 27 MC’ers of communicatie-amateurs een of meer examens afgelegd alvorens een zendmachtiging te krijgen.

Toch worden ze vaak op één hoop geveegd met de ’tokkelaars’ van de ‘burgerband’ of – wat ze nog erger vinden – met etherpiraten. En dat verdriet hen zeer, want daardoor krijgen zij vaak de schuld van door niet-gemachtigden veroorzaakte storingen. Ton Bleeker, een andere zendamateur die in Woudenberg zijn domicilie heeft, kan er over meepraten.

Met hem en met zijn mede-hobbyist spraken wij over gebruik en misbruik van de ether in het algemeen en over het aan straffe regels gebonden zendamateurisme in het bijzonder.

Een radiozendamateur is geen 27 MC’er en zeker geen etherpiraat

“Het is een fascinerende hobby. Als je er eenmaal mee begonnen bent, blijf je er tot je laatste snik mee doorgaan”, aldus Jan Over gelicencieerd zendamateur te Amersfoort over zijn favoriete bezigheid, het radiozendamateurisme. Jan Over is een van de ruim 10.000 officiële zendamateurs die Nederland telt. Zendamateurs zoals Jan Over hebben in tegenstelling tot de 27 MC’ers of communicatie-amateurs een of meer examens afgelegd alvorens een zendmachtiging te krijgen. Toch worden ze vaak op een hoop geveegd met de ’tokkelaars’ van de ‘burgerband’ of – wat ze nog erger vinden – met etherpiraten. En dat verdriet hen zeer, want daardoor krijgen zij vaak de schuld van door niet-gemachtigden veroorzaakte storingen.

Ton Bleeker, een andere zendamateur die in Woudenberg zijn domicilie heeft, kan er over meepraten. In het dagelijks !even is hij radio- en tv-technicus en in die functie krijgt hij nogal eens te maken met klachten over storingen. Maar vrijwel nooit zijn erkende amateurs daarvan de oorzaak. Niet voor niets is etherpiraterij een misdrijf. Dat wordt weleens vergeten, zegt hij. Met hem en met zijn mede-hobbyist spraken we over gebruik en misbruik van de ether in het algemeen en over het aan straffe regels gebonden zendamateurisme in het bijzonder.

In de ether is het bijzonder druk. Tot de gebruikers behoren onder andere de zendgemachtigden die we beter kennen als de omroepverenigingen. Maar omdat radiogolven niet bij de grenzen ophouden kunnen in ons land ook de buitenlandse uitzendingen ontvangen worden. Dit soort zendt meestal met groot vermogen uit op daartoe speciaal aangewezen golflengtes. Vooral de tv-zenders met hun beperkte bereik hebben veelal een zeer groot ver- mogen. Dan is er de groep 27 MC’ers of communicatie- amateurs, zoals ze officieel worden aangeduid. Deze categorie telt nu al zo’n 200.000 deelnemers. Zij zenden uit- sluitend uit op 27 MC band met een zendertje van maximaal 0,5 watt. Aan hun vaardigheid wordt geen enkele eis gesteld. Het enige wat ze doen is met elkaar babbelen of tokkelen, zoals dat in hun jargon heet.

De derde categorie gebruikers – in dit geval: misbruikers – wordt gevormd door de etherpiraten. Hun aantal is onbekend, maar de indruk bestaat dat er steeds meer komen, ondanks het vrijgeven van de ‘burgerband’ en de mogelijkheid om erkend zendgemachtigde te worden. Maar hun doelstellingen zijn dan ook niet te vergelijken met die van zendamateurs en zelfs niet met die van de tokkelaars. Hun bezigheid varieert van het uitzenden van schier professionele tv- programma’s, compleet met commerciële spots tot het eindeloos draaien van muziek. Hun apparatuur varieert van goedkope, eenvoudige toestelletjes tot kostbare zenders, waarvoor een officiële zendgemachtigde zich niet zou behoeven te schamen. Zij zijn met recht etherpiraten, omdat ze illegaal bezig zijn.

PTT-examen

Tenslotte- afgezien clan van het radiover- keer tussen schepen, in de luchtvaart en dergelijke- is er dan nog de categorie radio- en tv-zendamateurs. In Nederland zijn er ruim 10.000 mensen die zich zo mogen noemen. Zij zijn minimaal in het bezit van een D-machtiging. Zo’n machtiging vergt al gauw een jaar blokken voor iemand zonder technische vooropleiding. Dat wil zeggen als hij voor het door de PTT afgenomen examen slaagt. Het examen heeft betrekking op een aantal geldende bepalingen en voorts op de techniek die bij deze vorm van communicatie te pas komt.

Apparatuur voor 2 meter en 70 cm

Met een D-machtiging mag men uitzenden op 6 kanalen van de 2 meterband (145,250 tot 145,400 MHz). Legt men vervolgens een technisch examen op een hoger niveau af, dan verkrijgt men een C-machtiging. Dan mag men op alle kanalen van de 2 meterband en hoger werken, voor zover voor amateurgebruik vrijgegeven. Men is vrij in de keuze van modulatie (AM, FM, etc.). B- en A-machtigingen bestaan ook.

Daarvoor moet men zowel morseseinen kunnen ontvangen als uitzenden met een bepaalde snelheid, gedurende enige tijd. Dan mag men ook op de korte golf werken en ligt de wereld in feite open, omdat het dan mogelijk is met een betrekkelijk zwakke zender de andere kant van de aarde te bereiken. Overigens mogen die uitzendingen al leen betrekking hebben op de techniek.

Een kort persoonlijk babbeltje kan nog net door de beugel, maar verder reikt dat niet. De PTT luistert in Nederhorst den Berg permanent de amateurbanden af om eventuele overtreders van de regels te kunnen waarschuwen en bij recidive hun machtiging te ontnemen. Wat dat betreft staan de officiële amateurs onder een heel wat straffere controle dan de piraten en de 27 MC’ers, omdat die alleen na het indienen van klachten gepakt worden. Althans die indruk hebben de heren Bleeker en Over. Overigens worden ze niet graag in een adem genoemd met piraten en 27 MC’ers. Het doel van het radiozendamateurisme is onderzoek. Daarom zouden de amateurs zich over het algemeen wel aan de vrij strenge bepalingen die voor hen gelden.

Pioniers

In feite danken de huidige omroepverenigingen hun bestaan aan de pioniers van het zendamateurisme. De naam van de VARA (Verenigde Arbeiders Radio Amateurs) herinnert nog aan die tijd.

Wettelijk was er toen niets geregeld maar de amateurs experimenteerden al. Voor 1929 waren deze amateurs eigenlijk ook, illegaal! Zij zijn het ook die de bruikbaarheid van de korte golf hebben. ontdekt.

Toen het drukker in de ether werd, kwam er een regeling op nationaal niveau en op internationaal niveau, want de amateurs verdwenen niet toen het omroepbestel gestalte kreeg. De Technische interesse bleef. Dat is ook de verklaring dat het zendamateurisme bloeit als ooit te voren. De mogelijkheden zijn tegenwoordig ongekend. Je hebt bij deze hobby alle kansen om je kennis te vergroten, vertelt Bleeker. De bedoeling is dan ook dat je experimenteel bezig bent. De mogelijkheden zijn onbegrensd. Daartoe staan niet alleen de modernste elektronische snufjes ter beschikking (tv, computer, telex, etc.), maar zelfs satellieten. Inmiddels zijn er al een stuk of 9 Oscars. (Orbit Satellite Carrying Amateur Radio) in de ruimte gebracht door de Amerikanen in samenwerking met o.a. Duitsers. Die satellieten mochten mee bij bepaalde lanceringen. Die satellieten kunnen worden gebruikt bij metingen en omzettingen (van een hoge naar een lage frequentie en omgekeerd). Er zitten bakens in (continue zendtoon) ten gerieve van amateurs die hun apparatuur willen afstellen (afregelen).

Doelstelling

Deze grote antenne is geschikt voor hoogfrequente wereldwijde verbindingen

Amateurs vind je in alle rangen en standen. De researchafdeling van Philips doet mee om voor de hand liggende redenen, maar ook scholieren, artsen, wao’ers, aow’ers, enzovoorts. De oudste Nederlandse amateur is 94 jaar en nog dagelijks actief. Als we over de grens kijken, zien we zelfs koninklijke amateurs, zoals koning Hoessein van Jordanië die een fervent hobbyist is. De een doet het meer dan de ander om de techniek, maar om vrijblijvend contact is het meestal niet te doen. Het zendamateurisme is meer en wil meer dan dat. Dat is nu eenmaal ook de oorspronkelijke doelstelling en die doelstelling is nooit veranderd. Onder die voorwaarden worden ook de machtigingen uitgegeven.

Om amateur te kunnen worden is technische interesse een eerste vereiste. Duur is het niet, want voor een paar honderd gulden kun je al een eenvoudig installatie (gebruikt) kopen. Maar aardiger is het natuurlijk zelf apparatuur te bouwen. Dan wordt het nog goedkoper. Men kan het overigens net zo duur maken als men zelf wil.

Stroom verbruikt een zender nauwelijks; minder dan een kleine gloeilamp. De PTT vraagt wel jaarlijks een kleine bijdrage (enkele tientjes) en daar blijft het zo’n beetje bij. De minimum leeftijd voor een zendamateur bedraagt 16 jaar (was 18 jaar). Dat geldt overigens alleen in Nederland, want in Amerika kom je wel amateurs tegen van 9 jaar!

Is men eenmaal zover dat men kan en mag zenden dan heeft men een schier onbegrensde hobby. Amateurs houden zich bezig met het natrekken van de mogelijkheden van de korte golf: op welke tijd en golflengte je bepaalde landen kunt bereiken. Het zendbereik wordt namelijk beïnvloed door allerlei factoren, zoals de 11-jarige cyclus van de zon (zonnevlekken). Daardoor is niet elk land altijd bereikbaar. Om precies uit te zoeken hoe de vork in de steel zit, is een technische uitdaging, aldus beide amateurs. Een ander voorbeeld van experimenten waarmee amateurs zich bezighouden is het zenden van radiogolven naar de maan en dan proberen die weer op te vangen, waarna men bepaalde conclusies kan trekken.

Contacten

Amateurs houden zich -uiteraard- ook bezig met contacten met andere amateurs. Dat zijn meestal particulieren. Alleen in het Oostblok gaat het vaak om scholen en verenigingen. Particuliere amateurs vind je daar minder, is de ervaring van de beide heren. Contacten met Europa zijn makkelijker te leggen dan met Australië en Nieuw-Zeeland, maar dat lukt ook wel. Jan Over is enthousiast over zijn contacten met Nederlandse immigranten overzee en met uitgezonden Nederlanders. Hij meent dat dergelijke contacten vooral aan gene zijde in een behoefte voorzien. Landen waar dergelijke amateurs zitten zijn onder andere Nieuw-Zeeland, Australië, de AntiIlen, Suriname, Indonesië, maar ook landen als Argentinië, waar Nederlanders een enorme pijpleiding aan het leggen zijn.

Een geslaagde -eerste- verbinding is goed voor een QSL-kaart, een bevestigingskaart. Dergelijke kaarten zijn weer goed voor bepaalde diploma’s en certificaten. In dat verband snuift Jan Over een beetje over het ruilen dat de ’tokkelaars’ doen met hun overigens totaal onofficiële kaarten. Erkende amateurs beschikken over een geregistreerde codenaam.

Men kan trouwens ook al meedoen met deze hobby door als luisteraar te fungeren. Er zijn genoeg luisteramateurs die er een behagen in scheppen boodschappen die hun via de ether bereiken op te vangen. De noodsignalen van de bij de Noordpool verongelukte ltaliaanse zeppelin van generaal Nobile werden allereerst door luisteramateurs opgevangen, zodat er alarm geslagen kon worden voordat de autoriteiten van de ramp op de hoogte waren, vertelt Jan Over.

Luister- en zendamateurs zijn hoofdzakelijk verenigd in twee grote verenigingen, VERON en VRZA. Deze verenigingen zorgen o.a. voor lessen aan hen die amateur willen worden, of een stapje hoger op de zendamateurladder willen doen. De verenigingen ontplooien allerlei andere activiteiten die ten doel hebben het luister- en zendamateurisme in Nederland te bevorderen en op een hoger peil te brengen. Jan Over, afdelingsbestuurslid, beschouwt het als een grote vriendenclub; amateurs zullen elkaar altijd te hulp schieten als dat nodig is of gevraagd wordt, zo is zijn ervaring.

Hulpverlening

Die hulp reikt verder dan de eigen kring en over de grenzen. Dringende berichten bij familiekwesties om mensen weer thuis te krijgen als ze in het buitenland vertoeven is er een voorbeeld van. In noodsituaties wordt weleens gezorgd voor het verzenden van medicijnen, als daartoe via de radio een verzoek wordt gedaan. Bij catastrofes zijn het vaak de amateurs die de eerste contacten met de buitenwereld leggen. In Nederland komt dat vrijwel nooit voor, al gebeurde het bij de watersnoodramp in 1953 wel degelijk. maar in het buitenland des te meer.

De heer Jan Over aan de knoppen van zijn zend- en ontvangapparatuur

Over de piraten in de ether laat Ton Bleeker zich duidelijk negatiever uit dan Jan Over. Zolang de piraten niet op de amateurbanden ‘inbreken’ laat Over het aan de PTT over wat ze er mee doen. Bleeker is duidelijk minder op ze gesteld. ‘Wij worden waak beschuldigd van storingen, terwijl de piraten daar verantwoordelijk voor zijn. Bovendien worden piraten en zendamateurs – door een verkeerde aanduiding – door elkaar gehaald en dat is onjuist. Onze apparatuur is door de PTT gekeurd, die van de piraten uiteraard niet. En hoewel etherpiraterij een misdrijf is, wordt er slechts zelden een gepakt. Dat komt omdat de straffen gering zijn. Hooguit een boete van een paar honderd gulden. Logisch dat de PTT alleen ingrijpt als er klachten komen. En voor het overige bezorgen de piraten ons een hoop werk (radio- en tv-techniek) door bet veroorzaken van storingen.

Beide heren zijn het er duidelijk over eens de ether niet vrij moet worden gegeven. Dan wordt het een puinhoop. Het kan trouwens niet, omdat er internationale afspraken gemaakt zijn. En als je naar Italië kijkt, zie je wat er van die ‘vrijheid’ terecht komt. Dat de puinhoop daar niet groter is, komt omdat men zich daar meestal bedient van lokale of streekzenders. Daar hebben alleen de Iuchtvaart en de krijgsmacht last van. Het zou gekker worden als ze het ook op de korte golf deden. Daar zijn de Russen nu weer erg sterk in. Die storen ontzettend op de korte golf. Dat is o.a. een gevolg van het doen van experimenten met radar over de horizon. Er zijn nog wel meer oorzaken, maar die vertellen ze je uiteraard niet. Berucht is in dit verband de zogenaamde Woodpecker Sound: het geluid van een tikkende specht.

Waar Bleeker wel voorstander van is, is het gebruik van satellieten voor de verspreiding van tv-programma’s. Al was het alleen maar vanwege de energiebesparing. Voor een televisiesatelliet die een groot deel van West-Europa bestrijkt is een zender van 500 Watt voldoende. Nu zijn er voor hetzelfde gebied talloze zenders van groot vermogen (tot een megawatt toe) nodig en dat scheelt nogal wat . En het voordeel van satelliet-tv is dat piraten er bijna onmogelijk tussen kunnen komen. Maar omdat het een politieke zaak is, blijft men er (te) moeilijk overdoen, is zijn opvatting over deze in wezen simpele kwestie.

Visueel gehandicapten

Jan Over merkt op dat zendamateurisme ook fijne hobby kan zijn voor visueel gehandicapten. Verschillende zintuigen komen er bij te pas, maar de ogen kunnen uitstekend vervangen worden door de tastzin, met name bij morse. Morse is overigens alleen weggelegd voor de gevorderde amateurs (B- en A-machtiging). Morse opnemen is een kwestie van horen, in je hersens omzetten en je hand commanderen het ‘vertaalde’ op te schrijven. Morse seinen is een kwestie van het lezen van een tekst (met de vingers als het om een blinde amateur gaat ), het vervolgens in de hersens omzetten in code en die via de hand overbrengen op de morsesleutel. Over noemt dat een samen- spel der zintuigen en wijst erop dat op het examen dat alles in een bepaalde tijd moet geschieden. Maar voor je zover bent, waarschuwt hij, ben je wel een jaar verder. Dan moet je wel elke dag geruime tijd oefenen, anders krijg je het niet onder de knie. En Bleeker voegt er aan toe dat als je het niet bijhoudt, de aardigheid zo weer verdwenen is. Maar heeft men eenmaal de kunst onder de knie en de machtiging in de zak dan gaat er een ongekende wereld voor je open, die je blijft fascineren tot je laatste snik meent Over.

Tv-beelden

Dit beeld zendt tv-zendamateur Ton Bleeker uit

Beide heren hebben zich ook beziggehouden met het uitzenden van tv-beelden. Maar hoewel zij dat nog steeds mogen, komt daar tegenwoordig bitter weinig meer van. De beperktheden zijn hier zo groot, dat de lol er al gauw af is. Men mag alleen technische informatie uitwisselen en wat statische beelden. Een close up van je gezicht of de huiskamer moet de uitzending dan een meer onderhoudend karakter geven, maar dat houdt niemand lang vol, waarschuwt Over.

Dit in schrille tegenstelling tot de tv-piraten die alles – maar dan ook alles uitzenden om de aandacht van een zo breed mogelijk publiek te trekken) op de normale kanalen, als de legale zenders de knoppen hebben dichtgedraaid. Half Amsterdam schijnt tot diep in de nacht de vaak dubieuze uitzendingen van een van de minstens twintig piraten die Amsterdam ‘rijk’ is, te volgen. Wat dat betreft voelen de legale amateurs zich weleens een beetje teveel op hun vingers gekeken, maar ze hebben er al mee leren leven. Zij hebben dan ook geen commerciële belangen hij die uitzendingen.

En daarom kunnen ze ook gemakkelijk besluiten om dit facet van hun hobby voor gezien te houden; er is immers nog zoveel aantrekkelijks over, al is de indruk die een buitenstaander krijgt van deze hobby er eerder een van verwondering dan van enthousiasme. Totdat echter ineens uit een kakafonie van geluiden de stem van een amateur uit het buitenland tevoorschijn komt, alsof hij om de hoek zit. Dan begrijp je iets meer van het fanatisme waarmee zendamateurs dagelijks uren achtereen aan hun knoppen zitten te draaien en ‘geheimtaal’ in een microfoon spreken. En dat is dan nog maar het begin van de pret, zo verzekeren de beide heren, want om het allemaal te begrijpen, moet men toch zelf een zendamateur zijn en dat is men niet een, twee, drie.

Bron: Nederlands Dagblad – Variant – 8 augustus 1981

 


Ton Bleeker (PA0TBW) ATV-pionier

door Eddy Krijger (PA0RSM)

Na het lezen van het artikel over Jan Over (PA2JHO ex PE0JHO) en Ton Bleeker zult u zich waarschijnlijk afvragen hoe is het verder gegaan met hen. Jan Over (PA2JHO) is op 17 juni 2007 op 82-jarige leeftijd overleden. Van Ton Bleeker waren geen sporen op internet te vinden. Het adres op QRZ.com blijkt minder dan 200 maal bekeken te zijn. Dat was weinig hoopvol.

Op zoek naar het adres van Ton, nadat ik informatie ingewonnen had bij enige amateurs in de regio, ben ik op een mooie dag naar het oude adres van Ton gereden. Op het adres wonen andere mensen, maar die wisten te vertellen dat de familie Bleeker circa 20 jaar geleden naar het oosten zijn verhuisd. Einde verhaal? Nee dus, want op de antenneregisterkaart van het AT zag ik dat een zendamateur zijn achterbuurman was. Een scherpe blik langs de daken gaven resultaat! Deze amateur J.G. Graner (PE1KBK) heeft nog contact met PA0TBW en vertelde dat deze in Emmen woont en van hem kreeg een telefoonnummer. Later op de dag heb ik Ton gebeld.

Ton Bleeker (PA0TBW) nu 79 jaar is in 1999 samen met vrouw en twee zoons verhuisd naar Emmen. Hier is hij niet meer actief. Hij is nu de trotse opa van twee meisjes van 2 en bijna 4 jaar.

Ook bij dit onderzoek ontstonden fraaie bijvangsten in de vorm van herinneringen van onze  amateurs aan Ton uit de tijd dat hij hier in Amersfoort actief was.

Koos Sportel (PA3BJV):

Ton Bleeker was de grote aanjager van ATV op 70 cm, in de werkplaats van zijn broer aan de Puntenburgerlaan kon je zijn ontwikkelingen volgen en een verhelderend praatje houden over dit toen nieuwe item. Elke zondagmiddag was er een ATV uitzending op 70, man wat waren we onder de indruk!!! Hij heeft dit jaren gedaan. Een mooie tijd.

Chris van den Berg (PA3CRX):

Van Ton Bleeker weet ik wel dat hij halverwege of eind jaren 70 aan ATV deed vanuit Woudenberg.  Uit de omgeving van Amersfoort was hij mogelijk één van de eersten, landelijk gezien was er denk ik eerder ATV-activiteit. Iets later waren er meer, o.a. Frans de Feber (PA2RNI) en John Piek (PA0ETE).

Een zender bouwen was in die tijd niet echt een heel groot probleem, wel om (betaalbaar) meer vermogen te maken. Een AM ATV-zender moet zeer lineair zijn. Een ander groot probleem was een geschikte videobron. Videorecorders waren in opkomst (drie systemen), evenals computers. Die konden gebruikt worden als videobron. Camera’s waren echt veel te duur en totaal niet vergelijkbaar met de huidige CCD kleurencamera’s.

Ik kon wel wat ontvangen met een zwart/wit TV’tje en begin jaren 80 een (buizen) converter (‘Nederland 2 kastje’) voorzien van wat C’tjes en zo het afstembereik wat verschoven. Later hetzelfde uitgehaald met een transistor converter waarover ik onder mijn toenmalige call PE1HMU in ‘t Geruis van juni, oktober en november 1983 heb geschreven. Bij Fred Vorstermans (RDS Electronics ) was voor fl.2,50 zo’n converter te koop (toevallig kwam ik er met de verhuizing nog één tegen). We waren in die tijd al bezig met plannen voor een ATV-repeater die er dus op dit moment nog steeds is (PI6ATS).

Begin jaren 80 had ik zelf een zender voor 70 cm gebouwd en die later voorzien van een 2C39 met waterkoeling (Remia fritessaus emmertje). Heb ik ooit een artikel over geschreven in CQ-PA. Ook waren er stations uit Amersfoort die eens meededen met een ATV contest vanuit het kippenhok in Leusden. Destijds werd ATV door Ton gepromoot bij o.a. PI6KEI, bij de Keistadfeesten.

John Piek (PA0ETE):

Ik heb in de jaren 80 veel contact met Ton gehad. Samen met Jan Over keek ik vaak naar zijn ATV-uitzendingen. Ton was er zonder meer de reden van ik met ATV begonnen ben, waar ik lange tijd mee actief gebleven ben.

Ton werkte bij installatiebedrijf Lomans die een  winkel op de hoek van de Utrechtsestraat Hellestraat in Amersfoort had. De lampenwinkel bestaat al lang niet meer, maar het bedrijf bestaat als naam van een installatiebedrijf nog wel.

De broer van Ton had een TV-winkel aan de Puntenburgerlaan, waar Ton naast zijn andere werk ook 1 of 2 dagen per week als monteur werkte. Daar ben ik meerdere keren bij hem in de werkplaats op bezoek geweest.

Nog wat informatie over onze TV-activiteiten

Ton (PA0TBW), Frans (PA2RNI) en ondergetekende waren in ruwweg de eerste helft van de jaren 80 naar mijn weten de enigen die in Amersfoort met ATV actief waren. Het bereik van de zenders was vrij gering, alleen met richtantennes kon je met gemak een afstand als naar Soest overbruggen. Daar waren ook meerdere amateurs actief, onder andere Hans van Egdom (PE1CYU), maar dat was pas wat later in de jaren 80, toen er ook in Amersfoort wat meer mensen bij kwamen. Kijken kon in die periode in een aantal gevallen door TV’s die iets lager dan gebruikelijk konden ontvangen (dat weren er veel met voorkeurstoetsen die met potmeters afgestemd werden). In de periode daarvoor werden vaak omgebouwde tweede net-kastjes gebruikt, converters uit de jaren 60 en begin jaren 70 die bedoeld waren voor oude TV-toestellen die alleen VHF-ontvangst hadden.

Shack van Ton (PA0TBW) uit de tijd dat hij in onze afdeling actief was

Ton had een zender volgens DJ4LB uit het blad UKW Berichte, ik had een zenderontwerp van na die periode gekozen dat wat slimmer van opzet was van DC6MR met een ontwerp uit Electron. Je kon in die tijd een zeer eenvoudige ATV-zender maken met twee stuks 2C39 vuurtorenbuisjes bijvoorbeeld. Dat was een zender zoals waarmee Frans (PA2RNI) enige tijd gewerkt heeft. Video is 5 MHz breed. Officieel kon je met zo’n eenvoudige zender (die in de veel grotere 70 cm band in de VS vaak gebruikt worden) alleen legaal zenden op 435 MHz met het video -5 t/m +5 MHz ten opzichte van de carrier. Legaal kon over meer frequenties als je de videobandbreedte verkleinde, dat kon zonder grote problemen wel tot 1,5 of zelfs 1 MHz (totale brandbreedte 2 MHz), maar dan kon je geen kleur meer uitzenden. Geluid zat bij dat type zender in alle gevallen buiten de amateurband als je dat toevoegde. Toch werd dat in die periode regelmatig zo gebuikt. De meeste van die eenvoudige zenders werkten op 434,250 MHz, de frequentie in het bandplan voor dat soort uitzendingen. Een deel van de onder zijband en de tweede keer dat de geluidscarrier voorkwam zaten dan buiten de band.

Zowel Ton als ondergetekende werkten met een zender die aan alle eisen voldeed. Die waren veel gecompliceerder. DJ4LB gebruikte een standaard TV-middenfrequent op 39 MHz en dat werd dan met bovenmenging naar 70 cm gemixt, waarbij de zijband door de bovenmenging werd omgekeerd. Op 39 MHz werd het signaal LSB gegenereerd, en door de bovenmenging werd dat daardoor dus USB. Analoge TV werkt met rest zijbandmodulatie inclusief carrier. In het bij ons gebruikte systeem zat er nog 1,25 MHz video onder de beelddraaggolf, in de UK was dat 750 kHz.

Nadeel van DJ4LB is dat als je hem niet zeer secuur bouwde (wat Ton overigens gedaan had) dat je moiré patronen kon krijgen doordat er toch producten van de mengcarrier in het video konden komen, met name als je ook geluid wilde toevoegen.

De zender van DC6MR genereerde een videosignaal dat USB was, rond kanaal 4 van de TV. Dat werd vervolgens met een harmonische van de 62 MHz oscillator waarop gemoduleerd werd, naar 70 cm gemengd. Daardoor was het onmogelijk dat de omzetting van het signaal naar de amateurband producten binnen de videoband veroorzaakte. Die zender gaf, ook bij redelijk slordige bouw een goede kans van slagen. Die van mij had ik netjes opgebouwd. Ik heb hem afgeregeld met slechts een dipmeter, een frequentieteller, een goede SSB-transceiver voor 70 cm, en een zeer goede politiescanner. Hij is vervolgens door de RCD gekeurd, en werd in één keer goedgekeurd.

Als je het heel netjes deed dan voegde je het geluid toe met een aparte FM-gemoduleerde draaggolfzender. Bijvoorbeeld bij een ATV-draaggolf vermogen van 10W was dat een FM-zender (breedband FM met 240 kHz bandbreedte) van 1W, waarbij je de signalen met een passieve koppeling net voor de antennes toevoegde.

Iets minder netjes was om het geluid net voor de mixer naar 70 cm toe te voegen op de gewenste MF-frequentie (beelddraaggolf +5,5 MHz). Als de mengtrap van je zender en de trappen daarna met voldoende weinig vervorming werkten, dan kwam het geluidssignaal niet aan de onderkant van het signaal (onder 430 MHz) nog terug. Volgens de norm moest je iets van -10 dB zitten met je geluidscarriers, maar alle TV-ontvangers werkten ook moeiteloos met geluid dat – 20 dB zat. Die 10 dB extra onderdrukking was dus de truc om ervoor te zorgen dat je het signaal niet tegenkwam -5,5 MHz onder de beeldcarrier.

Bronnen:

Het radio amateurisme als hobby in 1980

In deze tijd, waarin alles voor iedereen van bovenaf geregeld lijkt te zijn of te worden via wetten, verordeningen en bepalingen is de ruimte om op een creatieve manier bezig te zijn in de werksituatie vaak nog ver te zoeken. Iets anders wordt het, wanneer men zich op een hobby stort, waarin niets moet en alles nog kan, waar nog ruimte is voor creatieve geesten en waar men zich zelf de functie van directeur en ontwerper, inkoper en constructeur, maar ook monteur en verkoper kan toe eigenen zonder dat daar nu direct papieren in de vorm van diploma’s en dergelijke voor nodig zijn.

Sedert de laatste 50 jaar heeft de Radio als hobby-object voor velen een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. De toekomst ziet er voor deze categorie van hobbyisten bijzonder rooskleurig uit als gevolg van de enorme ontwikkelingen die zich op dit terrein hebben voorgedaan en zich nog zullen gaan ontwikkelen.

Elke radio-hobbyist kan als een voortrekker voor anderen worden gezien, daar het in deze tak van hobby zo is gesteld, dat de een de ander met dit zo plezierige virus besmet. Hoewel het heden ten dage zo is gesteld, dat er verschillende vormen van het beleven van de radio als hobby bestaan hebben wij een viertal radio amateurs naar hun belevenissen gevraagd.

Foto 1: Jan (NL4405) in zijn shack

Als eerste gingen wij op bezoek bij Jan Tuithof te Amersfoort, die als luisteramateur bekend staat als NL 4405.

Jan’s interesse voor de hobby werd gewekt door een Amerikaanse jeep, welke kort na de oorlog binnen zijn gezichtsveld kwam en waarvan vooral het radio-zend-ontvangst gedeelte zijn aandacht trok. Volkomen gebiologeerd keek hij naar de handelingen die de Amerikaanse militair verrichtte met het wonderlijke apparaat.

Jan dacht met 4 vrienden ook al vrij spoedig dergelijke kunsten met zulke apparatuur uit te kunnen halen en toog met hen naar de Leusderheide, alwaar op een bepaald deel de Duitsers hun oorlogsartikelen in hadden moeten leveren. Er werd stevig door het vijftal gezocht en na enig zoeken keerde men met een aantal radiosets huiswaarts. Met wat ondeskundig kunst- en vliegwerk werden de eerste onderlinge verbindingen gelegd en die waren toch eigenlijk weer zo goed, dat de PTT dit te horen kreeg en plotseling ten tonele verscheen. Op een vriendelijke doch niet mis te verstane wijze werd Jan erop attent gemaakt, dat een en ander niet mocht, maar er werd hem wel gewezen op de mogelijkheden om op een legale wijze een zendamateur machtiging te verkrijgen.

Door de PTT op het goede spoor gezet en nadat zijn spullen in beslag genomen waren is Jan aan het uitluisteren van de HF-banden begonnen. Hij is dus luisteramateur geworden. Met een Etherkruiser van Philips zocht hij zondagsmiddags op de korte golf de amateur-frequenties af, waar in de jaren ’50 op de 80, 40 en 20 meter vele amateurs te beluisteren waren. Op de 10 meter was nog niet veel te doen om over de 2 meter maar te zwijgen.

In 1970 werd Jan lid van VERON. In die afdeling ontmoette hij vele technisch goed onderlegde radio-amateurs, waarvan hij de fijne kneepjes meekreeg om zijn hobby nog iets intenser te kunnen beleven. Door de inspiratie die hij in de club opdeed en zijn eigen knutselvaardigheid hebben uiteindelijk geleid tot een radio shack, die de toets der kritiek glansrijk kan doorstaan. Vele malen is Jan met zijn apparatuur het centrale station geweest onder de Call PA6RSN, van waaruit Radio Scouting Nederland jaarlijks het Jota gebeuren leidde. (JOTA = Jamboree On The Air). Nog onlangs stond Jan zijn station af om het Keistad gebeuren in Amersfoort onder de Call PA6KEI acte de presence te geven.

Het contact met de vereniging heeft tevens geleid tot het aanvaarden van bestuurlijke functies welke Jan op het lijf geschreven zijn. Zo is hij in de afdeling Amersfoort van de VERON de Beheerder van het Verkoopbureau en tevens Beheerder van het materiaal in gebruik bij Jota’s en Jomborettes. Bij de Padvinderij is hij Chef Rowan Leider en het spreekt haast vanzelf, dat ook hij de Rowans actief stimuleert om het radio hobbyisme te bedrijven. Regelmatig zijn er dan ook Rowans op de zendcursus te vinden en regelmatig gaan er vanuit zijn groep Rowans op voor het zendexamen.

Erg belangrijk voor Jan is dat zijn vele neven activiteiten geweldig ondersteund worden door zijn xyl (ex young lady) of in het Nederlands zijn echtgenote. Regelmatig is zij ook te vinden, maar niet alleen daar, ook zijn activiteiten bij de Jota worden door haar met haar gehele persoon van harte ondersteund.

Jan heeft nog steeds geen tijd gehad om zich serieus voor te bereiden op het zendexamen. Zijn practisch inzicht is meer dan voortreffelijk doch zijn sociale activiteiten als gevolg van zijn hobby hebben de practische realisering van zijn vroegere dromen nog steeds niet waar kunnen maken.

Foto 1 toont zijn shack en met de beschikbare apparatuur en antenne is ontvangst van alle banden in alle modes mogelijk. Met een Telex, de T37 van Siemens, maar ook met een Video Display worden TELEX-berichten ontvangen. Ook Amateur-TV ontvangst is mogelijk. De nette afgewerkte kasten (3) zijn allen door Jan zelf ontworpen en vervaardigd.

Achter zijn shack heeft hij zijn antennepark opgesteld en het hoeft geen betoog, dat Jan alles zelf heeft gefabriceerd. In een 18 meter hoge vakwerk mast is een W3DZZ voor alle HF banden gemonteerd alsmede de 2 meter en 70 centimeter antennes. Het laatste pronkstuk is een 23 centimeter antenne, welke eveneens door hem zelf werd vervaardigd.

Het is voor Jan te hopen, dat hij spoedig de tijd mag vinden om zich op het examen te kunnen voorbereiden, want deze knutselaar ‘pur sang’ verdient dat gewoon.

Na een plezierig afscheid en tot werkens met de 73’s gingen wij op bezoek bij de volgende amateur.

Foto 2: Frans (PA2RNI) in zijn shack

Dat is Frans de Feber, ook te Amersfoort, welke onder de zendamateurs bekend is onder de Call PA2RNI.

Frans is nu 35 jaar, maar het begon allemaal toen Frans 13 jaar oud met zijn vader Radio Rotor binnenstapte en met de bekende 19-set de winkel verliet. Op 12 Volt doet hij het had de winkelbediende nog gezegd en dus had Frans een aantal batterijtjes gekocht, deze in serie geschakeld en toen er niet meer dan 9 Volt uit kwam de 19-set erop aangesloten. Het bleef stil. Frans dacht ik kom 3 Volt tekort nog maar eens twee batterijtjes in serie erop aangesloten, misschien heb ik dan meer succes, maar ook dat bleef voor Frans zonder enig resultaat. Dat die set OOK nog 10 Ampere stroom trok om aan het gewenste vermogen te kunnen komen wist Frans toen nog niet. Het is echter wel het vertrekpunt geweest voor gedegen speurwerk naar het “hoe en waarom” van al die electronische schakelingen, waarmee hij sinds die oude 19-set in aanraking is gekomen.

In 1963 vervult Frans zijn dienstplicht bij de Marine en wordt daar opgeleid tot telegrafist/seiner. Hij raakt onder de indruk van de vele communicatie mogelijkheden per radio, doch ook de zeer vele interne communicatie mogelijkheden, vooral op zo’n groot schip, spreken hem aan.

Na zijn diensttijd studeert hij een 3-tal jaren aan het bekende Radio instituut van Rens en Rens. Het laatste jaar maakt hij niet af, omdat hij betrokken raakt bij de voorbereidingen van een radio-zendschip, dat als Radio Londen het wijde sop zou kiezen. Dit is echter nooit gebeurd als gevolg van een actie van de Duitse PTT, die het schip in de haven van Hamburg in beslag nam, de apparatuur eruit verwijderde en het daarna terug gaf aan de eigenaar.

Nu was het een ander zendschip wat zijn aandacht vroeg en wel de bekende Radio Noordzee Internationaal. Frans werd als technicus aangetrokken om in samenwerking met anderen de installatie op te zetten en tijdens de uitzendingen in bedrijf te houden. Hij heeft dat een viertal jaren gedaan. Als de zender in bedrijf was en de platenridders hun werk deden had Frans voldoende tijd en alle gelegenheid om aan board aan zijn eigen zendinstallatie te knutselen en daar ook mee uit te komen, zij het dan onder een Panamese mobiele call. Ook met Telex werden er verbindingen gemaakt en vele amateurs deden hun best om met zo’n uitzonderlijk vreemd station een verbinding te maken.

Al deze activiteiten zijn kennelijk op een bepaalde platenridder een beetje vreemd en duister overgekomen, daar deze op zeker dag de Pers influisterde, dat er vreemde dingen gebeurden op het zendschip: contact en met het Oostblok en zo… Dit heeft tot heel wat ongenuanceerde verhalen in diverse dagbladen geleid doch wat er werkelijke gebeurde was, dat Frans als beroepspiraat in zijn vrije tijd als amateur radioverbindingen trachtte te maken.

In 1974 nam Frans afscheid van het zendschip en vestigde zich aan de wal. Op zijn manier was ook hij present op de 27 Mc. en beleefde zeer intens de spanning en de sensatie die het verboden zenden met zich bracht. Toen echter als gevolg van de wetswijziging de risico’s te groot werden, besloot ook hij de gelederen van de echte gelicenseerde amateurs te gaan versterken en haalde via een D-machtiging een officieel diploma.

Met zijn gedegen technische ondergrond en zijn telegrafisten ervaring opgedaan bij de Marine was het behalen van de A-machtiging voor hem niet zo moeilijk meer. Zijn huidige call PA2RNI doet nog de herinnering bij hem voortleven aan zijn tijd als beroepspiraat, want de laatste 3 letters vormen de afkorting van RADIO NOORDZEE INTERNATIONAAL.

Frans is bij menig amateur bekend en niet alleen vanwege zijn grote deskundigheid op radiogebied, ook op zijn Hamspirit wordt menig keer een beroep gedaan en nooit tevergeefs. Hij is altijd “in” om een groot deel van zijn apparatuur ter beschikking te stellen voor activiteiten als de Jamboree on the Air, velddagen en plaatselijke manifestaties.

Een indruk van zijn shack verkrijgt U door bijgaande foto 2 te bestuderen. Op het dak van zijn huis heeft hij een zeer indrukwekkend antennepark geïnstalleerd, waarmee hij op alle frequenties en in alle modes uit kan komen.

Na het gezellige gesprek hebben wij het bezoek aan PA2RNI beëindigd en zijn op bezoek gegaan bij een andere wat oudere amateur en hebben hem naar zijn belevenissen gevraagd.

Foto 3: Wil (PA2PWD) en XYL in zijn shack

In Leusden aangekomen zagen wij vanuit de verte reeds het indrukwekkende antennepark van PA2PWD. De trotse eigenaar blijkt Wil van Dongen te zijn, welke woonachtig is aan de Wilhelminalaan te Leusden-Z.

Deze 83-jarige zeer vitale zendamateur liet tijdens ons gesprek blijken, dat hij tezamen met zijn eveneens vitale en zeer charmante vrouw Jane 6 à 7 uur per dag van zijn hobby geniet en meestentijds te vinden is op het Nassiballen en Oliebollen net. Dat blijkt een wereld-omspannend net van Nederlands sprekende amateurs te zijn, waarvan de meesten elkaar nog uit de vooroorlogse Indië periode kennen en met elkaar hebben gewerkt.

Bij Wil begon het allemaal reeds in 1924. Hij was toen op Java in het voormalige Nederlands-Oost-Indie werkzaam bij de Java Foto Centrale, waaraan ook een primitieve radio-afdeling verbonden was. Daar de manager opstapte en de financiën van het bedrijf niet al te best bleken, werd het bedrijf opgedoekt en daar niemand eigenlijk met de radio-afdeling raad wist, kreeg Wil deze afdeling in eigendom.

Daarmee begon hij een eigen zaak JAVA RADIO SHOP geheten, waarvan de bijgaande QSL kaart nog een aandenken aan is.

In 1928 kwam Wil voor het eerst als piraat in de lucht onder de call OD-1WD. In 1929 werd mede op zijn initiatief de NIVIRA opgericht. Deze club zocht contact met de PH om wat meer structuur in het ethergebeuren aan te brengen.

Ondertussen verzorgde Wil wekelijks voor de Batavia’se Radio Vereniging een technisch praatje onder zijn eigen gekozen call OD-1WD. De PTT structureerde de ether door vaste frequenties aan te geven en iedere geregistreerde zendamateur ontving van de PH door hen geslepen kristallen voor die frequenties. Wil kreeg de call PK1WD, daarna PK1BH en op Sumatra PK4BH.

Wil had inmiddels ook een diploma Marconist 2e klas gehaald en de Militaire Dienst strikte hem via de Landstorm in de functie van radio-telegrafist/monteur in de rang van sergeant-majoor. Bij de Verbindingsdienst vervulde Wil de belangrijke communicatie-functies. Vele eenzame posten in dat grote eilandenrijk werden dankzij zijn grote technische kennis voor de buitenwereld toegankelijk gemaakt met de technische apparatuur, die Wil ervoor ontwikkelde.

Ook de Generale Staf kwam onder de indruk van zijn kwaliteiten en trok hem als medewerker aan en belastte hem met vele interessante en waardevolle opdrachten, die, en dat blijkt duidelijk uit de stukken die hij ons liet zien, tijdens de Japanse inval in 1941 vele mensenlevens hebben gespaard.

Toen Wil over die Japanse inval een Australische amateur via de 20 meter over de situatie ter plaatse wilde inlichten bleek dit tot zijn grote spijt niet meer mogelijk te zijn, daar de meeste Australische amateurs, opgeroepen voor Militaire Dienst en ingeschakeld bij de Kustbeveiliging de 50 meter band afspeurden naar mogelijke onraad.

Wil raakte in gevangenschap. Zijn installatie heeft hij onklaar moeten maken omdat hem informatie bereikte dat de Jappen in het bezit waren van de NIVIRA ledenlijst en bij alle amateurs huiszoeking zouden komen verrichten.

Na de oorlog is de echtgenote van Wil, bij velen bekend als JANE, met de kinderen naar Holland gegaan. Wil moest blijven en weer deden overheid en bedrijfsleven een beroep op de technische kennis van Wil om de communicatie te herstellen en daar waar nodig te verbeteren.

Eerst in 1947 zag hij kans om met de Sloterdijk als werkend passagier tegen een gage van 11,— naar Nederland te komen. Dat verblijf heeft slechts 3 weken mogen duren want toen moest hij weer terug. Zijn vrouw ging toen mee en in zijn bagage zaten de onderdelen voor een 2-tal radio-zend-ontvangers, waarmee in Indië over grote afstanden verbindingen werden gemaakt, die van belang waren niet alleen voor het langzaam op gang komend bedrijfsleven, terwijl ook de overheid er regelmatig gebruik van maakte.

In 1953 kwam Wil voorgoed naar Holland. Na in diverse landen gewoond en gewerkt te hebben kreeg hij via een relatie een tip voor een huis in Leusden. Hij kreeg een verantwoordelijke technische functie bij de overheid en vergat het zend-amateurisme. Dat was ook niet meer zo nodig. Hier had hij menselijke kontakten genoeg, in tegenstelling tot zijn indiëtijd, waar hij ruim 300 km moest rijden om eens een paar andere gezichten te kunnen zien.

In 1975, al lang na zijn pensionering las hij in een blad over ex-PK amateurs. Opnieuw heeft Wil toen een licentie aangevraagd en in 1976 kreeg hij de call PEoPWD.

Daar hij zeer geïnteresseerd was in het OSCAR gebeuren werd naast het 2 meter station een 70 cm station ingericht. Gezien zijn leeftijd moesten er te veel handelingen met antennes worden verricht en koos hij daarom voor de A-machtiging, welke hem op 15-2-1977 werd uitgereikt. De call veranderde toen in PA2PWD en onder deze call is hij dagelijks 6 à 7 uur actief op de 2 meter en op de meeste hoogfrequent banden.

Hoewel het hem bijzonder spijt, dat hij zelf niet meer zo goed kan knutselen, zijn er toch altijd wel bereidwillige mede-amateurs in de buurt om hem een helpend handje te bieden.

Nog onlangs was Wil met Jane present op de Amrato in de RAI, waar hij vele Old-Timers heeft ontmoet, waar hij jaren geleden mee heeft gewerkt en toen voor het eerst ontmoette in levende lijve. De PK-reünies vindt hij reuze gezellig omdat er zulke sterke banden aan ten grondslag liggen.

Door zijn hobby ziet Wil het nog helemaal zitten. Samen met zijn vrouw beantwoordt hij de vele post die als gevolg van zijn vele radio-activiteiten uit alle delen van de wereld bij hem binnenkomt.

Gevraagd naar zijn mening over de kwaliteiten van de huidige radio-zendamateurs, is Wil van mening, dat er veel ambitieuze amateurs op de 2 meter te beluisteren zijn, waarvan hij de gedegen technische kennis op een bijzonder hoog peil vindt staan. En dat mag, dachten wij, door een zo ter zake kundig amateur gezegd, als een compliment voor die amateurs worden opgevat.

Na dit voor ons zeer plezierige en zeer onderhoudend gesprek namen wij afscheid van Wil en Jane en met een laatste blik op het imposante antennepark gingen wij op zoek naar onze volgende amateur.

Foto 4: Peter (PA0IY) in zijn shack

Wij kwamen terecht bij Peter van Werkhoven ook te Amersfoort, die al 30 jaar bekend is onder de call PA0IY.

Peter bouwde de Heathkit transceiver SB 102 zelf en werkt er mee op de HF-banden. Thans heeft hij een zelf ontworpen Micro computersysteem waarmee hij in combinatie met zijn zender Telex en Morse ontvangt en zendt. Zijn antenne systeem bestaat uit een W3DZZ, die hij tezamen met zijn buurman Henk de Ronde (PA0JMD) in gebruik heeft.

Bij Peter is het allemaal op school begonnen. Omstreeks 1940 was het onder de toenmalige jeugd de gewoonte om eerst een kristalontvangertje te bouwen, waarmee de eerste ontvangsten werden gepleegd. Het kristal kostte een kwartje en de koptelefoon met een condensator f 2,50. Een variabele condensator met honingraatspoel dienden voor de afstemming, waarbij een lange antennedraad als voelspriet fungeerde. Via de eenlamper, de bekende A 415, werd het buizentijdperk binnengetreden.

Van ’46 t/m ’49 diende Peter bij de Marine Luchtvaartdienst en op grond van zijn interesse gekweekt door zijn hobby kwam hij bij de Verbindingsdienst terecht. Hij volgde een telegrafisten opleiding waar hij heden ten dage nog zijn voordelen mee opdoet.

Na zijn diensttijd deed hij direct examen voor radiozendamateur en behaalde gelijk de A-machtiging. Tevens studeerde Peter voor het bekende NRG-diploma Middelbaar Radio Technicus en behaalde ook dat begeerde papiertje.

Door zijn gedegen ondergrond kwam Peter beroepshalve in de Communicatie techniek en Data verwerking terecht, terwijl hij tevens een specialist werd in Meet- en Regeltechnieken.

Sinds 1946 is Peter lid van VERON en heeft in een zeer moeilijke periode het voorzitterschap van de afdeling Amersfoort bekleed. In die periode vond men het zendamateurisme maar een vreemd en zeer geheimzinnig gedoe, hetgeen uit de opkomst van de leden bleek, namelijk 2 à 3 per verenigingsavond.

De snelle ontwikkeling van de techniek en de toepassing ervan op de 27 Mc is naar de mening van Peter de oorzaak geweest van de popularisering van deze hobby.

Als hij dan even op de filosofische in plaats van op de electronische toer gaat stelt Peter dat de behoefte aan communicatie van de hedendaagse mens bijzonder groot is geworden. Op straat heeft men geen tijd meer om met elkaar te praten, we passeren elkaar met snelheden van 160 km per uur en de enige communicatie signalen zijn dan de claxon of het gebaar naar het voorhoofd als men verkeerstechnisch gezien de ander op een stommiteit wil wijzen.

Daar hij thans een commercieel technische functie bekleedt, wordt zijn behoefte aan communicatie in zijn dagelijks werk voldoende bevredigd. Zijn plezier in de hobby beleeft hij dan ook door het goed en gedegen uitpluizen van technische schakelingen, die als ze goed werken terzijde worden geschoven, waarna hij het volgende experiment ter hand neemt. Ook het uitdenken van schakelingen met reproduceerbare mogelijkheden behoren tot zijn favoriete bezigheden. Als het schakelingetje functioneert is eigenlijk de aardigheid voor hem eraf, maar voor het zover is beleeft hij het geheel op een zeer intense manier.

Zo is het ook met zijn microcomputersysteem gegaan. 5 Jaar aan ontwikkeling, studie en schematiseren zijn eraan vooraf gegaan om tot dit grandioos mooi gebouwde systeem te komen. De microcomputer biologeert hem in sterke mate, omdat je er, vooral software technisch gezien, altijd mee bezig kunt zijn. Je bent er volgens Peter nooit mee klaar, want alles kan nog beter.

Hij praat zo enthousiast en deskundig over deze materie, dat je er onwillekeurig van onder de indruk raakt. Zijn vrouw staat vierkant achter zijn hobby zegt Peter en die indruk maakt ze dan ook. Kijk en hij gaat weer even op de filosofische toer: “de meeste amateurs maken de fout, dat ze dag en nacht met hun zender bezig zijn en dan denken die vrouwen, dat die amateurs met hun zender getrouwd zijn. Het resultaat is dan vaak tegenwerking in plaats van medewerking”. Peter stelt dan ook heel duidelijk, dat je je vrouw zoveel mogelijk bij je hobby moet betrekken en hij stelt het niet alleen doch doet het ook. Samen bezoeken ze dan ook op de hobby betrekking hebbende activiteiten. Een ander groot voordeel stelt Peter met een lach, dat ze er vanzelf dan wel achter komt, “dat er nog meer gekken rondlopen op deze heel duidelijk, dat je je vrouw zoveel mogelijk bij je hobby moet betrekken en hij stelt het niet alleen doch doet het ook. Samen bezoeken ze dan ook op de hobby betrekking hebbende activiteiten. Een ander groot voordeel stelt Peter met een lach, dat ze er vanzelf dan wel achter komt, “dat er nog meer gekken rondlopen op deze wereld en dat hij zelf “dus” beslist niet de enige is.

Wij verlieten de gezellige flat van Peter met de overtuiging, dat wil je de radio hobby intens beleven een van de voorwaarden is, dat de ondergrond stevig moet zijn. Heel wat literatuur dus en studie. En met deze uitspraak besluiten wij dit artikel.

Bron: Electronica Top Internationaal, januari 1980

 


Hoe ging het verder?

Door Eddy PA0RSM

Inmiddels veertig jaar later kijken we nog eens terug op het Electronica Top Internationaal (ETI) artikel. Het blad bestond tussen januari 1976 en december 1982 en is toen voortgezet als Informatronica. Ondanks enkele pogingen hebben we geen naam kunnen vinden van de journalist. En nee, het is niet van onze John Piek (PA0ETE), maar als u nog een hint heeft dan horen we het graag!

We lezen in het (ETI) artikel de activiteiten van vier amateurs uit onze regio:

  • Wil van Dongen (PA2PWD), hij is op 23 juli 1980 op 84-jarige leeftijd overleden.
  • Frans de Feber (PA2RNI), hij is op 24 mei 1999 op 53-jarige leeftijd overleden.
  • Peter van Werkhoven (PA0IY) is in 1968 bestuurslid geweest en in 1969 voorzitter. Uit het interview blijkt dat het een moeilijke periode voor de afdeling Amersfoort was. Immers tussen 1953 en 1967 bestond het afdelingsbestuur veelal uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester Het vinden van bestuursleden had toen kennelijk geen prioriteit. Tijdens de verenigingsavond van januari 1999 sprak Koos (PA3BJV) een memoriam uit voor Peter van Werkhooven (PA0IY).
  • Jan Tuithof (NL4405). In het volgende stukje stel ik hem een aantal vragen.

Bron:

Geschiedenis van de radio-, televisie- en elektronicatijdschriften in Nederland versie 2.5 Herm Willems.

 


Verder kijken met Jan Tuithof – (NL4405 / PD0RDQ) – bestuurslid 1976 – 1981

Van het een komt het ander zou je bijna zeggen

Eerst dat mooie artikel uit 1980 over vier van onze Amersfoortse amateurs. Maar inmiddels zijn we veertig jaar verder en ik heb toch nog een paar vragen. Gelukkig kan ik die nog stellen aan een van onze “stamoudsten”. Met camera en notitieblok ben ik naar zijn huisadres getogen. Het was mij al duidelijk geworden dat z’n vrouw Wil ook een bekende in de Amersfoortse amateurwereld is. Dus is mijn introductiefoto er een van hen beiden.

Daar waar het artikel in van Electronica Top  Internationaal (ETI) van januari 1980 eindigde met de wens dat Jan z’n zendexamen spoedig zou halen pak ik de draad op.

Door omstandigheden werd het examen in 1992 bij hem thuis afgenomen. Hij werd de trotse eigenaar van de toenmalige D-machtiging met de roepletters PD0RDQ. Ik kende Jan voornamelijk van het RTTY-bulletin wat hij vele jaren samen met zijn buurtgenoot Henk Teubler (PA1HT) wekelijks uitzond. Het was tevens mijn eerste kennismaking met het decoderen op een computer. Ik denk dat het voor veel lezers gold. Nu we het toch over Henk Teubler hebben kan niet onvermeld blijven dat zij mede daardoor in 2001 uitgeroepen werden tot Amersfoortse “Amateur van het Jaar”.

Terloops vertelde Jan dat ze achter op het ruime erf, vanuit een schuur die telex uitzendingen deden. Nu we het toch over dat ruime erf hebben; had je daar vroeger een bedrijfje?

“Ja en nee; na mijn VUT bij defensie, had ik samen met mijn zoon een bedrijfje in metaalbewerking, maar dat was even verderop aan de Everard Meysterweg.”

Ik vraag het je daarom, vanwege enkele foto’s met een aantal afdelingsleden waarop te zien is dat een grote HF LogPer antenne wordt gereviseerd.

In 1987 kwam ik (als “zij-instroomer” vanuit de afdeling Den Helder en Friesland) voor het eerst in contact met de afdeling Amersfoort inmiddels het vermaarde convoblad ’t Geruis. Waarop Jan inhaakte: “dat werd hier vanuit huis gedrukt!  In een oud verslag lees ik dat het Geruis tot half 1990 bij Arthur Dekkers (PA0BRN) werd gedrukt en daarna op een door de afdeling aangeschafte “brander en stencil machine” en weer veel later  gekopieerd. Maar het andere handwerk; zoals opmaak, uittypen, vouwen, nieten en versturen werd door afdelingsleden gedaan.

Ik kan mij nog herinneren dat vanaf 2000 werd besloten om het Geruis nog maar ééns per jaar en dan voorafgaande aan de huishoudelijke vergadering als convocatie te verzenden. Ten einde nog later, uit verzendkosten overweging , kon men alleen nog maar een digitale versie met de vergaderstukken zelf downloaden. Voor de liefhebbers een tip: op onze A03 website zijn alle oude nummers van ‘t Geruis vanaf het alleréérste nummer (januari 1977) nog te bekijken.

Maar nu we het toch over de afdelingsavonden hebben; pas bij een thema avond in 2002 ‘de amateur en zijn hobby’ in het “Burgemeester van Randwijckhuis” kreeg ik ook een gezicht bij de call PD0RDQ. Als ‘die OM met een zelfgemaakt werkend schaalmodel van een stoommachine’ staat hij m’n geheugen gegrift (Hi). Overigens zag ik dat dit apparaat nog steeds in zijn shack staan!

We hebben in het ETI stukje kunnen lezen waar de fascinatie voor het zenden vandaan kwam. Maar Jan was ook luisteramateur NL4405, waar is dat luisteren vandaan gekomen?

Dat was tijdens de bezetting; wij woonde boven de Kapperssalon Tuithof op de Daltonstraat 39, hoek Franklinstraat. Ik sliep boven op zolder en had een kristalontvangertje met een lange “V-antenne” gemaakt. Op een zeker moment hoorde ik een sterke zender en wilde dat graag aan mijn ouders vertellen. Maar opeens stond ik beneden oog in oog met een aantal vreemde mensen die ook naar diezelfde zender luisterde (!?).

Ik zie het nog voor me: achter de spiegel met waskom was een geopend luik. Wat bleek; onder de Kapperssalon was een schuilplaats, die gaf tijdelijk onderdak aan onderduikers van de Binnenlandse Strijdkrachten en ik had ze ontdekt…

Omdat iedereen bang was dat ik in mijn enthousiasme mijn mond voorbij zou praten kreeg ik huisarrest!”

Wat een verhaal zeg; vandaag de dag zou de kapperssalon een “safe house” heten, maar hoe oud was je toen?

“Ik ben van 1933, dus reken maar uit; tijdens de bezetting zat ik op de lagere school. Als ‘nakomertje’ had ik een 23 jaar oudere zus en 18 jaar oudere broer. Beiden zijn inmiddels overleden.”

Ben je ook in Amersfoort geboren en getogen? Het antwoord volgde bijna in koor: “jawel, we zijn beiden echte keientrekkers”. En zij vulde aan: “m’n meisjesnaam is Wil Bakker uit de Van Woustraat, we zijn hier ook getrouwd en kregen twee zonen”.

Jan vertelt:

“Ik ging naar de Ambachtschool op de Leusderweg en heb bij veel bedrijven gewerkt. Zoals bij de firma Appel op de Kamp, Bronswerk, ESTA Soesterberg (daar haalde in m’n B-metaal diploma), Philips te Hilversum en Eindhoven. Maar de langste tijd -37 jaar- werkte ik hier op de Bernhard Kazerne als gereedschapsmaker (defensie – burgerpersoneel). Op de kazerne leerde ik ook Koos Sportel (PA3BJV) als collega kennen”.

Zoals ook in het ETI stukje was te lezen is door onze afdeling van die kennis en kunde dankbaar gebruik gemaakt. Tussen 1976 en 1981 was Jan ook afdelingsbestuurslid. Hij had naast de QSL- en servicebureau activiteiten en verkopingen ook de evenementen in z’n portefeuille. Wat vond je het aller leukste evenement?

“Dat was toch wel de ‘Jambourette’ -samen met m’n radiovriend Pim Seckel (PA0SEC)- op het landgoed de Paltz. We mochten daar veel spullen van “de baas” voor gebruiken. Het grapje in die tijd was: als ‘s avonds het Wilhelmus klonk, ging alles in de houding staan.”

In zo’n oud Geruis lees ik een uitgebreide aankondiging van de JOTA 1978. Het is alleen al leuk om die oude namen even terug te lezen.

JOTA 1978

In het weekend van 20, 21 en 22 oktober a.s. wordt weer de jaarlijkse Jamboree On The Air gehouden. Bij deze door de internationale Scoutingorganisatie georganiseerde gebeurtenis is het de bedoeling dat de diverse scouts met elkaar per radio in contact treden.Door een uitspraak van de Minister van Verkeer en Waterstaat is het de scouts in Nederland toegestaan via een amateurzender te spreken, mits de verbinding tot stand wordt gebracht en beëindigd door een gelicenseerd amateur.
Bij afsluiting van dit nummer was alleen wat bekend van de plannen van de Soekwa-groep.
Activiteiten van andere groepen kunt U waarschijnlijk in het volgende nummer aantreffen. De Soekwa zit dit jaar in een ruimte van jeugdhuis “De Schakel”, Soesterweg 253 in Amersfoort. De bedoeling is dat weer op HF en VHF wordt gewerkt onder de call PA0SEC/J, als officieel JOTA station. Tevens zal er een station worden gevestigd onder de call PA2RNI/A voor uitzendingen van RTTY en Slow scan TV (van dit station mogen de scouts helaas niet zelf gebruik maken). Als station manager treedt op OM JAN TUITHOF (NL 4405), terwijl de verantwoordelijke man Pim Seckel (PA0SEC) is. Verder hebben onderstaande amateurs hun medewerking toegezegd: Herman Scheper (PA0BAB), Frans de Feber (PA2RNI), Arnold Klein (PA0AAK), Jan Over (PE0JHO), Sjaak Kamerbeek (PE1AQZ), Jan Spierenburg (PD0AUQ), Jan Koekkoek (PA0JCK), Peter van Werkhooven (PA0IY), Arnold Berkhout (PD0DJI), Anske de Jong (NL 711) en OM Wimmers (NL 7003), tevens beheerder van de zaal. Verdere aanmeldingen zijn uiteraard welkom. De bedoeling is dat er vanaf vrijdagavond 24.00 uur tot zondagmiddag ongeveer 17.00 uur gedraaid wordt, in principe dag en nacht.
Voor de inwendige mens zal goed worden gezorgd! Verdere informatie hoort U op onze bijeenkomst van 16 september.

 

Nog even terugkijkend; wat is je leukste radioverbinding geweest? “Dat was mijn eerste QSO!” (waar heb ik dat eerder gehoord?) En weet je nog met wie? “Jawel, met Koos (PA3BJV) en daarna met een amateur bij de Bodensee, die ik later heb getroffen toen we in Friedrichhafen waren”.

Zo te zien aan je shack ben je nog lang niet aan het afbouwen, of toch wel?

“Nou een beetje; mijn activiteiten voor de landelijke VERON evenementen commissie (onderhoud en beheer van het VERON stand materiaal en het transportwagentje) zijn vorig jaar ‘symbolisch’ beëindigd met het overhandigen van de sleuteltjes aan Remy Denker (PA0AGF).”

Colofon:

Tekstbewerking: Eddy Krijger(PA0RSM)
Foto’s: Eddy Krijger (PA0RSM), Remy Denker (PA0AGF) en A03 archief
Webredactie en opmaak: Frank van Hamersveld (PA3DTX)

Geraadpleegde bronnen:

https://a03-static.veron.nl/afdeling/amersfoort/archief2.htm


Ten tijde van dit aanvullend artikel (augustus 2020) waren de volgende genoemde amateurs bekend bij ons als Silent Key: Henk Teubler (PA1HT), Pim Seckel (PA0SEC), Frans de Feber (PA2RNI), Jan Over (PEoJHO) en Peter van Werkhooven (PA0IY).

 


Het begon voor Willem van Gaalen (PA0WJG) in Amersfoort!

Het radioamateurisme is een dienst voor zelfontplooiing, dus:

Leren,…het begon in Amersfoort

Met verwondering geluisterd naar muziek van met een oortelefoontje rechtstreeks aangesloten op een pick-up. Als 12-jarige oude radio’s verzameld en geluisterd naar de getallen reeksen op de Korte Golf. Eenvoudige intercoms gemaakt met vriendjes in de flat. Dr. Blan jampot radio’s en vele andere kristalontvangers gebouwd. De grootste gevoeligheid was er een met een DC-voorspanning op de detectordiode. De antenne werd gemaakt van afgerolde foliecondensatoren gesloopt uit oude radio’s anno 1935, om deze vervolgens uit het raam te laten hangen. Prima ontvangst! Later een OV1 en diverse AMROH-bouwdozen.

Leren,…op het rechte pad

Samen met schoolvriendje Frans de Feber (PA2RNI) een 19-set gekocht. De B-set hiervan omgebouwd, zodat deze aan de bovenzijde van de FM-band kon zenden en ontvangen. Met de 19-set zenden op precies 3 MHz, omdat het op die frequentie zo stil was. Later spijt dat ik de Variometer van de 19-set heb mee verkocht om geld voor andere radio-onderdelen te verkrijgen. Een schakeling uit Radio Bulletin om een Pick-up op een U-buizen radio aan te sluiten gemodificeerd met in de eindtrap een 807 zendbuis! Gelukkig wees OM Smink (PA0VP) ons op het rechte pad.

Leren,…luisteren

Een 6J6 balans converter gebouwd voor ontvangst van de 2 meterband. Aangesloten op omroepdoos met een vaste middenfrequentie van 1,8 MHz. De zendamateurs zonden uit op hun eigen vaste frequentie. De afstemschaal bestond uit een op het grote snaarwiel van de afstemcondensator geplakt stuk papier. Alle gehoorde stations werden met de roepletters op de schaal in potlood aangegeven. Al spoedig geen ruimte meer!

Hoorde hierop Henk Peters (PA0FAS) met zijn allereerste (proef) uitzending op 2 meter in AM. In die tijd was het gewoon om je telefoonnummer te vermelden, opdat diegene die jouw dan hoorde en dus storing had … dit te kunnen laten melden. Wat ik deed. Henk woonde op circa 2 km afstand. Sindsdien regelmatig bij hem thuisgekomen, meegedaan als hulp bij zijn conteststation op 2 meter. Later ook vanuit in de oude watertoren in EDE met o.a. Joop Vaartjes (PA0JOP).

Er bestond in die tijd een Dutch Propagatie Service met o.a. Henk (PA0FAS), Joop (PA0JOP). Deze groep deed in het kippenhok te Leusden ook onder roepletters PA6MB aan Meteorscatter. Ontvangst met antennes voor horizontale en verticale polarisatie. Waargenomen dat DX-signalen, met een oorspronkelijke horizontale polarisatie, het ene moment goed te horen waren in het kanaal van horizontale polarisatie en andere moment alleen maar te horen waren in het verticale kanaal.

Leren,…het verenigingsgevoel

Ondertussen lid van de VERON geworden. In Amersfoort was E.P. Ingenegeren (PA0WWP) toen voorzitter. In een zaaltje tegenover station in Restaurant Witteveen, hield hij een kringgesprek, waarbij een ieder op zijn beurt vertelde waarmee hij bezig was. Een gezellige sfeer.

Verhuist naar Eindhoven. De VERON-vergaderingen werden gehouden in kantine van een drukkerij op nog geen 100 meter afstand van ons huis. Bestuurslid geworden in de periode van voorzitter OM Klein Wassink. Ook lid van de Materialen club van Philips met o.a. Piet Wakker (PA0PWA). Meegeholpen in de organisatie van lokale vossenjachten met o.a. Peter Lundahl (PA0PAZ) op de Leenderheide. Helpen op het Clubstation PE2EVO in het EVOLUON in Eindhoven, bij de contesten een prima verzorging van de inwendige mens.

Leren,…zenden

Op 29 juni 1965 de bevoegdheid verkregen tot het bedienen van een radio-elektrische zendinrichting voor het nemen van proeven en werkende in de ten behoeve van amateurstations toegewezen frequentiebanden boven 144 MHz, met roepnaam PA0WJG. Een 2-meterzender gebouwd met een door de NV Philips in bruikleen gegeven QQE06/40. Deze gemoduleerd met een “series-gate” modulator (schermroostermodulatie) welke werd aangestuurd door een zelfbouw Fidelio audioversterker. Helaas te veel HiFi, daarom afgekeurd door de radiocontroledienst…er moest eerst een laagdoorlaat filter in de microfoonversterker worden gebouwd om de uitgezonden bandbreedte te beperken. Alsnog op 16 maart 1966 goedgekeurd! Op een van de eerste VERON Pinksterkampen, gehouden nabij de Leusderheide, een bakenzender bemand met mijn zelfbouwspullen, als /A opgesteld in de flat van mijn tante.

Leren,…kennis vergaren en uitdragen

eerste QSL-kaart (1965-1968)

Opleiding Impuls en TV-techniek bij Philips. Met het geld, verdient aan TV-reparatie, mijn eerste (en laatste) derde hands auto kunnen kopen. Het wiskundig model van een transistorschakeling met behulp van FORTRAN laten doorrekenen op het Philips rekencentrum. Alles nog met ponskaarten ingebracht. Elektronische simulatie van defecte componenten en de invloed hiervan op te meten spanningen van o.a. transistorradio’s en gehoorapparaten, om eenvoudige reparatie methoden te kunnen maken. Bij de Centrale Service Afdeling schrijven van reparatiemethoden voor magnetrons, radio’s en gehoorapparaten. Les geven in systematisch fout zoeken bij radio’s en TV’s. Opgetreden als corrector van de schriftelijke VERON zendcursus onder leiding van OM Schaap (PA0HH). Als leerling onder andere A.F.G.M. van Tilborg (PA0ADT)! Bijdrage over SSB aan het boek “Cursus zendexamen” derde druk 1970.

In 1968 verhuist naar Rhenen. Werken bij de Koninklijk Luchtmacht, radartechniek, meten en kalibreren. Bestuurslid van de afdeling Wageningen. Met Mans Jansen (PA0MBJ) en Ko Verbiezen (PA0CVW) een cursus over halfgeleiders gemaakt en gegeven aan OM’s uit het buizentijdperk. Meegedaan aan contesten op 2-meter vanuit de zolderverdieping in de flat van mijn hospita. Later ook, als inmiddels getrouwde amateur, vanuit onze eigen flat er schuin tegenover.

Leren,…besturen

Willem in zijn shack (oktober 2005)

In 1975 verhuist naar Nieuwegein. Dichter bij het werk als stralingshygiënist bij Defensie. De VERON bijeenkomsten van afdeling Centrum werden helemaal gehouden in Utrecht Noord. Als voorzitter samen met de secretaris Jan Hengeveld (PA3AZQ) en Martin Wittens (PA0MWU) in Fort de Gagel de gaskachels eruit gehaald en vervangen door elektrische kachels; …ouwe zooi opgeruimd en verkocht. Van de opbrengst een scope gekocht voor de cursusleider Jaap Stolk.

Veel leden uit Nieuwegein vonden de Utrechtse vergaderlocatie te ver weg, samen met anderen in 1983 de afdeling Nieuwegein opgericht. Besturen met Ups en downs, veel geleerd. Een bestuur moet niet alles zelf willen regelen. Om activiteiten te organiseren behoeft men niet perse bestuurslid te zijn!

 

Bron: https://home.hccnet.nl/w.j.van.gaalen/HAMWJG/WG2.html

Terugkijken met Juul Geleick (PE0GJG)

Afdelingsvoorzitter in 1985 (VERON 40 jaar)

Eddy Krijger (PA0RSM)

Vanwege “VERON 75 jaar” proberen we zo ver mogelijk terug in de tijd te kijken naar onze oude jubeljaren. Bij deze geïnterviewde amateur klonk dat destijds “…Going back in time, with the sound of the nation”… Nieuwsgierig geworden? Een kleine hint: Juul heeft destijds voor de zeezender Radio VERONICA gewerkt.

Maar laten we toch even met het begin beginnen. Juul is in 1947 in Hilversum geboren en daar ook opgegroeid. Op de site van http://www.norderney192.nl/herinneringen_juul.html vertelt Juul over zijn jeugd:

“Radio(s) maken zat er bij mij al vroeg in. Immers, ik kreeg op mijn 10e van m’n vader een bouwdoos om een kristal ontvanger te maken. Het was de “Elektron” van de firma Amroh uit Muiden. Het werd solderen met de “gas” bout, dus warm laten worden op de gaspit.

Pionier III, foto Carlo ten Hoope

En groot was de opwinding toen Hilversum 1 en 2 via de oortelefoon zachtjes hoorbaar waren. Al experimenterende en via de bekende dr. Blan ontvanger op de closetrol werd het al snel een bouwdoos van Philips, “Pionier 3 ”. In dat kartonnen omhulsel. Maar het ultieme was toch wel, een draagbare ontvanger! Zonder stopcontact en lange draadantenne naar de radio luisteren! Het werd de “Positron”, ook van Amroh.

Eind jaren 60 besloten m’n ouders dat we op vacantie naar België en Luxemburg gingen, ze hadden er gewoond, we gingen met de auto en ja hoor, daar kon ik luisteren naar “208 – the station of the stars” en uiteraard de Nederlandse uitzendingen. Maar ja, luisteren is een vrij passieve aangelegenheid. En omdat ik toch al besloten had om electronica te gaan studeren besloot ik samen met een buurjongen om een heuse zender te gaan bouwen. Het werd er één met een buis, een DL 92, output misschien 1 watt of zo. Maar nadat de buis tijdens experimenten was gesneuveld besloten wij om een transistor te gaan gebruiken. Dat was immers je van het in die tijd (1960-1962).

En dat werkte, met maar 1 transistor (voor de technici onder ons, een AF 135 in collpits schakeling voorzien van een kristal en moduleren op de emitter). De zinken dakgoot fungeerde als antenne en hup we waren actief op de middengolf. Bereik… “de hele straat”. We draaiden, ja geloof het of niet, veel platen van Klaus Wunderlich.”

Na zijn Electronica studie op de Dr. A.F. Philipsschool is hij gaan werken bij Philips in Huizen. “Dat was PTI voor de kenners, of te wel Philips Telecommunicatie Industrie. Grote zenders en ‘geheime apparatuur’ voor het leger”, zo voegt hij toe.

Juul in de studio, Zeedijk in Hilversum 1968

Na de militaire diensttijd, in 1967, werd hij gevraagd door Willem van Kooten (alias “Joost den Draaijer”) om bij Radio Veronica te komen werken. Een studievriend Ad Bouman, werkte daar al. Als programmatechnicus werkte Juul samen met (voor mij) bekende presentatoren, zo ik op de website “Nordeney192.nl” lees.

Het zendschip had voor vele uren uitzendbanden aan boord, die werden opgenomen in de Hilversumse studio aan de Zeedijk en Lapershoek. Elke DJ had wel zijn “favoriete” technicus zo lees ik ook dat Juul met Lex Harding de meeste ‘radio-uren’ in zijn Veronicatijd heeft gemaakt.

In 1968 stond er elke maand wel in de krant dat het uitzenden vanaf zee verboden zou worden, maar dat zou uiteindelijk toch nog tot 1974 duren. Voor de lezers met enig gevoel voor sentiment in de radiogeschiedenis; wie kent niet de laatste minuten van Radio VERONICA met “de tikkende klok” en uiteindelijk de zender uit de lucht?

Juul vervolgt: “na het stoppen van Veronica op 31 augustus 1974 ben ik als producer radio bij de TROS gekomen. Dat duurde tot mijn pensioen in 2006”.

Juul is een zelfbouwer; zo heeft hij zijn eerste PTT goedgekeurde zender zelf gebouwd. Zo op foto is te zien, dat het heel degelijk gemaakt!

Maar waar is toch dat gevoel voor radiozenders ooit begonnen zult u zich als lezer afvragen? Daarbij ben ik op een aardige parallel met mij zelf gestoten; ‘je eerste oscillatortje vergeet je immers nooit’. Zou dat bij Juul dan toch die “AF 135 in Collpits schakeling voorzien van een kristal en moduleren op de emitter” zijn?. En daarmee kan ik meteen een “bruggetje” maken van werk naar hobby.

In zijn woonplaats Bunschoten bouwde hij zijn eerste shack op. “Met heel veel zelfbouwspullen”. Maar nog voor hij zijn zendmachtiging PE0GJG haalde in 1975, verkreeg hij een bouwvergunning voor een antenne installatie. Daarover bestaat een fraaie anekdote die hij in een uitzending van de Locale Omroep Spakenburg vertelde. Met zijn toestemming heeft onze archivaris Frank (PA3DTX) een transcriptie gemaakt van dat radio interview.


Inval van de RCD bij Juul Geleick eind 1975

Op 28 december 2006 vertelde Juul (PE0GJG) aan de luisteraars van LosGoud (http://www.omroepspakenburg.nl) hoe ’t toen allemaal in z’n werk ging met die inval.

Diskjockey: Aan de telefoon heb ik Juul Geleick. Juul was jarenlang werkzaam als technicus bij de zeezender Radio Veronica en werkte daarna bij de TROS. Het was op een avond in december 1975 dat bij Juul aan de Schubertstraat hier in het dorp wordt aangebeld, wat daarna gebeurd is voor Juul als voor de aanbellers een verrassing. Juul kan je ons vertellen wat er aan de hand was?

Juul: Ik had altijd al belangstelling voor het radiozendamateurisme. Dan bedoel ik niet met een bakje op de 27 MC en ook geen zendertjes op de FM-band of zo, maar gewoon zendertjes maken. Knutselen met elektronica en ik vond in 1975 dat dat maar eens een gevolg moest hebben met het behalen van een zendmachtiging. Nou dan moet je daar voor leren (bijvoorbeeld over weerstandjes en condensatoren) en moest je bij de PTT in Den Haag in mijn geval daar examen voor doen en krijg je als je geslaagd bent een zendmachtiging. Nou die kreeg ik zo in november 1975, ik kreeg toen een brief van de staatssecretaris dat ik geslaagd was voor mijn zendexamen en ik kreeg de bevoegdheid. Ik mocht dus een zender bedienen bij een reeds gelicenseerde zendamateur, want ik had mijn roepletters zoals het heet nog niet gekregen. Je krijgt als zendamateur allemaal roepletters zodat je gemakkelijk geïdentificeerd kan worden.

Moet ergens aan het eind van 1975 zijn geweest werd er aan de deur gebeld. Ik had inmiddels met toestemming van burgemeester en wethouders al enkele jaren een zogenaamde 2 meter ontvangstantenne op mijn dak van Schubertstraat 5 staan die zelfs kon draaien.

Er was ook een lokale piratenzender zoals ik die maar zal noemen actief en die zond plaatjes op de FM-band. Plaatje voor meneer de Graaf en mevrouw van de Groep en dat soort dingen. De politie had een klacht gekregen dat er gestoord werd op allerlei apparatuur en die zagen in de Schubertstraat nummer 5 een antenne op het dak en die dachten wij hebben hem. Zij hadden, want zo ging het vroeger in de jaren zeventig, de Radio Controle Dienst gebeld. Er werd een opsporingsambtenaar gestuurd voorzien van twee agenten. Zij belden aan bij mij en stormden naar boven naar de zolder. En daar stond inderdaad mijn reeds gebouwde zender, alleen ik had er nooit plaatjes mee uitgezonden. Nou zij dachten dat ze hem hadden de piraat, maar ik zei: “Jongens ik heb net examen gedaan en ik heb een verklaring van bevoegdheid”. De opsporingsambtenaar van de radio controledienst zag dat ook en controleerde dat en zei deze meneer is niet de piraat waar u naar op zoek naar bent. Sip kijkende agenten natuurlijk, die dachten van oh jee wat nu toch allemaal weer. Ik hield mijn mond, omdat ik wel ongeveer wist waar het signaal vandaan kwam en ik dacht moet ik nu degenen zijn die dan zegt waar deze piraat woont. Dus dat deed ik maar niet.

De agenten die dropen af niet dat zonder gevraagd te hebben aan de opsporingsambtenaar moeten we dan niks in beslag nemen. Nou dat lijkt mij niet verstandig zei de opsporingsambtenaar, want deze meneer die krijgt over enkele weken zijn roepletters uit Den Haag van de PTT en dan mag hij gewoon uitzenden. Geen plaatjes maar wel gewoon gegevens uitwisselen net zo als enkele andere zendamateurs in het dorp. Dus zij dropen af en ik heb nog wel eens geluisterd naar de zender die plaatjes draaiden In 1989 zijn wij vertrokken uit het dorp zoals ik het nog steeds noem. Als mijn vrouw en ik het over het dorp hebben dan hebben wij het over Bunschoten-Spakenburg. Prachtige herinneringen ongelooflijk mooi dorp, prima jaren gehad.

Diskjockey: Er zaten nogal wat andere zendamateurs in het dorp zei je, hoeveel?

Juul: Nou er waren Auke Gerbens (PA0AFG) die werkte ook bij Philips. Dan had je huisarts Hans Hugenholtz (PA0NV). Dan had je nog Peter Planjer (PA0PX) die woonde in de Dopperstraat eigenlijk recht achter mij. Dan had je nog een meter of vijftig naar de uitgang van de Dopperstraat had je Arnold daar ben ik even zijn roepletters van kwijt en we hadden nog een zendamateur die woonde daar weer twintig meter vanaf dat was Ronald daar ben ik ook de roepletters van kwijt en dan hadden we nog Hans G. Jansen (PE1CRC) de latere eindredacteur van het radioprogramma Hobbyscoop. Die is inmiddels helaas overleden. Dan had je het wel zowat gehad zo’n beetje, dat waren allemaal mensen die in het bezit waren van een zendmachtiging.

Diskjockey: Dus toch nog redelijk wat activiteit in de ether hier in het dorp. Luisteraars ik sprak met Juul Geleick ex-medewerker van de zeezender Radio Veronica en in de jaren zeventig en tachtig wonende in ons dorp.


Ik maakte niet zo veel verbindingen, maar wel weet ik dat één van mijn eerste echte verbindingen was met John Piek (PA0ETE)”, dat was op 6 januari 1976.”

Dus ook hier geldt dus de tegeltjeswijsheid “je eerste QSO’s vergeet je nooit” Hi.

In ons afdelingsarchief lezen we dat in zijn actieve voorzittersperiode van 1985, voor de afdeling dat: George d’ Arnoud (PA3BIX) secretaris was, Cor v. d. Wetering (PA3COM) penningmeester. Leden van het bestuur waren Rinus Doeland (PA3AZH), Dominic Hoogsteder (PD0LDC), Frank van Hamersveld (PA3DTX) en Jan van Dalum (PE1JHU).

Maar in het boek “50 jaar VERON, 100 jaar Radio” van D.W. Rollema (PA0SE) lees ik dat hij in 1980 de allereerste secretaris was van de landelijke VERON PR-commissie. Hij was hiervoor gevraagd samen met Peter Meijers (toen PE0PME) door de toenmalige voorzitter van de VERON Jan Hordijk (PA0AJE) om een PR-commissie op te zetten . Vooral in de eerste jaren was het opzetten van een PR-programma pionierswerken en was veel werk. Juul schrijft mij daar over:

“Dit was omdat zowel Peter als ik natuurlijk door ons omroepwerk nogal wat konden regelen op PR-gebied en ons regelmatige contact met de Haagse politiek.
Ik ben lid geweest van de PR commissie tot ergens in begin 2003 dacht ik en heb voor mijn activiteiten de VERON Gouden speld gekregen uit handen van het lid van het hoofdbestuur Leon Kusters (PA1LK).

Naar aanleiding van de vraag hoe ik in het afdelingsbestuur terecht ben gekomen dat weet ik niet meer precies, maar al nadenkende moet dat via Frans de Feber (PA2RNI) gegaan zijn. Ergens staat mij zoiets bij dat ook Janny van Nieuwkerk (PA3BOR) en haar echtgenoot Jaap (PD0DBD) waren er geloof ik bij betrokken, maar al vrij snel moest ik mijn afdelingstaken opgeven vanwege mijn gezondheid.

Ik heb nog wel een lezing gegeven in het Burgemeester van Randwijckhuis over de computerbesturing van de ICOM TC-R70 ontvanger met behulp van een ZX-spectrum.

Frans (PA2RNI) was een bekende van Juul uit de zeezender wereld. De RNI suffix kwam van Radio Noordzee Internationaal. En Frans was daar zendertechnicus geweest. Maar nu we het toch over suffixen hebben; PE0GJG staat dat voor (GJ) Juul Geleick? “Jawel, mijn voorletters zijn G.J., officieel heet ik Gottfried Julius “.

Zoals gezegd is Juul een zelfbouwer en terugkijkend op de leukste projecten noemt hij er een aantal. Heel veel van deze amateurs zijn helaas overleden.

“Mijn project dat ik met verschillende amateurs w.o. Peter Planjer (PA0PX) en Leon Kusters (PA1LK toen PA3DOS) en Niek Rodenburg (PA0KWY)  hebt gemaakt was de computer besturing van m’n ICOM R70. Ook de vele eindtrappen die ik samen met Niek (PA0KWY) waren mooie projecten.”

Tot slot de vraag ben je vandaag de dag nog actief op het radiogebied? Of heb je ook andere hobby’s?

“Mijn zendamateur activiteiten staan op een heel laag pitje. Vindt het niet zo leuk meer. Veel van de nieuw amateurs bedienen zich van “koopdozen” en weten vaak van electronica maar bar weinig ondanks dat ze een machtiging hebben en het taalgebruik staat mij vaak tegen.

Sinds enige jaren ben ik geen lid meer van de VERON, ik vond het na ruim 40 jaar welletjes. Het was niet meer de VERON waar ik met hart en ziel lid van geworden was.

De amateurspullen zitten al weer in de verhuisdoos, want we gaan over een paar maanden verhuizen. We gaan naar postcode 8256 (Biddinghuizen) en daar mag ik geen antenne neerzetten. Heb ik geen probleem mee.

Maar de laatste jaren ben ik heel erg druk om de geschiedenis van Radio Veronica, de zeezender, te archiveren en te beschrijven.”

Gelukkig laat Juul met al zijn werk “sporen na”. Voor de liefhebbers van zeezender historie raad ik zeker aan om de website www.norderney.nl eens te bezoeken.

Colofon:

Tekstbewerking: Ed Krijger (PA0RSM)
Transcriptie LOS radio: Frank van Hamersveld (PA3DTX)
Webredactie en opmaak: Frank van Hamersveld (PA3DTX)

Geraadpleegde tekstbronnen:


Ten tijde van dit artikel (juli 2020) waren de volgende genoemde amateurs bekend bij ons als Silent Key: Auke Gerbens (PA0AFG), Hans Hugenholtz (PA0NV), Peter Planjer (PA0PX), Hans G. Jansen (PE1CRC), Jan van Dalum (PE1JHU), Frans de Feber (PA2RNI), Jaap Nieuwkerk (PD0DBD), Niek Rodenburg (PA0KWY),  D.W. Rollema (PA0SE) en Jan Hordijk (PA0AJE).

De eerste naoorlogse jaren van activiteit in de afdeling (regio) Amersfoort

Wie waren onze eerste naoorlogse radioamateurs en waar kwamen ze vandaan?

Door Eddy (PAoRSM)

Bij haar oprichting moest de VERON “uit de vijver vissen” van de oude groeperingen rond zendamateurs, luisteramateurs en beroepsmatige radiomensen.

In dit schematisch overzicht is ook zien dat tussen 1942-1945, op last van de bezetter, alle verenigingsactiviteiten werden ontbonden. Na de oprichting van de VERON werden de amateurverenigingen NVVR, NVIR en VUKA officieel opgeheven.

Leden toestroom

De leden van NVVR, NIVR en VUKA traden “automatisch” toe tot de nieuw gevormde VERON. In feite was de toelating gebaseerd op het lidmaatschap van de “latende vereniging”. De toewijzing aan een afdeling ging in eerste instantie op basis van woonplaats of persoonlijke voorkeur. Helaas heb ik geen ledenlijsten van die eerste periode op internet gevonden.

De “omstreken” van de VERON afdeling Amersfoort

Met de oprichting van de VERON kwam er een gebiedsherindeling onder de nieuwe afdelingen. Voor de afdeling Amersfoort vallen de grenzen nu globaal samen met het gebied tussen de oostelijke flank van de Utrechtse heuvelrug en de westelijke Veluwe. Eigenlijk kwam onze afdelingsgrens ongeveer te liggen op de waterscheiding rond de Gelderse Vallei en het Eemdal. Dit betekende onder andere dat bijvoorbeeld Zeist, de Bilt, Bilthoven, naar de VERON afdeling Centrum (Utrecht) overgingen.

Concreet bestaat onze afdeling nu uit o.a.: Achterveld, Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten-Spakenburg, De Glind, Den Dolder, Doorn, Eemdijk, Eemnes, Ermelo, Harderwijk, Hierden, Hoevelaken, Hoogland, Hooglanderveen, Huis ter Heide (Utr.), Lage Vuursche, Langbroek, Leersum, Leusden, Maarn, Maarsbergen, Nijkerk (Gld.), Nijkerkerveen, Putten, Soest, Scherpenzeel, Soesterberg, Stoutenburg, Terschuur, Voorthuizen, Woudenberg, Zeewolde en Zwartebroek.

Tussen 1945 en 1946 waren er officieel alleen luisteramateurs, dus begin ik als eerste met de leden aanwas binnen deze groep. Dus gevleugeld gezegde in de radiowereld is “eerst luisteren, dan zenden” was toen helemaal van toepassing.

Luisteramateurs

Voor de oorlog waren er ook in onze regio een aantal luisteramateurs bekend. Afhankelijk van de vereniging waarvan ze lid waren hadden ze een andere voorloopletter als luisternummer, zo schrijft Gerard (PA1AT) (v/h PAoYDE) aan mij:

  • LP-nummers zijn lid van de NVVR
  • R-nummers zijn lid van de NVIR
  • L-nummers zijn lid van de VUKA

Onze vooroorlogse luisteramateurs waren:

L-059 W.F. Engel jr van Hoogendorplaan 7 Amersfoort
L-132 J.C. Tjebbes Boulevard 4 Zeist
enR045 P.M. Huybregsen Vlasakkerweg 52c Amersfoort
PAr050 G.A. van Mechelen G. van Stellingwerfstraat 87 Amersfoort
R208 Jhr. H.C.C. Röell Huize Schuttershoef Leusden
R270 H.A. Fugers Kerkstraat 3 Soest

In Nederland waren vóór den oorlog vele kortegolf luisterstations. Bij de eene vereeniging werden zij met een R, bij de andere met een L of BL aangeduid, gevolgd door drie of vier cijfers. Het Hoofdbestuur heeft gemeend niet een van de oude letters te moeten overnemen, doch tot de voor Nederland geldende afkorting NL over te gaan. Voor ons beteekent dat: “Nederlandsch Luisterstation”, terwijl deze afkorting ook door de Engelsch sprekende landen zal worden begrepen. Ook den strijd om lage nummers willen wij niet doen ontbranden, derhalve beginnen wij met de uitgave van:

NL- 101

Aanvragen voor een luisternummer moeten worden gericht tot VERON, Postbus 125, Hilversum, met in den linkerbovenhoek van de envelop de letters NL. De aanvragen worden naar volgorde van ontvangst behandeld, dus wie het eerst aanvraagt, krijgt ook het eerste een nummer toegewezen.

Electron – februari 1946

Een luisteramateur kreeg als VERON-lid het bekende NL-nummer.

Dit is “ons” eerste lijstje van 1945 – 1950:

NL205 L.W. Staalberg Kapelweg 68 Amersfoort
NL245 D. Th. v.d. Berg Denstraat 8 Amersfoort
NL378 K. Knobbe Kelnarystraat 8 Putten
NL463 A. Lodema Borneostraat 12 Baarn
NL663 E.C.A. de Jonge Amersfoortseweg 60 Doorn
NL750 C. van Dijk Jr. Van Zuilen van Nieveltlaan 67 Barneveld
NL782 P.R. Lensselink Nieuwe weg 18 Eemnes

Luisteramateurs werden vaak zendamateur. Uit de “PAo-database” van Remy Denker (PAoAGF) lees ik de volgende mutaties tot 1950 voor onze regio:

LP013 PAoPU 1937 – 1977 J. Petrie Amersfoort
enR045 PAoQF 1929 – 1989sk P.M. Huybregsen Amersfoort
R270 PAoFG 1938 – 1958 H.A. Fugers Soest
R208 PAoWJ 1946 – 1951 Jhr H.C.C. Röell Leusden
NL463 PAoLO 1948 – 1961 A. Lodema Baarn
NL663 PAoWAC 1949 – 1987sk Jhr E.C.A. de Jonge Doorn

Trivia:

Deze “L. Staalberg” is onze luisteramateur NL205 en “School Steehouwer” is beter bekend als het gerenommeerde “Radio Instituut Steehouwer”.

Radio Instituut Steehouwer

Voor de mondelinge dag- en avondcursussen voor de vakken: Radiotelegrafist ter koopvaardij/bij de luchtvaart (Rijkscertificaat); Radiotechnicus (diploma N.R.G.); Radiomonteur (diploma N.R.G.); Radioamateur (Rijksdiploma); Radioreparateur (diploma V.E.V.); Radiodetailhandelaar (diploma V.E.V.).

Van OM Staalberg is geen PAo-registratie bekend, maar dat brengt mij meteen op de groep van beroepsmatige radiomensen.

Beroepsmatige radiomensen en wetenschappers

Deze, voor ons radioamateurs onderbelichtte, groep waren van oudsher vaak georganiseerd in het Nederlands Radio Genootschap, dat op 29 mei 1920 werd opgericht. Er bleek vroeger wel een onderlinge band te bestaan tussen de Nederlandse Vereniging voor Radiotelegrafie en het Nederlands Radio Genootschap, zo blijkt te op te maken uit dit schema met toelichting.

Ofschoon de NVVR en het NRG verschillend waren qua doelstelling en doelgroep was er sprake van overlap tussen beide clubs. De NVVR bezat een stevige wetenschappelijke component in bestuur en ledenbestand, bouwde aan een bibliotheek, onderhield ook buitenlandse wetenschappelijke relaties, bezat een commissie voor technisch­wetenschappelijk onderzoek en schreef prijsvragen uit als ‘een gedetailleerde constructietekening van een golfmeter voor gedempte zowel als ongedempte golven van 300 tot 12000 meter’. De Vereeniging en het Genootschap vulden elkaar aan. We zagen al dat H. Wesselius, prominent lid van de NVVR, tot het bestuur van het NRG toetrad. Een ander voorbeeld van de personele raakvlakken tussen beide organisaties is prof. dr. Cornelis Lodewijk van der Bilt. Hij was hoogleraar zwakstroomtechniek in Delft, betrokken bij de oprichting van de NVVR en daarmee een van de ‘voormannen met den breeden blik’. Hij was ook vanaf het eerste uur lid van het NRG en zou in 1931 de derde voorzitter van het Genootschap worden. Prominente amateur­radiopioniers en NVVR­ers als de eerdergenoemden Idzerda, De Voogt en Koomans, werden meteen lid van het NRG. Laatstgenoemde was een fervent radioamateur, in 1908 gepromoveerd bij prof. Van der Bilt en in 1916 lid van het hoofdbestuur van de NVVR geworden. Hij was hoofd van het Bureau Proefnemingen, Onderzoek en Onderwijs van de Rijkstelegraaf toen hij in 1920 meteen lid werd van het NRG.33 Dat er relaties waren tussen beide clubs spreekt ook uit het gedenkboek dat ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de NVVR in 1926 werd uitgegeven. Verschillende prominente NRG­ers leverden een bijdrage. Hieronder waren voorzitter Elias, vice­voorzitter Van der Pol en penningmeester Dubois.

Toelichting: De fascinatie voor radio deelden de NVVR en het NRG. Waar de NVVR zich vooral richtte op het radiogebruik door amateurs en hun bijdragen aan de radio­ technologische ontwikkelingen, focuste het NRG op de professioneel­wetenschappelijke ontwikkeling van radio. Beide hadden hun eigen communicatiemiddelen. Beide waren ook ingebed in de internationale radiogemeenschap. In de jaren twintig was de scheidslijn tussen de werelden van de radioamateurs en de ­professionals echter niet scherp. Veel professionals waren als amateur begonnen. Deels viste de NVVR en het NRG in dezelfde ‘leden­vijver’. Het NRG wilde geen amateurs. De oudere NVVR wilde zijn professionals echter ook niet kwijt. Het zal in sommige gevallen tot loyaliteitskwesties bij leden hebben geleid. De overlap van interessegebieden bemoeilijkte pogingen tot afbakening.

Bron: Een geschiedenis van het Nederlands Elektronica en Radio Genootschap (NERG

Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat als wetenschappers aspiraties hadden op radioamateurgebied, zij dat dan deden vanuit een radioamateurvereniging, zoals de NVVR, NVIR of VUKA en na de oorlog de VERON.

Voor de buitenwereld was het NRG voornamelijk bekend vanwege haar vakexamens Radio Monteur en Radio Technicus, die zelfs tijdens de bezettingstijd nog werden afgenomen.

In 1963 speelde Elektronica zo’n grote rol, dat het NRG de naam wijzigde in Nederlands Elektronica en Radio Genootschap (NERG). Maar op 13 december 2013 heeft het NERG besloten zich op te heffen. De activiteiten werden overgedragen aan de afdeling Telecommunicatie van het KIVI. Bij de opheffing bedroeg het aantal NERG leden circa 700 personen.

Van het NERG heb ik helaas geen ledenlijst kunnen vinden van vlak na de oorlog, maar er komen ongetwijfeld “dubbelleden” voor in onze VERON afdeling.

Raakvlak wetenschap met praktijk

Op 4 augustus 1927 het Wetenschappelijk Radio Fonds Veder opgericht, dat (kort samengevat) tot doel heeft “de bevordering van de ontwikkeling van de wetenschap en techniek op het gebied van radio-telegrafie, radio-telefonie en radio-televisie”.

Vandaag de dag kennen wij het “VEDER fonds” van de jaarlijkse prijsuitreiking aan de radioamateur van het jaar. Pas sinds 1963 wordt op voorstel van het hoofdbestuur van de VERON jaarlijks een “amateur van het jaar” benoemd. Deze ontvangt een wisselbeker en een oorkonde.

Binnen onze afdeling Amersfoort zijn er drie radioamateurs benoemd tot “radioamateur van het jaar”; te weten in 1988 Jaap van Nieuwkerk (PDoDBD) en in 2008 Koos Sportel(PA3BJV) en Hilde Sportel–Janssen (PA3EKW).

Met het VEDER fonds is de verwantschap tussen de beroepsmatige radiogebruiker, wetenschap en het radioamateurisme versterkt. Het bevestigd tevens de woorden “Experimenteel Radio Onderzoek” in onze verenigingsnaam.

Radiozendamateurs

Oude zendmachtigingshouders diende voor het terugkrijgen van hun oude roepletters een verzoek aan de PTT te richten via de VERON. De rol van de VERON was om organisatorische redenen zo lees ik in de Electron van januari 1946.

Aanvragen voor een zendmachtiging kunnen onmiddellijk worden ingediend via de V.E.R.O.N., Postbus 125, Hilversum; om organisatorische redenen is deze weg gekozen. De amateurs, die reeds voor den oorlog in het bezit zijn geweest van een zendmachtiging zullen in het algemeen geen nieuw examen behoeven te doen. Gegadigden voor een nieuwe zendmachtiging kunnen eveneens een verzoek tot het verkrijgen hiervan indienen, als zij van meening zijn, te voldoen aan de hiervoor door P.T.T. gestelde eischen. De afdeelingssecretarissen zullen aan· gegadigden deze eischen desgewenscht doen toekomen. Het houden van examens zal nog nader door P.T.T. worden vastgesteld.

Electron 1946/1 blz. 12

De beslissing tot toekenning van de oude persoonlijke roepletters lag uiteraard bij de PTT. Maar zoals eerder geschreven diende men wel van onbesproken gedrag geweest te zijn.

Vanaf het voorjaar in 1946 werden er ook weer radioamateurs zendexamens gehouden en kwamen er dus ook weer nieuwe roepletters bij. Actieve PAo-roepletters op enig moment geregistreerd in onze regio Amersfoort tussen 1945 en 1950.

Call Naam QTH Licentie Vervallen
PAoOE F. Bennik jr Amersfoort 1930 1971
PAoQF P.M. Huijbregsen Amersfoort 1931 1989
PAoWG Jhr P.J.H. Röell Amersfoort 1931 1982
PAoKSK I.G. Knottnerus jr Soest 1935 1999
PAoKE J.A. Koster Amersfoort 1936 1960
PAoTH Th. A. van Keulen Amersfoort 1936 1987
PAoMJ J. Fortuin Amersfoort 1937 1965
PAoFG H.A. Fugers Soest 1938 1958
PAoWD/PA3BEP W.S.F. Draisma Amersfoort 1938 1981
PAoWT J.M.F.A. van Dijk Amersfoort 1938 1973
PAoZR>VE1ABS P. Loose Amersfoort 1939 1951
PAoWC W.H. de Beaufort Amersfoort 1939 1952
PAoFM H.M. Maas Amersfoort 1946 1954
PAoPU J. Petrie Amersfoort 1946 1977
PAoQE H.G. Koffijberg Ermelo 1946 >1989
PAoQR J.H. de Goede Amersfoort 1946 1973
PAoWJ Jhr H.C.C. Röell Leusden 1946 1951
PAoDV D. de Vries Ermelo 1947 1977
PAoADJ A. Derksen Amersfoort 1947 1980
PAoLO A. Lodema Baarn 1947 1961
PAoBT R.S. Manheim Nijkerk 1948 2012
PAoBRG J.W.P. v.d. Berg Amersfoort 1948 1960
PAoRZ P.W. Slavenburg Leusden 1948 2011
PAoYV G. van der Woude Voorthuizen 1948 1979
PAoWAC Jhr E.C.A. de Jonge Doorn 1949 1987
PAoAAF A.A.F Lagewey Amersfoort 1950 1952
PAoQI B. Kerkhoff Soest 1950 1957

Ledenaantallen per 31 januari. Helaas zijn van 1947 geen gegevens bekend. N.B. ons ledenaantal schommelde in de jaren ’50 en ’60 rond de vijftig.

Ballotage

Door het besluit van de 5e VR·vergadering worden in ’t vervolg iedere maand nieuwe leden ter ballotage opgenomen in “Electron”. Volgens het H.H. Reglement dienen bezwaren tegen toetreden binnen 14 dagen na het verschijnen van dit blad bij het betreffende afdelingsbestuur te worden ingediend.

(Electron 1947 oktober, blz. 369)

Medio 1947 werd voor nieuwe leden een ballotage ingevoerd en landelijk bekend gesteld. Voor die tijd meldde men zich aan bij de afdeling. Dit valt af te leiden uit de oude Electron’s.

De leden aanwas tussen 1947 en 1950 in onze regio:

  • 1947/8 C. P. Israël-v. d. Zee, Hertog Hendriklaan 5A, Baarn
  • 1948/2 J. Kortes, Leusderweg 170, Amersfoort.; C. A. v. d. Pol, Oude Soesterweg 91, Amersfoort/li>
  • 1948/4 Dubiez, ’t Stort Zuid 11
  • 1948/7 van Rekkum, Sanatorium “Sonnegloren” Soest
  • 1948/10 H. Jole, Braamweg 108, Soest.
  • 1948/12 Visser, Amersfoortschestraatweg 108, Soesterberg
  • 1949/3 Koelewijn, Dorpstraat 24, Bunschoten; de heer Simons, Stadhouderslaan 17a, Soestdijk
  • 1949/6 Kpl. H. K. de Boer, Leerl. S.R.O.P. Du Moulinkazerne, Soesterberg
  • 1950/1 F. de Groot, Brabantsestraat 15; B. Kerkhoff, Lange Brinkweg 49e, Soest
  • 1950/3 N. Hilberts, Westerstraat 16; F. Verkaik, Stephensonstraat 65
  • 1950/4 Nijveldt Jr. Schimmelpenninckstraat 64-a
  • 1951/1 A. F. H. de Roo, P. J. Troelstralaan 34, Amersfoort; E. Th. Smink, Aldegondestr. 53, Amersfoort

Activiteiten van de VERON afdeling Amersfoort

Bijeenkomsten

Met ingang van 19 december 1945 worden op de derde dinsdag maandelijks bijeenkomsten gehouden, kennelijk nodigt men uit via een convocatie want in de Electron lees ik nergens waar en hoe laat de afdelingsavonden gehouden werden, maar er zijn wel regelmatig in de krant hiervan aankondigingen te vinden (archief Eemland) en werden gehouden in het Volksgebouw (Snouckaertlaan in Amersfoort). Na afloop werden ze overigens wel beschreven in Electron onder “Afdeelingsberichten”, omdat veel sprekers elders in het land ook werden uitgenodigd, geef ik toch even een kleine niet complete opsomming uit de Electron (jaar/maand):

Activiteit / Lezingen – gespreksonderwerpen

  • 1945/12 OM Fortuin (PAoMJ) verschil AM/FM
  • 1946/1 bestuursverkiezing – zendvergunningen en maatregelen tegen ongeoorloofd zenden
  • 1946/3 verslag VR, verkoop onderdelen voor Radiofonds, causerie over antennes door de OM Petrie
  • 1946/4 toepassingsmogelijkheid van een 4330 kHz kristal door OM Bennik
  • 1946/5 Huishoudelijke Vergadering – voordracht over “Negatieve Terugkoppeling” door OM Fortuin
  • 1946/6 vermelding eerste zendexamen: geslaagd H. de Goede (PAoQR), Eemstraat 82 en OM van Leeuwen demonstratie RNW Stereofonische uitzending
  • 1946/7 OM Huis (PAoAD) wat komt er technisch voor kijken bij omroepuitzending
  • 1946/8 praatavond
  • 1946/10 lezing Peilontvangers door OM Petrie
  • 1946/11 ledenvergadering
  • 1946/12 OM Manheim causerie over “Tegenkoppeling”
  • 1947/1 bijeenkomst met 19 leden, demonstratie ontvanger van OM de Goede (PAoQR) – bestuursverkiezing en verslag van een excursie van 14 personen naar van der Heem (Den Haag)
  • 1947/1 excursie 14 personen naar van der Heem – Den Haag
  • 1947/3 OM van Weel PTT grote aantallen telefoongesprekken via UKG verbindingen
  • 1947/5 voordracht H.C.C. Roëll – radar praktijk (AD) – Volksgebouw
  • 1947/6 super heterodyne principe (AD) – Volksgebouw
  • 1948/1 Televisie in Engeland (AD) – Volksgebouw
  • 1948/10 OM Huis lezing reportages in het omroepbedrijf
  • 1948/12 OM Koch causerie over reparatie van radiobuizen
  • 1949/11 OM Donk PTT mobilofoon in de 4 meter band
  • 1949/12 OM Arends Oscillator frequentie stabiliteit
  • 1950/12 OM Veldkamp een demonstratie met de “Solovox”

  • 1946-359 Op 3 Oct. arriveerde per dubbeldeksautobus OM J. Petrie uit Amersfoort in het jachtgebied van de afd. Apeldoorn. Tesamen met zijn jachtgenoot OM Bennik, oOE, slaagde hij er in als eerste “De Bouwhof” binnen te dringen en werden eerste bij deze vossenjacht te Apeldoorn
  • 1947-22 OM Petrie wordt 7e in Zutphen
  • 1947-158 vermeld dat OM Petrie lid is van de vossenjachtcommissie
  • 1947-234 Aankondiging bekerjacht op 24 augustus (Précisiejacht) Amersfoort.

  • 1947 -363 Verslag vossenjacht van de Precisie-Bekerjacht van 24 augustus te Amersfoort
  • 1950 -259 Zondag 18 juni. Verzamelplaats: Restaurant “De Mof”

Afd. Amersfoort.

Bekerjacht voor district Centrum op 28 Augustus (1949). De secretaris van de afd. Amersfoort deelt mede, dat op 28 Augustus in het district Centrum een bekerjacht zal worden gehouden. Vos wordt PAoMJ. De startplaats is: hotel “de Mof”, op de weg Amersfoort naar Woudenberg. Start om 11 uur. Prima jachtterrein!

De tweede bekerjacht, georganiseerd door de afdeling Amersfoort zal op Zondag 18 Juni (1950) gehouden worden. De verzamelplaats is het Restaurant “de Mof” aan de Rijksweg Amersfoort-Woudenberg.

Artikelen van onze afdelingsleden in de Electron (jaargang-blz.)

  • 1947-57 Hams in ’t centrum. Opgelet! – OM Röell (PAoWG)
  • 1947-73 Een variabele kritsaloscillator – OM Bennik (PAoOE)
  • 1948-176 Zekeringen, minder dan 6 A, in de shack – J. A. Koster (PAoKE)
  • 1948-176 Steeksleutel voor moertjes – J. A. Koster (PAoKE)
  • 1948-228 Antenneproblemen – J. A. Koster (PAoKE)
  • 1949-449 Ongedempte trillingen: Werken met Duitse stations – Fortuin (PAoMJ), Amersfoort

Trivia

  • Voor de eerste VR op 9 maart 1946 heeft de delegatie vanuit Groningen onderdak gevonden in Amersfoort.

In Memoriam

Steef Waardenburg

Op 26 Augustus (1946) overleed te Soest Steef Waardenburg in den leeftijd van 21 jaar.

Reeds langen tijd aan zijn bed gekluisterd, leefde hij in de overtuiging, dat hij beter zou worden …

Hij was sterk in zijn vak geïnteresseerd en knutselde op zijn ziekbed nog zooveel hij kon. Zag het er naar uit, dat in zijn ziekte een aanmerkelijke verbetering zou komen, het heeft niet mogen zijn. Het einde van dit jonge leven kwam zeer plotseling.

BESTUUR AFD. AMERSFOORT. (Electron 1946 – blz. 364)

Nieuws uit Amersfoort: Het gezin van OM J. W.
P. van den Berg, PAoBRG is op 26 Mei (1950) verrijkt met
een zoon: Dick Simon. Onze gelukwensen!

IN MEMORIAM

Na langdurige ziekte is van ons heengegaan ons lid, de heer

J. L. TERBRUGGEN

21 November 1948

Het bestuur van de afdeling Amersfoort

Slot

Waarom heb ik ook dat weer allemaal uitgezocht, zult u zich afvragen? Dat heeft toch allemaal te maken met het opzoeken rond het radioverzet in de tweede wereld oorlog. En dan kom je allerlei “bijvangsten” tegen. En als je dan ook nog de namen van verschillende mensen onthoud, kom je snel tot een verhaaltje, maar als u aanvullingen heeft, houd ik mij aan bevolen!

Rest mij een woord van dank uit te spreken aan Frank (PA3DTX) voor het onvermoeibare speuren in archieven en op het internet. Gerard Nieboer (PA1AT) voor het beschikbaar stellen van fotokopieën van de fraaie oude QSL kaarten. En “last but not least” onze algemeen voorzitter Remy Denker (PAoAGF) voor de inzage in zijn uitgebreide privé “PAo- database”.

In deze reeks zijn verschenen:

Aanloop tot de oprichting (1939 – 1945) van de VERON Amersfoort (deel 1)
De Amersfoortse VERON oprichtingsdelegatie (deel 2)
De eerste naoorlogse jaren van activiteit in de afdeling (regio) Amersfoort
(deel 3)
VERON afdeling Amersfoort tussen 1950–1970 (deel 4)
VERON afdeling Amersfoort tussen 1970–1977 (deel 5)

Bronnen:

Terugkijken met Herman Scheper (PAoBAB)

Eddy Krijger (PAoRSM)

Herman (PAoBAB) afdelingsvoorzitter 1976-1979

In het kader van 75 jaar VERON afdeling Amersfoort, blikken wij dit jaar regelmatig terug. Via Lex van der Lugt (PA1LEX) kreeg ik een e-mail onder ogen die ik graag nog wat aangevuld wilde hebben om er een stukje met een kop en staart van te kunnen maken.

Als zendamateur laat je sporen achter; zo haalde ik uit de PAo-database van Remy Denker (PAoAGF) een paar weetjes: Herman behaalde in 1974 zijn C-machtiging en twee jaar later zijn A-machtiging. Bijna vijfenveertig jaar geleden is hij zes jaren onze afdelingsvoorzitter geweest, dat was van het voorjaar 1976 tot voorjaar 1980.

Maar nu laat ik hem echt zelf aan het woord:

“Ik ben in 1942 in Naarden geboren. Na mij werden nog 2 jongens en een meisje geboren, maar ik ben de enige met de radiohobby. Begin van de jaren 50 kreeg ik een kristalontvanger (een echte!) en lag ik ’s avonds samen met mijn broer (we lagen in een tweepersoons bed) stiekem naar “Paul Vlaanderen” en “Sprong in het heelal” te luisteren. De antenne hing uit de dakgoot van ons huis.

Begin jaren vijftig kwam er heel veel oorlogssurplus op de markt. In Haarlem (waar ik opgegroeid ben) had je onder andere Loe Lap, een dumpshop. Daar stond ik likkebaardend voor de ruiten naar alle mooie spullen te kijken. Ik was inmiddels vaste klant bij Radio Marco geworden voor de radiohobby. Mijn krantenwijk bracht acht gulden in de week op; samen met mijn karige zakgeld kon ik zo de electronica knutselhobby net mee betalen. Radio Bulletin en Dr. Blan waren toen onder andere de literatuur. Dit is de hoofdreden dat ik nooit ben gaan roken. Je kunt je geld maar eenmaal uitgeven. Dat dit heel veel later er voor zou zorgen dat ik nu nog leef is een heel ander verhaal.

Uiteindelijk een 19 set aangeschaft voor 75 gulden; geheel compleet met reserve- en andere onderdelen. Ben lid van de VERON geworden en in een oude Electron van toen vond ik een artikel dat je leerde hoe je de B-set uit de 19 set kon ombouwen voor 2 meter. Met mijn toenmalige kennis was dat al te doen. Een 2 meter antenne gemaakt, set omgebouwd, en gaan luisteren. Inderdaad ontving ik die dag een OM met een sterk signaal die in de buurt bleek te wonen… Heb toen brutaal hem opgeroepen met mijn valse call. Tot mijn verbijstering reageerde hij met de melding dat ik een piraat was en moest opdonderen! Heb dagen de set niet meer aangeraakt. Had mezelf inmiddels CW aangeleerd en luisterde op een korte golf band toen ik een Pool in CW CQ hoorde geven. Ik had inmiddels een langdraad antenne en heb hem geantwoord -met weer fake call- en inderdaad reageerde hij toen. Mijn CW kennis was te gering om verder te kunnen, maar ook dit smaakte naar meer, maar dat kwam pas later in mijn leven. Waar de 19 set gebleven is weet ik niet meer…”

De hobby bepaalde mede de rest van Hermans leven, zo schrijft hij dat hij de HTS Electro / Electronica is gaan doen en zoals gebruikelijk in die tijd moest hij in militaire dienst. We hebben het dan over de zestiger jaren.

“Ik had het geluk dat ik verbindingsofficier werd bij de Koninklijke Luchtmacht. Na 24 maanden, dat was toen de duur van je dienstplicht als je als dienstplichtig officier in dienst moest, kreeg ik de vraag of ik de klus waar ik toen mee bezig was wilde afmaken. De aanbieding om “na te dienen” die ze me deden was zo aantrekkelijk dat ik hierop ja gezegd heb (ik was inmiddels getrouwd en reed elke dag met mijn lelijke eend van mijn woonadres naar Hilversum waar ik mijn werk deed voor de Luchtmacht).

Na deze periode werd ik docent Electronica aan de Chr. MTS Scutos te Utrecht. Dit heb ik jaren met veel plezier gedaan… ergens in die periode pas echt CW geleerd en toen mijn A-machtiging gehaald.

Na een 10-tal jaren begon het te kriebelen en ben ik een importbedrijf begonnen voor speciale electronische onderdelen die in Europa moeilijk verkrijgbaar waren. Ik ben na een gedegen vooronderzoek in het vliegtuig naar Taiwan gestapt. Daar kwam in die tijd immers alles vandaan. Gelukkig had ik mezelf al geleerd om ‘met stokjes’ te eten. Uit die reis is Hermac B.V. voortgekomen. Omdat ik ook de zendamateurhobby weer had opgepakt lag het voor de hand dat ik ook met een ‘zendamateur oog’ aan het inkopen ging. Jaren daarna werden het computeronderdelen.

Hermac was, in die jaren, een bekend adres voor eindtransistoren, chip-condensatoren en nog veel meer. Daarna verlieten containers vol computerspullen Taiwan om vanuit Scherpenzeel naar de rest van de Benelux verstuurd te worden. Het waren roerige, maar zeer boeiende jaren. Hermac en nog een bedrijf, dat uit deze activiteiten voortkwam, bestaan en floreren nog steeds hier in Scherpenzeel. Alleen hun klanten zijn de overheid en grote- en kleine bedrijven door heel Nederland. Dus niets meer voor de amateurs en knutselaars onder ons.”

Met dit inkijkje op het snijvlak van werk en hobby schrijft hij over de leukste herinnering aan die tijd:

“Heel veel leuke dingen. In mijn Hermac periode heb ik contact gekregen met een Nederlandse zendamateur in Nairobi, die ook uit Scherpenzeel bleek te komen en kennis gemaakt met de familie toen ze met verlof waren. We zijn goede vrienden gebleven tot op heden; zelfs de Kerst samen in Nairobi gevierd.”

Herman woont nog steeds in Scherpenzeel en er zijn in die jaren twee zoons en twee dochters geboren, maar het zendamateurisme heeft ze niet kunnen boeien. (Daarbij is hij niet de enige in. Hi.)

De herkomst van de radiosuffix BAB blijkt voortgekomen van de naam van z’n vrouw Barbara. Op mijn vraag over de shack en antennes schrijft hij:

Herman in zijn shack annex atelier

“Ik heb zelf de draad weer opgepakt als PAoBAB. Vroeger had ik een Kenwood transceiver en een 3-elements multiband yagi. Dat was heel leuk, maar die heb ik 20 jaar geleden verkocht samen met rotor en mast. Nu heb ik een 8 Watt multiband SSB-transceivertje gebouwd en samen met een endfed HF-antenne en een aantal dipolen is het nu echt amateurisme, maar nu is een QSO ver achter de Oeral eigenlijk veel bevredigender. Zelfs in deze conditie arme tijden. Mijn shack is gecombineerd met mijn atelier (ik ben ook nog goudsmid), ik heb gelukkig een groot huis.

Ik heb ook nog twee UBITX HF transceivers als kit aangeschaft en verder nog een 20 Watt XIEGO-G90 HF transceiver die ik als meet-en testzender heb gebruikt bij het bouwen van de UBitX en pas geleden heb ik een Digimaster MiniproSC besteld om met mijn G90 te gaan leren hoe de digitale modes werken; een geheel nieuw terrein voor mij.”

Herman blijkt dus zelfbouwer en daarna een QSO-maker. Over zijn mooiste verbinding schrijft hij:

“Dat was Sint Helena; op een zondag kort voor etenstijd – een pile up – de lijst daar stond ik al op en toen werd er voor eten geroepen…Toen ik de verbinding eindelijk had gemaakt en ik me bij de familie kon voegen was het eten vrijwel op en had ik verder ‘sneeuw’ in mijn beeld…, maar dat hoort erbij.”

In het verenigingswerk raakte hij betrokken door een ander amateur OM Pim Seckel (PAoSEC) die had hem namelijk daarvoor gevraagd. Over zijn afdelingservaringen laat ik hem tot slot zelf graag aan het woord:

“In de jaren zeventig, toen ik lid en voorzitter was van de afdeling Amersfoort, herinner ik mij dat het een gezellige homogene afdeling was. We vergaderden toen aan de Dorresteinseweg in de Eemgaarde, later werd dat het Burgemeester van Randwijckhuis daar in de buurt.

Als bestuur: Hans Moorhof (NL4191), Gijs v.d. Goot (PAoGYS), Jan Over (PA2JHO), Pim Seckel (PAoSEC), Jan Tuithof (NL4405), Fred Vorstermans (NL368), Jules Kannemans (PEoJKA) en John Piek (PAoETE), vormde we in wisselende samenstelling ook een soort vriendenkring.

Jan Tuithof (NL 4405) een heel actieve – wat oudere – luisteramateur. Ik herinner me nog goed de gezellige bestuursvergaderingen aan de Woestijgerweg bij Jan en zijn gastvrije familie thuis. Jan maakte met zijn handen wat zijn ogen zagen en stond voor iedereen zo nodig klaar. Rob (PAoKEL) was in die jaren ook al druk met vossenjachten en veel meer evenzo als John Piek (PAoETE).

Veel zijn helaas al overleden, zoals Pim Seckel (PAoSEC) een hoge luchtmacht officier (hij was de man met heel veel plannen), Jan Over (PEoJHO) en Jules Kannemans (PEoJKA) (was een begenadigd digitale knutselaar en publiceerde zelfs in Radio Bulletin).

Het jaarlijkse evenement was de JOTA. Wij hadden als Soekwa groep aan de Laan 1914 het bos naast DHV (Dwars, Hederik en Verheij) geadopteerd. Het JOTA-weekend was een jaarlijks terugkerend evenement waar een aantal OM’s hun diensten aan verleenden. Heel gezellig, maar geen schokkende avonturen of romances…. Ook hielpen een paar OM’s bij de JOTA elk jaar in Scherpenzeel, zoals OM Arnold Klein (PAoAAK).
Ik zie dat ook de VERON nu veel minder leden heeft dan jaren geleden, helaas gaat dat zo in het leven.

Hartelijke groet, Herman Scheper (PAoBAB).”

Colofon:

Tekstbewerking: Eddy Krijger(PAoRSM)
Foto en tekst: Herman Scheper (PAoBAB)
VERON A03 archief en web opmaak: Frank van Hamersveld (PA3DTX)
QSL collectie: Gerard Nieboer (PA1AT)
PAo-database: Remy Denker (PAoAGF)